Terugblikken of vooruitzien?
'De Heere vertraagt de belofte niet (zoals enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig ouer ons, niet willend, dat enigen uerloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.' [2 Petrus 3 : 9]
Eén van de dingen die we gewoonlijk op de oudejaarsavond doen is, achterom kijken. De krant gaat ons daarin voor. Ook wat er in de kring van de gemeente, van de familie gebeurde heeft onze aandacht. Blijde dingen. Droeve momenten: de verliezen die we in het afgelopen jaar leden. Het woord van de Heere wijst ons vanavond vooruit! Naar de laatste oudejaarsavond van deze wereld. Naar de nieuwjaarsdag van de nieuwe bedeling. Wanneer die laatste oudejaarsavond komt? Dat hebben de mensen in de dagen van de apostel Petrus ook gevraagd. Sommigen twijfelden of die dag wel kwam. Anderen gingen een stapje verder. Openlijk spotten ze met die toekomst. U herkent die aanvechting van de boze vast wel. Er gebeurt immers niets bijzonders sinds de wereld geschapen is? Hebben de spotters helemaal ongelijk? Eten, drinken, trouwen, werken, geboren worden, sterven, dat is toch zo wat alles wat er in deze wereld gebeurt? Is het wonder, dat de spotters met hun honende opmerkingen ingang vinden? Die twijfel vat maar al te gemakkelijk post in ons hart. Twijfelziek als we geworden zijn door de zonde. Zeker als het de beloften van de Heere betreft! Hoe reageert de apostel hierop? Geliefden, zo klinkt het in ons tekstgedeelte. De rotsman staat niet boven de twijfelaars. Hij neemt hen en ons, geleid door de H. Geest bij de hand en leidt ons rond in de tuin van de heilgeheimen van de Heere. Die dag komt niet? Die dag komt wel! De Heere talmt? Geen denken aan! Hij heeft haast om te komen! Met vier argumenten ontzenuwt Petrus deze misvatting. Eén noemt hij in ons tekstgedeelte: één dag is bij de Heere als duizend jaren. Duizend jaren als één dag.
Wat de apostel met dit beeld bedoelt, is duidelijk. Hij bedoelt, dat de tijdschaal die de Heere hanteert heel anders is dan de onze. Wij rekenen met uren en dagen. Zo rekent de Heere niet. Het kan dus zijn, dat de Heere morgen al terug komt. Het kan evengoed gebeuren, dat het nog duizend jaar duurt. Komen doet Hij! Hoort u in de geschiedenis het ruisen van Zijn voetstappen niet?
Waarom wordt die gegeven belofte dan nog niet vervuld? De Heere is lankmoedig, zegt Petrus. Dat is het! Niet zeggen: o, is dat het. Dan zeg ik: hebt u ooit persoonlijk dit woord leren spellen? Dan weet u, dat deze lankmoedigheid van de Heere een geheim. is dat wij nooit kunnen doorgronden. Dan weet u, dat u het daaraan te danken hebt, dat u nog in het heden van Gods genade bent. Onze overtredingen van Zijn geboden en inzettingen roepen Gods rechtvaardige toorn op. De uitbarsting daarvan houdt Hij nog in. Dat is het geheim, dat is de spanning die er in de lankmoedigheid van God is. Daar bestaat de wereld van. Adam en Eva hadden het daaraan te danken, dat de Heere hen niet weg stootte in het eeuwig verderf, toen zij op een misdadige manier het verbond verbraken. Aan die lankmoedigheid hebt u het te danken dat u er nog bent. Want de Heere wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot behoud komen.
Ik hoop niet dat u denkt: ook dat wist ik al. Dat is helemaal geen nieuws. Mag ik vragen: kwam het in uw leven tot ommekeer? Anders hebt u van deze lankmoedigheid niet veel begrepen. Wees gewaarschuwd, want u speelt met vuur. Met het eeuwige vuur. De Heere is wel lankmoedig, maar zij heeft een einde!
Wie de rijkdom van deze lankmoedigheid ontdekte, wordt stil van verwondering. Dan zeggen we: Heere, doet U het daarom? Wat bent U genadig voor een mens als ik ben!
Een menslievend God is de Heere. Hij geeft ons gelegenheid om terug te keren. Hij wil niet dat we in het verderf lopen. Mist U dat ene schaap, Heere? En dat, terwijl Uw kudde zoveel schapen telt? Ja, dat ene, zegt de Heere, u, jou. Laat de Heere dan niet tevergeefs wachten, maar hoor en gehoorzaam Zijn liefdevolle stem.
Nog één vraag: waaraan hebben we die lankmoedigheid van de Heere te danken? Vraagt u: aan Wie hebben we dat te danken, dan weet ik het antwoord. Aan Niemand anders dan aan de Heere Jezus Christus. Als de grote Hogepriester, Die de Heere aan Zijn Kerk op aarde heeft geschonken, staat Hij in het hemels heiligdom. Hij pleit daar en bidt: laat hem ook dit jaar nog staan. Op grond van Zijn volbrachte Middelaarswerk kan Hij dat doen. Voor Hem was de Heere niet lankmoedig. Van Christus heeft de Heere direct en volkomen voldoening gevraagd van de schulden waarvoor Hij Zich borg stelde. Hij heeft die betaald met Zijn volkomen gehoorzaamheid. Zo volkomen, dat Hij het uit kon roepen: 'Het is volbracht'. Dat op Golgotha volbrachte Middelaarswerk is in de hemel van kracht. Voor u en mij. Totdat, totdat Gods geduld is uitgeput. Dan komt de laatste oudejaarsavond van deze wereld. Of de Heere talmt? Geen sprake van. Hij haast Zich om te komen. Hij haast Zich. Haast u zich ook?
CH. VAN DER VALK, ANDEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 december 2002
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 december 2002
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's