De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Als verdeeldheid dreigt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als verdeeldheid dreigt

Meditatie: Nehemia 5:19

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo op het eerste gezicht lezen we hier een vreemd gebed. Wie had nu zoiets van Nehemia gedacht? Komt hij met zijn goede gedrag? Is hij dan toch een met zichzelf ingenomen mens?

Gedenk mijner, mijn God, ten goede, om alles wat ik aan dit volk gedaan heb.

O ppervlakkige lezing zou ons dat kunnen doen denken. En wie zichzelf een beetje heeft leren kennen, weet dat we zelfs in onze gebeden onszelf nog op het oog kunnen hebben. Maar hebben we Nehemia dan zo leren kennen? Ik dacht het niet. In werkelijkheid is dit een ootmoedig gebed. Hij dankt niet, maar hij bidt. Een gebed van een klein, afhankelijk mens, die achterom en om zich heen ziet. Ziende op de groeiende tegenstand, vreest hij dat zijn werk op niets zal uitlopen.

Wat is er aan de hand? Opnieuw loopt het werk aan de muren van Jeruzalem gevaar. Kwam de dreiging tot nu toe van buitenaf, dit keer zit de vijand binnen de muren: er heerst verdeeldheid onder de bouwers. De moeilijke tijden hebben een gedeelte van het volk in problemen gebracht. Ze zagen zich genoodzaakt akkers en huizen te verpanden. Anderen hebben zelfs hun kinderen tot slaaf of slavin moeten verkopen om de verschuldigde belasting te kunnen betalen. Het andere deel van het volk zit er intussen warmpjes bij. Wat een onrecht. Samen bouwen aan de muren van Jeruzalem maar geen solidariteit, geen helpende hand in de richting van de allerarmsten. En dat terwijl Gods gebod daar toch duidelijk in is (Lev.25:39 en Deut.15:7-8).

Om de heidenen

Waarom is het zo belangrijk dat het volk op een broederlijke en barmhartige wijze met elkaar omgaat? ‘… om de versmading der heidenen, onze vijanden’. Nehemia wijst de Joden erop dat ze de heidenen, de vijanden geen gelegenheid moeten geven tot hoon en spot. ‘Besef toch, ’ zegt Nehemia, ‘dat wij in een glazen huis wonen. En, wat nog veel erger is, als ze zien hoe liefdeloos wij met elkaar omgaan, wordt de Naam van onze God onteerd. Laten we toch wandelen in de vreze des Heeren. Daar gaat wat van uit!’

Nu is Nehemia niet iemand die iets van anderen vraagt en zich daar zelf niet aan houdt. Hij is zich ervan bewust dat hij een voorbeeld dient te zijn voor het volk. Vanwege dezelfde vreze des Heeren in het hart (5:15c). En dan noemt Nehemia allerlei dingen waar hij vrijwillig van heeft afgezien. Geen extra geld, wijn en koren voor zichzelf, zoals de andere landvoogden vóór hem opeisten. Hij heeft net als de anderen gewoon meegewerkt aan de muur. Bovendien heeft hij 150 man dagelijks te eten gegeven.

Meer dan Nehemia

Wat zien we in Nehemia het beeld van Christus oprijzen. Nehemia gaf veel op, maar Christus gaf alles. Hij verliet vrijwillig de hemelse heerlijkheid. Hij kwam als dienstknecht naar deze aarde om te lijden en te sterven. Zo werd de schuld verzoend, de straf gedragen, de prijs betaald. Hij gaf Zichzelf, bracht het offer van Zijn leven.

Hij voedt ook zijn kinderen aan Zijn tafel. Wie zal dat ooit begrijpen? Nog veel meer dan Nehemia mag Hij bij Zijn Vader pleiten op zijn volbrachte Middelaarswerk. ‘Vader, Ik heb Mijn leven toch gegeven. Ik heb toch met Mijn bloed betaald. Laat het alles ten goede komen!’

Hier zie ik de hemelse voorbidder, de Parakleet. Later zal de apostel Johannes ervan schrijven: ‘En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige’ (1Joh.2:1b). Wat een troost!

Gedenk mijner

Zien we hoe persoonlijk Nehemia zijn God aanspreekt? ‘Mijn God.’ Enerzijds beseft hij wie hij van zichzelf is, anderzijds spreekt hij ook zo persoonlijk.

Nehemia bidt of God hem wil gedenken. ‘Heere, mag het werk dat gedaan is tot rijke zegen zijn.’ Dankzij Gods hulp is het tot op heden goed met de bouw van de muren gegaan, maar Nehemia houdt zijn hart vast. Wat een tegenwerking en groeiende weerstand. ‘Heere, laat het werk dat gedaan is toch niet voor niets geweest zijn. Laat het ten goede komen aan het volk. Laat het ten goede komen aan Uw eer!’ Later hoor ik diezelfde vraag uit de mond van de moordenaar aan het kruis: ‘Gedenk mijner…’ Zou zo’n gebed niet verhoord worden? Om Jezus’ wil wel!

HEER, door goedheid aangedreven, Zijt Gij mild in ’t schuld vergeven; Wie U aanroept in de nood, Vindt Uw gunst, oneindig groot. HEER, neem mijn gebed ter oren; Wil naar mijne smeking horen; Merk, naar Uw goedgunstigheên, Op de stem van mijn gebeên.

C. Boele

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Als verdeeldheid dreigt

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's