De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK

6 minuten leestijd

Kerst-kapel.

De tijd van romantische en zoetelijke kerststalletjes is gepasseerd. Ik bedoel niet voor een aantal maanden, maar voorgoed als het ligt aan de mensen en speciaal aan de jeugd van nu. Al wat hierna en hierboven zou moeten zijn heeft men afgeschreven, moeizaam weggeduwd of luidruchtig weggehoond. Vroeger kon men ook wel horen op huisbezoek en zo, dat men niet kon aannemen, dat er een God bestond, want hoe viel te verklaren al dat leed en die vreselijke oorlog. Maar voorheen giste men, de jongeren van nu hebben beslist.

Op schokkende wijze wil men de medemensen, de ouderen, aan het verstand brengen dat de wereld alle kerkelijkheid, beschaving en christendom ten spijt heeft gefaald en dat, zo men godsdienst wil, die toch alleen maar kan zijn meeleven met de vertrapte en onder oorlogsgeweld lijdende mens.

In Amsterdam richtten jongeren een kerst-kapel in, die allesbehalve er uitzag als de romantische Kerststal van zalige moeder, stralend kind, begenadigde herders en ruisende en zingende engelen. Schokkende beelden uit de wrede oorlog moesten op weg helpen niet zozeer naar de menswording als wel naar de mede-menswording.

Een en ander was wel van dien aard, dat de centrale kerkeraad van de Hervormde Kerk de ernstige afkeuring te kennen gaf over dit initiatief.

Thans blijkt echter dat diezelfde kerkeraad het ten zeerste betreurt, zo gereageerd te hebben tegen de anti-kerstkapel. Men gevoelde dat schade was te­ weeggebracht aan het experiment. Ook had de kerkeraad verzuimd om de Jeugdraad te betrekken in het beraad, toen men tot de veroordeling kwam. Men vond toch wel dat er ruimte moest zijn voor gewaagde pogingen om mensen wakker te schudden.

Na een dergelijk bericht vraag je je wel eens af of tenslotte de ouderen het toch steeds bij het verkeerde eind hebben. De ouderen zijn zo heel anders opgevoed en opgegroeid, dat het moeilijk is om alles aanstonds te waarderen. De eerste reactie is afkeer en afkeuring. Na verloop van tijd trekt men echter zijn woorden weer in. Wil men uiteindelijk toch niet voor ouwerwets en reactionair te boek staan?

Het is geen ongewoon verschijnsel, dat men wel eens terugkomt op vroegere uitspraken en veroordelingen. Maar het nieuwe van deze tijd is, dat dit aanstonds plaats vindt. Nauwelijks uitgesproken trekt men zijn verklaringen alweer in.

Jongeren ageren en dwingen tot hun wil is doorgezet. We zien het bij benoemingen van hoogleraren, kerkelijke en politieke.

Het komt ook omdat er geen normen meer zijn. Het woord Gods heeft afgedaan als criterium. De Bijbel is pas Gods Woord, wanneer van bovenaf het daartoe gemaakt wordt, zo leerden we in onze jaren. Thans echter heeft de Bijbel pas iets te betekenen, zodra de moderne mens die zin heeft vastgesteld. Vroeger gold de verticale inslag van het Woord Gods, tegenwoordige de horizontale.

Op niveau.

In ons isolement ligt onze kracht, gold voorheen en eens als hoogste wijsheid. Men trachtte naar begeerlijke zaken en zonderde zich af. Het was het tijdvak van de geestdriftig beleden en hartstochtelijk gepraktiseerde anti-these.

Het verloop in enkele tientallen jaren laat zich vergelijken met de levensloop van de enkeling. Hij wil vooruit, hij wil omhoog. Hij wil zich een naam maken en macht en aanzien verwerven. Om aandacht op zich te vestigen is dikwijls noodzakelijk, dat men wat fel een extreem standpunt verdedigt. Op die wijze valt men op en klimt men op het gezochte niveau. Eenmaal boven aangeland schudt men dat extreme wat van zich af. Degenen, die het meest hebben bijgedragen om hun vereerde kandidaat, van wie ze veel verwachtingen koesterden, wendden zich, althans sommigen, teleurgesteld af. Hij is toch algemener, minder apart en bijzonder als we hoopten, zeggen ze, of gevoelen ze.

Toen deze carrière-makers in hun opkomst waren droegen ze zuivere, onvervalste wijn voor zich uit, maar nu op hoogte willen ze hun kostbare wijndruppel laten vallen in het gewone water. Dat betekent tevens ook dat ze water in hun wijn moeten gedogen.

Dit zien we ook in geschiedenis van de kerk, die zodoende onder de bedrijven door cultuurgeschiedenis dreigt te worden. Men legt zich toe op 't eigene, op dat wat onderscheidt van anderen, wat gunstig onderscheidt, wat een zeker respect afdwingt. De gevolgen blijven niet uit. Men vindt erkenning en waardering.

Dan echter komen de gevaren. Men moet wat meedoen, het oordeel wordt objectiever, men krijgt een breder kijk, een genuanceerder inzicht, een milder waardering. Bovendien voelt men zich verplicht om zich het standpunt en het gevoelen van de ander in te leven.

Eerst luidde het wachtwoord: In ons isolement ligt onze kracht. Thans is de leus: Het engagement is onze roeping.

Eerst ontvlood hem de wereld, thans dreigt men in die wereld verloren te gaan.

Ik kan me begrijpen, dat hier voor menigeen vragen oprijzen. Was dat isolement van voorheen wel in orde? Mochten we dat zo op de spits drijven? Moeten we niet allen zoveel mogelijk alles zijn? Het kan toch niet verkeerd zijn om ons onder joden als een jood en in gezelschap van de Grieken als Grieken te ontpoppen.

Wat is in feite de opdracht? Het isolement of het engagement? Moeten we uit de wereld, ver van de wereld of behoren we in de wereld, midden in de wereld te staan? De wereld werelds te zijn, is dat soms onze opdracht?

Ik dacht dat hier geen keus behoeft en mag gemaakt worden. Christus leert dat we het zout der aarde moeten zijn als discipelen van Hem. Zout; dat gaat wel in de richting van engagement. We lossen ons op, we verliezen ons in de spijs. Met dezelfde nadruk en kracht leert de Zone Gods: Gij zijt het licht der wereld, het licht hoog op de kandelaar. Het licht vermengt zich niet met de duisternis, het licht verdrijft het donker.

Verstandelijk komen we hier niet uit. Het getuigenis van het Evangelie, het Woord van Gods Zoon kunnen we niet opvangen op de golflengte van het verstand, wel op die van het geloof. Het geloof verstaat en brengt in praktijk.

Zout is straks niet meer zichtbaar. Maar het licht blijft trouw stralend op zijn plaats. Daniël was een discipel van deze stijl, .van deze gelukkige combinatie, die de Heilige Geest leert. Hij fungeerde als zout der aarde en als licht der wereld.

Het wil me voorkomen, dat kerk en kerkmensen al te zeer alleen als zout der aarde willen optreden. We moeten het licht niet onder de korenmaat zetten. Voorlichten waar zo dringend vereist en waarschuwen waar dit niet mag worden nagelaten.

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 1968

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 1968

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's