De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

De algemene genade VII

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De algemene genade VII

7 minuten leestijd

In de laatste artikelen, die wij over de algemene genade willen schrijven, betreden wij een zeer bijzonder terrein. Tot dusver hebben wij gezien, dat de Heere op aarde aan alle schepselen wèl doet. Hij geeft hun brood en kleding, onderdak. Al is het waar dat de algemene genade zich soms kan terugtrekken. In de plaats des verderfs wordt de algemene genade in het geheel niet meer geschonken.

Nu hebben wij nog te spreken over een bijzondere weldaad, die God bewijst aan mensen, die leven op het erf van het Verbond der genade, maar bij wie het helaas nooit gekomen is tot inwilliging van dat Verbond.  Zij hebben het woord des Heeren verworpen. En toch komt de Heere tot hen met de prediking van het woord.

Wij moeten, dat is goed gereformeerd, durven spreken over genade bewezen aan de verworpenen binnen de kerk. Het is echter nodig, dat wij dit doen met eerbiedige huivering. Er wordt in onze tijd door velen zo onbewogen over verkiezing en verwerping gesproken, dat je er koud van wordt. Men heeft het over de verborgenheden Gods, zegt, dat er mensen verkoren zijn, dat er mensen verworpen zijn... en inmiddels drinkt men rustig zijn kopje koffie. Calvijn deed dat niet. Hij heeft het over het decretum horribile. Het is, zo wilde hij daarmee zeggen, een besluit waarover slechts met diepe eerbied en ontzag kan worden gesproken.

De algemene genade, die de Heere in het midden der Gemeente bewijst ook aan degenen die niet geloven of tot het ware geloof zullen komen, noemt men vaak het algemeen welmenend aanbod der genade. Men wil daarmee zeggen dat de Heere in de prediking van het woord Zijn genade aanbiedt. Het zal aanstonds blijken, dat wij met deze uitdrukking zeer voorzichtig moeten zijn. Persoonlijk ben ik er niet gelukkig mee. Toch is het te verstaan, dat velen deze uitdrukking gebruiken. Er dreigt in onze kringen het gevaar van de valse lijdelijkheid. Dat was niet alleen vroeger zo, deze houding wordt ook vandaag nog gevonden. Het is goed en schriftuurlijk, dat wij belijden dat het ware geloof van a tot z een gave Gods is, een vrije gave. En dat niet uit u het is Gods gave ... zo staat het te lezen in Efeze 2. Maar nu kunnen wij zover komen dat wij de Heere de schuld geven van onze onbekeerlijkheid. Hoeveel ouderlingen en predikanten hebben het bij bezoeken in hun Gemeente niet gehoord, dat de Heere de schuld krijgt van de houding, die men tegenover Zijn Woord inneemt. Men komt, om een voorbeeld te gebruiken, bij een man op bezoek, die met geen stok naar de kerk te krijgen is. Hem wordt gezegd, dat dit toch niet goed is. Ga met ons en doe als wij zo klinkt de vermaning. Wat volgt dan vaak het antwoord: als God mij hebben wil, als ik onder het zegel van de verkiezing lig, kom ik er wel. Wil de Heere mij niet hebben, heeft Hij mij niet verkoren, dan baat de kerkgang mij toch niet. Dat is verschrikkelijke taal. Zo valt men al maar schuivende naar de rechter zijde, naar de ultra-orthodoxie, van de tafel en komt in het nihilisme terecht. Prof. Van Ruler heeft waarlijk niet te veel gezegd als hij in zijn laatste pennevrucht: 'Ultra-Gereformeerd en Vrijzinnig' ons daarop wijst. Veel predikanten hebben verdriet van deze houding en dat terecht en zo komt men er toe om in veel gevallen gedachtenloos te spreken over het algemeen welmenend aanbod der genade. Het is goed bedoeld. Wij mogen diegenen die dit woord graag bezigen zeker niet e.en ketterhoed op het hoofd zetten.

Toch geloof ik, dat wij deze term beter niet konden gebruiken. Een man als Kohlbrügge die zeer ruim en beslist het evangelie der vrije genade bracht aan de gebrokenen van hart, maakt in zijn werkje De taal Kanaans (Tolle lege... neem en lees dit werk. Het is goud waard. Het is vandaag de dag ook,  weer gemakkelijk te krijgen) — een opmerking die ons tot nadenken moet stemmen. In dit boekje voeren Vraag-vrij en Rechtuit een gesprek. Vraag-vrij stelt de vraag aan Recht-uit: Wilt gij mij tot mijne lering nog iets vertellen van hen met wie gij kennis hebt gemaakt, die u zeer gekweld hebben; en van wier gezelschap de Koning u gaande bevrijd heeft. En dan noemt Recht-uit een reeks van namen en heeft hij het ook over Meester Algemene-Aanbieding. Zeer scherp zegt hij van hem, dat deze de schapen wegjoeg en aan de wolven te eten gaf, totdat hij, zelf niet meer hebbende, door hen opgegeten werd. Dat is wel een uitdrukking om over na te denken. Het is zeer merkwaardig, dat hij deze figuur in een adem noemt met Meester Verdraagzaam en Meester zedelijke-Verbeteraar. Dit werkje brengt ons in de sfeer van de Christenreize van Bunyan. U vindt dit alles op bladzijde 88 van de door H. Veenman en Zonen op de markt gebrachte uitgave.

Het eerste bezwaar, dat wij tegen deze uitdrukking hebben schuilt in het bijvoeglijk naamwoord algemeen aanbod. Het is niet waar, dat de genade algemeen, dat wil zeggen aan allen zonder onderscheid wordt gepredikt. Daar zijn gezinnen in Nederland, plaatsen op de aarde waar de mensen nog nooit van het heil des Heeren hebben gehoord. Zij kennen de bijbel niet zij weten niet wat zonde en genade is. Daarom gaat het niet aan te spreken van het algemeen aanbod der genade. Maar dit mag ons niet lui maken.

Het feit, dat er velen zijn die nooit van het Evangelie hebben gehoord, onder de heidenen en helaas ook meer en meer in ons eigen land, die aan de kennis van het Woord ontzinken, wijst de kerk op haar taak. Het doet ons goed te vernemen, dat de gereformeerde groepen in onze Kerk deze taak meer en meer verstaan. Dat moet ook. Zij hebben er op uit te gaan om hen, die zonder kennis van Christus om zouden komen, het Woord Gods te brengen. Zij hebben te werken, voor de arbeid der zending. Zij hebben te offeren voor dat doel. En met goedkope kritjek op het werk van onze G.Z.B, doen wij niet mee. Het is de taak van de ouders hun kinderen aan te sporen om zich te geven aan het werk der zending. Wij hebben dienaren des Woords, onderwijzers, doktoren, taalgeleerden, verpleegsters, enz. hard nodig. Ga dan heen in de gehele wereld... Ook het werk van de inwendige zending vergeten wij niet. De kerk heeft zich te haasten om het Woord Gods overal te doen prediken.

Het is voor mij de vraag of wij het woord aanbod zonder meer wel mogen gebruiken. In de Bijbel komt het niet voor. Bij Calvijn ontmoeten wij het een enkele keer. In de belijdenis van onze kerk komt het ook niet veel voor. De Erskines gebruiken het wel, maar doen dat zeer kritisch. Het woord aanbod is mij te vrijblijvend. In een van de vorige artikelen, toen het ging over de algemene genade buiten de Kerk, heb ik daar reeds op gewezen. Dit geldt des te meer nu wij het hebben over de algemene genade op het erf van het verbond. Op mijn schrijftafel ligt een catalogus van een boekhandelaar. Hij biedt mij bepaalde boeken aan. Dit boek en dat boek. De prijs bedraagt zoveel. Niemand kan het mij kwalijk nemen als ik geen van deze boeken wens te kopen. In artikel 4 werd het beeld gebruikt van een invitatie u door uw buren gedaan, om een avondje bij hen door te brengen. Wie mag u er zuur om aan zien als u verhinderd bent. Wij kunnen ook denken aan een taartje, een glaasje wijn, dat u op een receptie wordt aangeboden. U hebt het volle recht om te zeggen: Dank u wel, ik maak er geen gebruik van. Misschien is deze weigering wel goed voor u. Niemand kan het u kwalijk nemen. Met de prediking van het Woord staan de zaken er heel anders voor. Wee mij als ik zeg dat ik niet wil, dat ik er een andere mening op na houd. Iemand heeft eens gezegd, dat het woord aanbod te vriendelijk is. De hoge Majesteit van de eeuwige God klinkt er niet in door.

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De algemene genade VII

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's