De asielzoeker in ons midden
Gejaagd uit je land,
van alles beroofd,
door ieder verlaten,
geen dak boven 't hoofd.
Altijd maar lopen,
nergens een plek,
ver weg van huis,
ver weg van je stek.
Je leeft in een hut,
en soms in een tent,
zonder een naam,
wie weet wie je bent?
Verloren de moed,
kun je nog hopen?
Terug kan niet meer.
verder maar lopen.
Altijd maar verder,
verlangend naar huis,
nergens echt veilig,
nergens echt thuis.
Altijd maar verder,
nergens voorgoed,
't Is eigenlijk geen leven
als je vluchten moet.
Asielzoekers, toevluchtzoekers
Een indringend gedicht. Je zou het meerdere keren moeten lezen om de diepte ervan goed te kunnen peilen. Hier is een asielzoeker aan het woord. Wat is dat voor iemand? Asiel is de vertaling van het woord 'toevlucht'. In de bijbel komen we het al tegen in o.a. psalm 46 en psalm 91. God is een toevlucht, lezen we in psalm 46 : 2. Letterlijk staat hier een 'asyl'. In de bijbel komen we heel wat zogenaamde 'asielzoekers' tegen. Mensen die een toevlucht zoeken. Een plek zoeken om te leven, een ruimte zoeken, waar je veilig bent, beschermd. David is zo iemand. Een mens, die steeds weer achterna gezeten wordt. Merkwaardig eigenlijk. Je zou denken: 'Wat zou zo'n man nu toch kunnen overkomen?' Van hem wordt immers gezegd, dat hij een man is naar Gods hart, d.w.z. David behoort God toe. God heeft David uitgekozen en hem een speciale taak en opdracht gegeven, namelijk het koningschap.
Voordat David echter tot dat koningschap kwam, heeft hij heel wat omzwervingen en vluchtwegen moeten gaan. Dan weer was hij omringd door een leger van vijanden en voelde hij hun hete adem in de nek (ps. 56). Dan weer had hij zijn verblijf in een spelonk (ps. 57).
David komt ook nog in een complot terecht, waar nota bene z'n eigen zoon Absalom aan meedoet. Vluchten en rap ook voor je zoon! (Ps. 3) Het zit hem dus aan alle kanten niet mee!
Veel omwegen
Blijkbaar is het niet eenvoudig om in het leven een ideaal of het ideale te bereiken. 't Lijkt of velen daar op de een of andere manier geweldig voor moeten knokken en vechten.
Men moet blijkbaar door een diep dal gaan – zoals op dit moment ook heel veel mensen in Rwanda, Bosnië of Somalië – om de bestemming te bereiken, het doel te halen, een menswaardig bestaan te kunnen leiden. De weg van David was een weg met heel veel beproevingen.
Een reis met heel veel beproevingen was er ook voor het volk Israël, toen zij wegtrok uit de slavernij van Egypte naar het beloofde land. En reken maar dat dit volk wat heeft moeten meemaken voor en tijdens die uittocht. Eerst al die plagen in dat vreemde land verwerken. Telkens maar koffers inpakken en koffers uitpakken en weer niet wegtrekken. Vervolgens al die extra slagen verwerken van vernedering en pijn. Nog meer stenen bakken, nog meer leed meemaken. En dan uiteindelijk de tocht door de woestijn. Wat een moeilijke, soms onbegaanbare (vlucht)weg!
We volgen een andere asielzoeker. Een bekende persoonlijkheid. Zeer intelligent, keurige verschijning. Iemand van goede komaf. Een prins. Het is Mozes, de man Gods. Vanwege een moord moet Mozes vluchten. Heel opvallend is het dan te lezen, dat Mozes door Jethro in het voor hem vreemde land Midian zo gastvrij ontvangen wordt. Mozes gaat zelfs deel uitmaken van de familie door een huwelijk en Jethro wordt zijn schoonvader.
Al bladerend door de bijbel komen we nog heel wat zgn. 'asielzoekers' tegen en wat dan opvalt is, dat al deze mensen zo gastvrij worden ontvangen. Ik denk aan de geschiedenis van Naomi en Ruth. Alles verlaten, niets hebben en op weg gaan naar een onbekend land. En dan een gastvrij onthaal, iemand toelaten op jouw akker en zelfs voor die vreemde mensen nog iets extra's laten vallen ook! Grote daden van barmhartigheid en gerechtigheid.
Er was nog een 'asielzoeker'. Hij had nergens een plek om Zijn hoofd op neer te leggen. Al vroeg moest Hij als kind vluchten voor de dood. Hij werd achterna gezeten door die wrede Herodes. Jezus moet vluchten naar Egypte. Naar een land met een heel andere cultuur, een heel andere taal…
Waarom gastvrijheid?
Wat zit er nu eigenlijk precies achter die ruimhartige gastvrijheid bij Israël?
In Exodus 22 : 21 lezen we het gebod van God: 'Gij zult een vreemdeling niet onderdrukken, gij zult hem niet in het nauw drijven'. Waarom niet? Het antwoord is klip en klaar: 'Want gij zijt vreemdelingen geweest in het land Egypte. Met andere woorden: wie kan beter begrijpen wat het is om een vreemdeling te zijn, dan Israël zelf? Zij hebben het aan den lijve ervaren. Voor de Heere is er geen onderscheid tussen blank en zwart, allochtonen of autochtonen, rijken en armen. De wet in Deuteronomium geeft een geweldige bescherming aan de vreemdeling. Het gaat om een naaste op gelijkwaardig niveau, niet meer, niet minder. En die naaste nu liefhebben als je zelf, dat is niet zo eenvoudig, maar wel geboden!
En wie de geboden doet, zal sjalom ervaren.
Vanuit het Oude Testament kunnen we leren, dat wij – hier in het welvarende westen – dienen te beseffen, geen vaste woonof verblijfplaats te hebben. Dat we maar 'huurders' zijn van de Heere God, rentmeesters! Geroepen om te bouwen en te bewaren en vooral ook te delen met anderen. Ruimte te scheppen voor onze naasten dichtbij en veraf, die vanwege vervolging, verdrukking, oorlogsleed of honger het in eigen land voorgoed of tijdelijk niet meer kunnen uithouden.
Dat we geen rechten kunnen claimen en ook niet kunnen zeggen, dat de plaats waarop wij wonen onze 'eigen plaats' is. Het is allemaal gegeven goed. Gegeven door de Heere. Laten we bedenken, dat we hier op deze aarde in wezen ook maar vreemdelingen zijn en bijwoners en dat we als het goed is op zoek zijn naar de toekomstige stad, het nieuwe Jeruzalem. Laten we onze tentpinnen hier maar niet zo vast in de grond steken! Wat vergeet je anders gauw, dat we hier geen blijvende stad hebben! We hebben het immers toch best? Als christen past het niet te zeggen: 'alle Turken en Marokkanen het land uit' en 'Nederland is voor de Nederlanders', of zoals sommige Duitsers het uitdrukken: 'Ausländer raus!'
Natuurlijk moeten er regels zijn, een goede en ordelijke opvang. Natuurlijk kan niet zomaar iedereen hier opgevangen worden. Er moeten gegronde redenen zijn. Maar als zij dan worden toegelaten, geldt ook vandaag het woord uit Leviticus 19 : 34: 'Wanneer een vreemdeling bij u in uw land vertoeft, zult gij hem niet onderdrukken. Als een geboren volksgenoot zal de vreemdeling gelden, die bij u vertoeft. Gij zult hem liefhebben als uzelf.'
Bescherming
Drie regels kenmerken in Israël de bescherming voor de vreemdeling:
1. Het houden van de rustdag, ook voor de vreemdeling in de poorten. Dit is van geweldige sociale betekenis geweest in Israël. Het met elkaar samen leven.
2. Vervolgens moet bij de oogst voldoende achtergelaten worden voor de wees, de weduwe en de vreemdeling.
3. Een derde bepaling is, dat er een gedeelte van een stuk land bestemd is om afgemaaid, geoogst te worden voor de armen en de vreemdelingen.
Wat we hier nu allemaal van kunnen leren? Dat we iets gaan begrijpen van wat God bedoelt met Zijn gerechtigheid voor mensen, ook voor allochtonen. God wil niets liever dan dat ieder mens tot zijn of haar bestemming komt, als schepsel Gods recht gedaan wordt. Niemand is immers doelloos geschapen?
Zo kwam David na heel veel omzwervingen tot zijn bestemming als Koning van Israël. Zo kwam Israël tot zijn bestemming in het beloofde land Kanaän, na Egypte en veertig jaar woestijn.
Zo werd Mozes toch weer na vele jaren van verblijf in het vreemde land Midian, de leider van Gods volk, kwam de Messias uit het geslacht van Ruth en Boaz. Zo gaat de Heere nu een weg met mensen. Vaak via allerlei omwegen, vluchtwegen en wegen van diepe duisternis om toch uiteindelijk wel de bestemming, het einddoel te bereiken! Een weg zoals God het bedoelt.
Zo ging ook de Heiland uiteindelijk toch na veel verzoekingen de weg van het kruis!
Gastvrijheid vandaag
De zorg om de vreemdeling bij het volk lisraël dient vandaag bij ons niet minder te zijn. Ook al kunnen wij de situatie van toen en nu niet met elkaar vergelijken en ook niet zomaar is-gelijk-tekens plaatsen.
God schakelt evenwel ook vandaag mensen en overheden in om daadwerkelijk gastvrij te zijn, voor opvang te zorgen, te helpen daar waar geen helper is. Voorzichtigheid is geboden als het gaat om de vraag of de overheid een ruim of krap toelatingsbeleid moet voeren. Er kunnen immers onwetend engelen worden geherbergd! Kunnen wij de weg van de Heere hier werkelijk doorgronden en peilen? De naaste daadwerkelijk met hart en ziel liefhebben is een bijbelse opdracht en dat geldt ook voor de in ons land toegelaten asielzoekers. Een diaconaal criterium om het Koninkrijk van God te beërven is o.a. het herbergen van vreemdelingen (Matth. 25 : 35). Is er vanuit uw gemeente al eens een bezoek gebracht aan asielzoekers in uw woonplaats of een bloemetje gebracht namens de kerk bij nieuw ingekomen allochtonen? Wellicht een Spaanse bijbel aangeboden of een uitnodiging gebracht voor een kerkdienst? Gaat er van ons getuigenis uit? Geldt ook hier: Wij hebben een (hèt) Woord voor de wereld'? In deze tijd, het kerstevangelie?
De buitenlanders zijn hopelijk toch niet alleen goed genoeg voor onze bazar en kerkpleinmarkten?
Hoe zit dat nu eigenlijk praktisch met die opvang in ons land?
We gaan in een volgend artikel daarop nader in.
A. Peters, Barneveld
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1994
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1994
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's