Gods volk in het hart zien

(overwegingen bij een gebed van Spurgeon)

Uit het hart des mensen...

'Gods volk in het hart zien.' Zijn wij in het mensenhart niet spoedig uitgekeken? Zijn we over het aanzien en inzien van dat hart niet weldra uitgesproken? Immers de Heilige Israels zegt Zelf bij monde van de profeet Jeremia: 'Arglistig is het hart meer dan enig ding. Ja, dodelijk is het. Wie zal het kennen?'

Let wel, dit zijn profetische Godswoorden met 'een ijzeren griffie, met de punt eens diamants' geschreven.

Gods volk in het hart zien? Afzichtelijk! Toeschouwer zijn van 'een vuile bron van wanbedrijven? ' Weinig verheffend en nog minder hoopgevend!

Zullen we dan maar géén blik in het hart van een ander slaan? Zullen we onze ogen neerslaan en ons gezicht afwenden? We hebben toch al genoeg aan ons eigen hart! Dat laatste mag waar zijn. En het is waar. Nochtans mogen wij de Heere hartelijk dankbaar zijn dat Hij ons in Zijn Woord toestaat om Zijn kinderen in het hart te zien. Wat denkt u van het boek der psalmen? Hoe gedacht over de gebeden der heiligen uit Oude en Nieuwe Testament? Wat toont de Bijbel ons vele geopende harten, door de Heere Zelf ontgrendeld. Rijke, hartroerende, diepe gebeden.

Davids hart is dé grote Schriftuurlijke blikvanger. Laat ons even, vele eeuwen later, in Davids hart blikken. De Heere Zelf geeft ons toestemming. Psalm 51 is een bekend gebed. Echter bekend is nog niet gekend! 'Schep mij een rein hart o God en vernieuw in het binnenste van mij een vaste geest.' Gods volk in het hart zien. Davids hart heeft last van Davids hart. Maar wacht eens, David is nog niet uitgebeden; door het 'nochtans' van het geloof klinkt vanuit datzelfde hart: 'O God, Gij God mijns heils!' Wie een echte bidder in het hart ziet, ziet ten diepste God in Zijn hart; 'God mijns heils'.

Een open hart

Deze aanloop was echt wel nodig. Dit bijbelse startpunt was hoogst noodzakelijk. Nodig ter bezinning op de vraag of overgeleverde, door anderen uitgesproken gebeden geoorloofd zijn.

Meestentijds zijn wij voor deze geopende harten niet zo geporteerd. Immers gebeden zijn naar hun aard zo intens gevoelig en teer. Zo tijd- en persoonsgebonden.

'Hij (s)preekt nadat hij gestorven is', wil er bij ons nog wel in, getuige de vele prekenbundels die ons uit het voorbije voorgeslacht zijn overgeleverd. Maar, 'hij bidt nadat hij gestorven is'? Kan dat? Mag dat? Onze schroom is groot. Met recht.

En toch, dat psalmboek dan, dat gebedenboek bij uitstek dat de Heere Zelf ons heeft nagelaten? Die vele geopende harten der heiligen dan, die de Heere ons in Zijn Woord toont? Ongeoorloofd? Neen toch? ! Wij kennen onze godvruchtige voorgangers vaak slechts uit hun preken. De gebeden die van hen bekend zijn, mogen schaars heten. Toch mogen we dankbaar melding maken van gebeden van groten uit het Koninkrijk Gods, die ons zijn overgebleven. Ik denk - om er slechts enkele te noemen - aan de geopende harten van Augustinus, Luther en Calvijn. Klare hartetaal voortkomend uit en gericht op een ruimhartig God. Van C. H. Spurgeon is bekend dat hij bezwaar aantekende wanneer men zijn gebeden in steno noteerde. Bedenkingen vanwege de heiligheid, de ernst, de intimiteit en de eenmaligheid. Toch mag het nageslacht van de prins der predikers zich gelukkig prijzen dat er hier en daar gebeden van hem zijn overgebleven.

Toen D. L. Moody in Amerika terugkeerde na zijn eerste bezoek aan Engeland, werd hem gevraagd: 'Hebt u Spurgeon ook horen preken? ' Hij antwoordde: 'Jazeker, maar wat meer is, ik heb hem horen bidden!'

Wie Spurgeon enigszins wil leren kennen, kan ruimschoots terecht in zijn honderden preken die in Gods voorzienigheid ons zijn nagelaten. Echter het merg en de pit van zijn theologisch denken en zijn geestelijk voelen, de kern van zijn gedreven spreken, vinden we krachtig vervat in zijn gebeden. Een van deze gebeden wil ik u doorgeven. Denkend aan zijn wens is het met schroom. Ziende op de Schrift is het met vrijmoedigheid. Een Schriftgebonden gebed overstijgt alle tijden, talen en tongen. Een bede ontspringend uit de Bron blijft altijd vers en helder water geven. Klaar en fris voor alle tijden. Ook en vooral voor vandaag.

Een prediker bidt

O God red Uw volk! Red Uw volk! Wat hebt Gij Uw dienstknecht een zware en verantwoordelijke last opgelegd. O Heere die last is voor zo'n kind veel te zwaar. Sta Gij hem bij! Geef door Uw genade dat hij zich naar behoren van zijn last zal ontdoen.

O Heere laat Uw knecht het toch eerlijk belijden dat de gebeden die hij opzendt voor de zielen van Zijn volk niet ernstig genoeg zijn. Doe hem toch bekennen dat hij in zijn prediking al te vaak vuur, kracht en ware liefde voor mensenzielen mist.

Maar laat Gij o Heere de hoorders toch niet verloren gaan vanwege de zonde van de prediker. O roei de kudde niet uit vanwege de ongerechtigheid van de herder. Heb medelijden met hen. Lieve Heere ontferm U over hen.

O Heere wees hen genadig.

Vader, sommigen onder hen bekommeren zich niet eens over zichzelf. Hoe hebben we met inspanning van alle krachten tót hen gepredikt.

O God, Gij weet dat ik niet lieg. Hoe heb ik voor hun behoud geworsteld. Maar het hart is zo hard dat een mens het onmogelijk kan doen smelten. En de ziel is als ijzer, zodat vlees en bloed die nooit week kunnen maken. O God van Israël, dat Gij alleen redden kunt is de hoop en het vertrouwen van Uw knecht. Hij kan het niet, maar Gij Heere kunt het.

Zij willen niet komen, maar Gij kunt hen gewillig maken op de dag Uwer heirkracht. Zij willen niet tot U komen, opdat zij leven hebben, maar Gij kunt hen trekken zij zullen U nalopen.

Zij kunnen niet komen, maar Gij kunt hen kracht geven om te komen.

Hoewel Gij gezegd hebt dat 'niemand tot U kan komen, tenzij de Vader hem trekke', hebt Gij slechts te trekken en hij komt! O Heere Gij hebt Uw knecht weer een jaar geschonken waarin hij mocht prediken. Gij weet hoe! Uw knecht legt het alles voor U neer.

Maar nu, o Heere, wij smeken U, zegen Uw volk.

Laat onze gemeente, Uw gemeente in eendracht verbonden zijn. Moge er deze avond een nieuw tijdperk van gebed aanbreken. Dit volk is een biddend volk - geloofd zij Uw Naam - zij bidden van ganser harte voor hun predikant. O Heere maak hen nog ernstiger in hun gebed. Geef dat zij meer dan ooit in de gebeden zullen worstelen. Geef dat zij Uw troon zullen bestormen totdat Gij Jeruzalem stelt tot een lof op aarde. Maar Vader, wij wenen niet vanwege Uw Kerk. Wij zuchten niet vanwege Uw Gemeente. Wij zuchten en wenen om de wereld.

O getrouwe Belover, Gij hebt Uw Zoon toch niet beloofd dat Hij tevergeefs zou sterven? Wij smeken U geef Hem zielen, opdat Hij Zich bovenmate verheugen mag. Hebt Gij niet beloofd dat Gij Uw Kerk zoudt vermeerderen?

O vermeerder haar! Vermeerder haar! Hebt Gij niet beloofd dat Uw dienaren niet tevergeefs zullen arbeiden? Gij hebt immers Zelf gezegd: 'gelijk de regen en de sneeuw van de hemel nederdaalt en derwaarts niet wederkeert, maaar doorvochtigt de aarde... alzo zal Uw Woord zijn, het zal niet ledig tot u wederkeren'.

Laat Uw Woord vanavond niet ledig wederkeren. Laat Uw knecht met vurige ernst en met een liefdevol hart voor zijn Zaligmaker en voor mensenzielen nog eens te meer het heerlijk Evangelie van de gezegende God prediken. Kom Heilige Geest. Zonder U kunnen wij niets. Grote Geest Gods wij doen een ernstig en indringend beroep op Uw bijstand.

Gij Geest Die rustte op Abraham, Izak en Jakob. Gij die in nachtgezichten tot mensen sprak. Geest der profeten. Geest der apostelen. Geest der Kerk. Wilt Gij hedenavond onze Geest zijn, opdat de aarde beve, opdat zielen Uw Woord mogen horen en opdat alle vlees tezamen zich verheuge en Uw Naam love!

U Vader, Zoon en Heilige Geest, U geduchte Majesteit zij eeuwig lof en eer. Amen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen