Databank of poëzie
Geen bloem maar een boek
Tk heb al zo vaak gedacht: ik ga gewoon eens met een bloemetje naar dominee Willem Barnard te Utrecht. Dan bel ik aan en dan zeg ik: Dit bloemetje is voor u. Zomaar, nu ja, uit dank voor al die goede woorden, de vrucht van uw lippen, het zangzaad voor een lofzingende gemeente. Maar ja, het komt er niet van. De man zal me aan zien komen, met m'n bloemetje. Hij zal liever schrijven dan de deur opendoen.'
Dat schreef ds. A. F. Troost aan Hans Werkman toen deze een onderzoek instelde naar 'de doorwerking van G. van der Grafts poëzie in de jongere generatie dichters met name bij hen die men christelijk kan noemen'.
Werkman deed dat in het kader van het vriendenboek dat Willem Barnard/Guillaume van der Graft bij gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag werd aangeboden onder de titel 'Leven in zinsverband' (1990). Intussen, acht jaar later, heeft ds. Troost een heel boek aan Barnard gewijd, een studie waarmee hij de doctorsgraad in de theologie verwierf aan de Rijksuniversiteit van Utrecht op 7 mei 1998.
Wie is Barnard? Wie ds. A. F. Troost is, zullen de lezers van ons blad wel weten. Tegenwoordig is hij hervormd predikant in Zunderdorp en Amsterdam. Auteur van dagboeken als 'Gaandeweg Hem tegemoet' en dichtbundels als 'Bedelen om licht'. Maar wie weet wie Willem Barnard is? Of wie kent hem bij zijn andere naam Guillaume van der Graft of tegenwoordig kortweg Van der Graft? Gebruikers van het Liedboek voor de kerken zien zijn naam onder menig lied vermeld staan, maar de meesten van hen lezen de Waarheidsvriend niet. En zijn dichtersnaam is bekend bij hen die van poëzie houden, maar dat zijn er meestal ook maar enkelen.
Biografisch
Dr. Troost begint zijn studie dan ook met wat hij noemt een 'biografische beschouwing'. In 1920 stond Bamards wieg in de Rotterdamse Van Speijkstraat aan de rand van de stad in Delfshaven. Hij was enig kind van al niet meer jonge ouders. Hij maakt het bombardement van de Maasstad mee, oorlog en geweld maken een leven lang indruk op hem. Theologie wordt in Utrecht gestudeerd. Hij dient gemeenten in de Hervormde Kerk: Hardenberg, Nijmegen, Amsterdam (studiesecretaris prof. dr. G. van der Leeuwstichting), Rozendaal. Vestigt zich na zijn vervroegde emeritering (1975) eerst in Ellecom en daarna in Utrecht.
Interessant is wat Troost schrijft over Barnards bemoeienissen met de nieuwe psalmberijming en het Liedboek voor de kerken. De dichter Martinus Nijhoff weet hem over te halen mee te doen met een nieuwe berijming van de psalmen. Daarom interessant omdat we binnen GB-kring ons nooit echt bezig hebben gehouden met deze materie. Er zijn wel enkele boekjes over geschreven. Maar ik heb altijd de indruk gehad dat we eigenlijk van tevoren al wisten dat het niet kon en niet moest en daarom niet mocht. De gezangenkwestie heeft de bezinning op het klassieke kerklied feitelijk geblokkeerd. Tegenwoordig zingen we tijdens samenkomsten buiten onze kerkdiensten in vlotte vaart de nodige opwekkingsliederen en in de erediensten zitten we nog steeds met een in verschillende opzichten achterhaalde berijming uit 1773. Daarom is het boeiend aan de hand van de levensgang van Barnard te lezen hoe ingrijpend het ontstaan van een en ander is geweest in de zestiger en zeventiger jaren. Hoe gewetensvol en bezield dichters als Barnard, Heeroma, Den Besten, Wit en Schulte Nordholt zich jarenlang ingezet hebben om tot een verantwoord zangboek voor de kerken te komen met daarin nadrukkelijk vooraan de psalmen.
Taal en Bijbel
We doen een enkele greep uit de inhoud van het boek. 'Dichter bij het Geheim.' De dichter wil met zijn woorden het Geheim naderen. En wie hem leest en hoort, wordt dichter bij het Geheim gebracht. Het Geheim dat betreft God Zelf. Wie is Hij en wat doet Hij en wat zegt Hij? Hoe breng je het Geheim onder woorden. De dominee die dichter is, zoekt de woorden. En hij vindt ze in de Bijbel zelf. Die is geschreven in 'mythologische' taal. Daarmee wil niet gezegd zijn dat de Bijbel vol mythen zou staan. Het tegenovergestelde is waar: de Bijbel verzet zich tegen de mythen en gebruikt daarvoor hun eigen taal. Barnard noemt het ergens een 'verhulling-in-beelden'. Het is taal die het heilige inkleedt. Want wie zijn wij om klip en klaar, rationeel en helder formulerend te zeggen: dat is het Geheim en zo is het en zo zit het in elkaar. Het Geheim kent zijn eigen taal. Die van de dichter, van de poëzie, van het beeld.
Hiermee hangt Barnards visie samen op wat de Schrift wil zijn. Géén databank: er zouden in de Bijbel een heleboel gegevens opgeslagen liggen waar je vrijelijk uit kunt putten om antwoorden te krijgen op onze nieuwsgierige vragen over hoe het nou precies ging bij de schepping bijvoorbeeld of hoe dat nou ging bij die doortocht door de Rode Zee.
De Bijbel is poëzie want het Woord is vlees geworden. God is een dichter en Hij heeft daarom geen professoren of wetenschappers in dienst genomen om Zijn Geheim mee te delen, maar dichters.
Discussies over historische betrouwbaarheid van wat er allemaal geschreven staat, gaat hij liever uit de weg. Wat gebeurd is, komt tot ons in wat verteld wordt. Het gebeurt in het verhaal.
Barnard is er van overtuigd dat de Bijbel bedoeld is als profetische kritiek op een verworden cultuur. Het gaat God uiteindelijk om de ware humaniteit.
Wij zijn gewend om voorafgaand aan de zondeval een 'staat der rechtheid' aan te nemen. Zo van: een hele poos ging het goed. God had immers alles goed (tov) gemaakt. En dan is er ineens de val: een radicale breuk in het perfecte scheppingswerk van de Schepper.
Barnard ziet echter in de daad van de schepping al direct Gods keus tot verlossing. Genesis is geen geschiedenisboek. Het gaat om een beeldend verhaal niet om een feitelijk verslag. Genesis moet niet gelezen worden als een reportage over hoe het eens was, maar als een visioen van wat eens komen zal. Sinds de schepping is Gods inzet niet meer echt stuk te krijgen. Scheppen is scheiden, licht van duisternis, goed van kwaad, orde van chaos. Vanuit de chaos zet God Zijn schepsel in de vrijheid. Vanuit deze invalshoek wordt de hele Schrift verstaan. En dan moeten we volhouden alles wat in de Bijbel staat, te lezen in haar geheimtaal, in haar beeld-taal, in haar mythologisch taalgebruik.
Liturgie
Het eigenlijke speelt zich af in de samenkomst van de gemeente op de zondagmorgen. Voor Barnard telt het kerkelijk jaar het hele kalenderjaar door. Niet zoals wij dat kennen in Advent, Lijdenstijd en zo door tot Pinksteren en dan weer een half jaar niets. Maar elke zondag van het jaar. Barnard is mal van het missaal uit de oude roomse traditie. Zo alleen doe je aan de hele Schrift recht, vindt hij. Dat heeft de nodige tegenspraak opgeroepen. Troost noemt prof. Deddens die zegt dat de fundering van dit uitgebreide kerkelijk jaar ligt in de heidense mysteriecultus. We gaan naar de kerk niet om een preek te horen maar om de liturgie te vieren, om de Eeuwige te dienen in de lofzegging. En de preek is daar slechts onderdeel van. Ze is 'verbindende tekst' tussen de verschillende Schriftlezingen. Je overvraagt predikanten; vindt hij, als ze elke week een gedegen, uitgewerkte preek moeten leveren.
Predikanten zijn ook 'maar bloedjes van mensenkinderen, zelden loopt er een chrysostomus, een guldenmond, tussen!'
Hij noemt de academische, docerende prediker net een kok die de ingrediënten uit de diepvries haalt en het aan de gasten overlaat om het voedsel te ontdooien en klaar te maken.
En de 'methodistische' prediker, die ons bekender voorkomt, maakt overal pap van die je dan vervolgens maar te slikken hebt. Alles smaakt dan ook altijd eender en raakt daardoor smakeloos.
Beoordeling
Dr. Troost geeft in een laatste hoofdstuk enige kritische kanttekeningen bij Barnards werk. Hij vindt dat Barnard de scheppende kracht van het woord (let wel: kleine letter) overschat. Er komt meer voor kijken om mensen echt te raken. Verder acht hij Barnards voorliefde voor het missaal als grondslag voor het wekelijks samenkomen als gemeente overtrokken. Hij vindt zijn verzet tegen wat Barnard noemt onze 'babylonische cultuur' te overdreven. Tenslotte, zijn taalgebruik blijft te elitair, te zeer alleen voor fijnproevers waardoor de draagwijdte helaas beperkt blijft.
Is het dr. Troost gelukt om 'dichter bij het Geheim' te komen? Ik kan alleen voor me zelf oordelen. Ik kende Barnard alleen als Guillaume van der Graft via zijn poëzie en ik lees geregeld zijn liederen die hij schreef voor het Liedboek. De studie van dr. Troost brengt verder en dichter bij wat Barnard bedoelt. Troost wil zo weinig mogelijk in vaktaal schrijven opdat ook, b.v. Neerlandici, wat aan zijn studie zouden hebben. Dat is hem wel gelukt. Het is een zeer ordelijk opgezette studie. Veel citaten zowel in de hoofdtekst en dan ook nog weer in grote en kleine letters en vele onder aan de pagina. Dat geeft veel lezenswaardigs en er zou een boeiende reeks citaten, bijna aforismen, samen te stellen zijn.
De titel heeft iets bescheidens, iets aarzelends: dichterbij. Niet bij of zelfs middenin het Geheim. Dat moet rechtzinnige lezers wel aanspreken. Hoe groot is Hij immers van wie de Schrift ons spreekt?
Mij trof in Barnard de eerbied voor de Naam, de eerbied in de omgang met de Schriften. Het gedrevene van een vaak twijfelende zoeker, die zich gevonden weet en daarom het zoeken niet laten kan. Er vaart een verlangen door veel heen wat hij schrijft naar de tijd dat de humaniteit de mensheid geheel in zijn greep heeft. Verlangen, heimwee, hoop, dat alles doet zingen en zuchten. En daar heb je elkaar, daar heb je de gemeente bij nodig. Er is verscheidenheid in de kerk. Barnard zal in een bondsgemeente niet gevraagd worden en ik zou me onwennig voelen als ik in een liturgische dienst zou mogen voorgaan. De eerbied en het respect voor het Geheim geeft toch verwantschap.
N.a.v. dr. A. F. Troost: Dichter bij het Geheim - Leven en werk van Willem Barnard/Guillaume van der Graft, ultg. Boekencentrum, 391 blz., f49, 90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 1998
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 1998
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's