Perspectief voor geloofsopwekking (2)
Ruimte
Hoezeer wij mensen in het geloof en zeker inzake een geloofsopwekking ook onze eigen verantwoordelijkheid hebben, nooit moeten we ons verbeelden dat God genade betoont omwille van ons. Hij doet het altijd en uitsluitend omwille van Zijn heilige Naam. Dat is aan de ene kant weliswaar diep vernederend voor ons. Aan de andere kant mag het ons uitermate verheugen en brengen tot lofzegging aan de Heere. Want nu is er uitzicht en mogen we vertrouwen dat het helemaal terecht komt. Nu wij met onze inbreng geheel wegvallen, blijft de Heere alleen over en daarom blijft er ruimte over. Geen karige ruimte, maar wijds als een wenkend panorama. Zo groot de Naam des Heeren is, zo groot is ook de ruimte van Zijn reddend handelen. We mogen daarom grote dingen van deze grote Naam verwachten en er ook met vertrouwen naar uitzien.
De Naam is garantie
Dat God Zijn genade bewijst enkel omwille van Zijn heilige Naam, is de meest solide garantie voor alle denkbare heil. Want de Naam van God is niet los te maken van God Zelf. Zijn Naam dekt Zijn Wezen. In Zijn Naam drukt Hij Zichzelf uit, zegt Hij Wie Hij is.
Bovendien geeft Zijn Naam te kennen dat Hij Zich bekendgemaakt heeft. Gods Naam duidt Zijn openbaring aan. Door Zijn Naam te noemen heeft God Zich aan ons te kennen gegeven, heeft Hij Zich in gunst en liefde naar ons toegewend.
Gods Naam is daarom ook boordevol beloften van genade en ontferming. Vandaar dat alle genadebeloften van de bijbel heenwijzen naar die Naam. Tegelijk vinden die beloften hun fundament in die Naam. Dank zij de Naam des Heeren zijn Gods beloften geen holle klanken, maar vol van daadkracht. Gelet op de Naam des Heeren mogen we geloven dat de beloften van het evangelie ervoor zullen zorgen dat een geloofsopwekking bij wijze van spreken gewoonweg niet is tegen te houden. Alle tegenkrachten van zonde en satan die een geloofsopwekking willen blokkeren, hebben geen inbreng. Ze stellen niets voor. Ze hoeven ons dan ook niet in de put te duwen. Moedeloosheid mag van ons afvallen als een blad van de boom. Daarentegen mogen juichtonen ons vervullen. We mogen bij voorbaat de Heere reeds loven en prijzen voor een komende geloofsopwekking, want Zijn grote Naam maakt Zijn lof wakker in ons hart en doet het over onze lippen komen. Nog voor de opwekking er is, prijzen we Hem ervoor, zoals de Israëlieten indertijd reeds juichten voordat de muren van Jericho vielen. Die muren vielen daarom ten diepste ook niet door het geloof als akte van de Israëlieten, maar door de naam des Heeren als inhoud van het geloof Het is de Naam des Heeren die garandeert dat muren vallen en Jericho's worden ingenomen. Welke blokkade zal dan nog in staat zijn om een geloofsopwekking tegen te houden?
De Naam concreet in Jezus
Dat de Naam van God geopenbaard is in de bijbel en daarom in de beloften van het evangelie, hangt hiermee samen, dat Jezus Christus de diepste en tegelijk hoogste openbaring is van de Naam. In Jezus Christus heeft de Heere met eerbied gesproken 'het achterste van zijn tong' laten zien. Want het Woord is vlees geworden. Daarom zien we in de kribbe en aan het kruis de Naam des Heeren het allermeeste schitteren als een kostbare diamant. Dat God boordevol zondaarsliefde is en niets liever wil dan Zijn genade op royale wijze wegschenken in een geloofsopwekking, treedt zonneklaar aan het licht in de Heere Jezus. Lettend op Christus mag bij ons elke twijfel verdwijnen inzake Gods bereidheid tot een geloofsopwekking. Dat God het doet omwille van Zijn heilige Naam, brengen we daarom uitmuntend onder woorden, wanneer we ons gebed telkens besluiten met de woorden 'om Jezus' wil, amen'. Ziende op Jezus, wordt een geloofsopwekking een levende werkelijkheid, waar we zelfs niet meer omheen kunnen. Immers, één glimp slechts van Zijn zondaarsliefde door het geloof opgevangen, doet ons zozeer opveren dat we duizend en meer mogelijkheden zien van genade, zelfs voor de meest hopeloze gevallen. Bergen van bezwaren en onmogelijkheden worden in de zee geworpen. Er blijven slechts vlakke velden over met onmetelijke vergezichten voor geloofsopwekking. Want de Naam des Heeren in Christus geopenbaard, opent wijde verten voor het oog des geloofs.
De Naam in het verbond
De openbaring van de Naam des Heeren heeft ook alles met het verbond te maken. Want die Naam is uitdrukking van het verbond en de inhoud ervan. En verbond wil zeggen dat God het initiatief heeft genomen om in deze aardse werkelijkheid reddend om te zien naar verloren mensen. Ongevraagd heeft Hij in Christus Zijn reddende hand naar ons uitgestoken. Ongevraagd heeft Hij in Christus een genadige relatie met ons willen aangaan. Ongevraagd heeft Hij ons Zijn ja-woord gegeven. Ongevraagd heeft Hij ons zijn trouw toegezegd.
O zeker, aan het verbond zit ook een andere zijde, namelijk dat wij zullen reageren in gelovige verbondsgehoorzaamheid. Doch allereerst vertelt het verbond ons van het handelen van God. En dat is onvoorwaardelijk handelen. God vraagt geen voorwaarden van ons, want wij kunnen aan geen voorwaarden voldoen. Hooguit zouden we kunnen zeggen dat Hij voorwaarden van ons vraagt die Hij Zelf gaat vervullen. Daarom maakt het verbond ons bekend dat God als Eerste en als Enige over de brug is gekomen en ook bereid is altijd weer opnieuw over de brug te komen. Zijn Naam is: 'Ik zal zijn die Ik zijn zal' en dat maakt ons helemaal gerust inzake een geloofsopwekking. In die verbonds-Naam is alles ruimschoots aanwezig, dat ons vrolijk uitzicht kan geven op elan voor het geloof. Wanneer die Naam vaardig gaat worden over de kerk en daarin over de akker der wereld, dan gaat er wat gebeuren. Niemand zal het tegen kunnen houden. Alle onmogelijkheden smelten weg als sneeuw voor de zon. Want Hij Die deze Naam draagt heeft maar te spreken en het is er, te gebieden en het staat er. Hij roept de dingen die niet zijn alsof ze waren. En Hij laat niet los de werken van Zijn handen. Want Hij is getrouw. Als de getrouwe verbonds-God maakt Hij af waaraan Hij begon. Zijn Naam doet niet anders verwachten. God blijft Zijn Naam hooghouden. Zijn eer is er immers mee gemoeid. En die eer gaat Hem meer dan ooit ter harte. Niemand heeft meer belang bij zijn eer, dan de Heere Zelf. Als jaloers God ijvert Hij voor Zijn zaak en voor de heiliging van Zijn Naam. God wil dat die Naam gaat schitteren en glanzen. Zou een geloofsopwekking dan nog kunnen uitblijven? Geprezen zij die Naam.
R. H. Kieskamp, Leerdam
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1994
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1994
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's