Financiën.

Wat was dat toch verleden week met dien aangeteekenden brief? Ge liet het voorkomen alsof ge een cadeautje van duizend gulden hadt gehad. Maar dat zal toch wel niet, anders hadt ge er wel meer drukte van gemaakt.

Nu, dat geloof ik ook wel. Och ik houd er van, mijn lezers van alles op de hoogte te houden en hen met alles wat mij als penningmeester verrast te laten medeleven. Ik kreeg dan onder het ontbijt het bericht dat er een aangeteekende brief voor mij was af te halen aan het postkantoor, met een aangegeven waarde van f 1000.—. Ik kon niet veizinnen van wien die moest komen. Niemand was mij die som schuldig. Dus, dat is voor het Leerstoelfonds. Dat kon niet anders. Ik was zoo in mijn schik dat ik vergat verder te ontbijten en spoedde mij naar het postkantoor om deze groote gift binnen te halen ... Och, och, wat een tegenvaller ... Wat bleek ? De drukker uit Maassluis zond mij alvast f 1000.— tot nadere afrekening van het ontvangen abonnementsgeld ! (Ik had toen uw gezicht wel eens willen zien penningmeester, zei me er een).

Nog onder de emotie van dezen slag moest ik mijn finantiëel verslag gaan schrijven, en daar ik u alles mededeel wilde ik U, waarde lezers ook dit niet onthouden,

Wij zullen dan maar hopen dat er weldra een andere aangeteekende brief zal komen, waarvan ik U den inhoud met letters van 1 C.M. kan mededeelen en mij dan eerst verheugen als ik mij van den inhoud heb overtuigd. Een mensch is toch maar nooit te oud om te leeren, ook in het ontvangen van briefjes van 1000.—. Het is maar jammer, dat men zoo weinig in de gelegenheid gesteld wordt, zich daarin te oefenen !

Wij stappen thans af van deze fantasieën en gaan over tot de werkelijkheid.

Aan één gulden in de hand heeft men toch meer dan aan 1000 in de lucht.

Nu die eene werd mij ter hand gesteld door br. J. Klaveren P.Jz. die hem gevonden had in het collectezakje van de Evangelisatie te Boskoop. En hij deed dat, schreef hij, met zeer veel genoegen. Wij danken hem voor de moeite en den gever tevens.

Alweer een Jongelingsvereeniging die wat gevoelt voor het Leerstoelfonds. Dat gaat uitstekend. Uit Delfshaven-Rotterdam van de Christ. Jongelingsvereeniging „Tot onderling nut en genoegen" een postwissel met een jaarlijksche bijdrage van f5, 00. Hartelijk dank. Welke vereeniging volgt er nu ?

Ge herinnert u nog wel dat ik u 14 dagen geleden berichtte dat er 2 Gulden zoek geraakt waren uit Alphen, die in de Paaschdagen in het zakje gedaan waren en niet bij mij aangeland.

Dat na onderzoek bleek, dat de Kerkvoogd aldaar, zoo aardig was geweest om die maar stilletjes te houden en te bestemmen voor een doel, waarvoor ze niet waren gegeven. Welnu die geschiedenis blijkt ten slotte geen verlies, maar een goede winst te hebben opgeleverd voor het Leerstoelfonds. Actie werkt altijd reactie, zoo ook hier. De onvriendelijke daad van den Kerkvoogd is onder de Gereformeerde leden van de Herv. Kerk te Alphen met verbazing en verontwaardiging vernomen, schreef men mij. Men wist wel dat Dr. de G. geen vriend was van de Gereformeerden maar dat het zoo ver ging dacht men niet. Het Leerstoelfonds zou er echter geen schade van hebben. Nu dat is wel gebleken. Een lezer van de „Waarheidsvriend" zond mij al direct f 2, 00 in plaats van de... en andere vrienden brachten nog f 10, 00 bij elkander naar aanleiding van deze handelwijze. Dat is dus f 12, 00. Ik zeg den vrienden hartelijk dank voor deze gaven.

Dergelijke ondervindingen kunnen soms medewerken tot nauwere aaneensluiting en aanleiding geven om meer dan voorheen te trachten de Geref. Waarheid ingang te doen vinden. Mocht dit ook hier het geval zijn dan zou uit dit verlies een dubbele winst geboren zijn.

Ook de contributie van 1910 ad f 10 werd mij tegelijk gezonden, benevens f 3.50 uit busje No. 110, gecollecteerd op de ledenvergadering, alles tezamen f25.50.

Per post inde ik nog f 18.40 aan contributie van leden van den Bond, en eindelijk ontving ik nog f 2.50 uit Delft met het volgende briefje: „Ditmaal was het niet een wonderlijke droom, die mij dreef tot deze zaak, maar wel dankbaarheid aan God voor het behoud onzer twee leeraren, in het besef onzer onwaardigheid. Ik zend u dan dit kleine bespaarde sommetje voor het belangrijke doel van het Leerstoelfonds. Achtend, N. N."

Eigenaardig, deze uiting van dankbaarheid over het feit, dat onze beide leeraren niet naar Dirksland en Hasselt zullen gaan, in den vorm van een gift aan het Leerstoelfonds. Zegt deze vorm niet tot die beide gemeenten: het gebrek dat er bestaat aan gereformeerde predikanten en dat ook thans door u wordt gevoeld, is als middel in Gods hand alleen weg te nemen door de opleiding van onze jonge mannen beter te verzorgen dan thans geschiedt. Dan zullen er meer gereformeerd onderlegde candidaten van de Universiteit komen en behoeven Gemeenten als deze en zooveel anderen niet telkens tevergeefs een beroep uit te brengen. Mogen weldra alle Gereformeerde Gemeenten, vacant of niet, dit gaan begrijpen en Kerkeraden en Kerkvoogdijen het voorbeeld geven om den aangewezen weg te volgen en bij te dragen aan het Fonds dat voor dit doel werd opgericht.

Delft, Brab. Turfmarkt 20.

De Penningmeester,

J. C. FLIEHE.

Correspondentie. De vorige opgave uit Montfoort was niet f 0.20 maar f 0.25.

Oude postz., Capsules, Zilverpapier.

Deze week mocht ik weder heel wat ontvangen. Er ging geen dag voorbij of er kwam een pakje. Dit vond ik erg prettig en ik dacht: als het blijft gaan zooals in de laatste paar weken, dan zal de penningmeester nog zijn zin krijgen van 2 X 70.

Ik ontving: Ie. van J. H. v. d. Beid te Hasselt een partij postz., capsules en zilverpapier.

2e. van W. B. te Acquoi bij Leerdam een pakket "met de drie soorten'; theelood van mej. A. V. V.; postz. en zilverpapicr van eenige jongelingen en jongedochters.

3e. van mej. B. Hoogenboom te Oud-Beijerland een partij theelood, zilverpapier en postzegels.

4e. van mej. J. J. te Overdiemen een pakket met de drie soorten.

5e. van K. Bruinsting te Hoogeveen een partij van alle drie de soorten: bedankt voor uw vriendelijk schrijven.

6e. van mej. Lubbers te Oudshoorn een jakket met de drie soorten, met een hartelijk Driefje.

7e. Een pakje met postzegels van C. de B.

8e. Een pakje theelood van mej. wed. H. te Schiedam.

Alles bij elkander wederom een prachtigecollectie.

Hartelijk dank.

Mej. H. H. VERBEEK, Kanaalweg 14, Scheveningen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen