FINANCIEN
Eenige weken geleden ontving ik een brief uit een klein dorpje, waar twee torenlooze kerken waren verreizen naast de oude Hervormde Kerk. 'k Heb daarover iets geschreven, met het oog op de Kerk, die wij liefhebben en die het vooral ontgelden moet, wijl die andere kerken er wèl bij varen, als zij zooveel als mogelijk is van ons afplukken. In die drie kerken verdeelen zich des Zondags de menschen, die allen hetzelfde belijden, door denzelfden Geest wenschen geleid te worden en bij den éénigen Zaligmaker hun vrede moeten zoeken. Zoo'n verwarde en onheilige toestand van des Heeren Kerk is zeker zeer te betreuren.
M'n briefschrijver had nog meer geschreven. Hij schreef mij nu, of ik op dat andere niet durfde ingaan. Ja, m'n vriend, dat durf ik wel. Maar ik wil 't liefst zoo weinig mogelijk van andere kerken kwaad zeggen. Wij hebben genoeg te wieden in onzen tuin. We behoeven vooreerst niet over de schutting van onzen buurman te kijken.
Zeker, 'k wil het wel even noemen, waarover u schreef, maar om dan te vragen hoe het in dit opzicht bij ons is. U schreef, dat in zoo'n torenlooze kerk volwassenen gedoopt werden, zonder dat zij belijdenis des geloofs aflegden. Zij werden dus alleen maar gedoopt. Natuurlijk is dit niet naar de Heilige Schrift. „Indien gij van ganscher harte .gelooft, zoo is het geoorloofd", zeide Filippus tot den Moorman, die den doop begeerde. Wij kunnen wel begrijpen, hoe men in die kerk er toe kwam. Daar mag niemand belijdenis doen als hij niet weet dat hij bekeerd is en daarvan verslag kan afleggen. Men stelt dus den eisch van verzekerdheid. Die ongedoopten werden daardoor afgeschrikt. Moesten zij dan maar omgedoopt blijven ? De Kerkeraad maakte daarom een tusschenweg, maar verkrachtte daardoor het woord van Filippus. 't Is wel een bewijs dat men in de leer der Sacramenten het spoor bijsiter is. Als de ouders ini die kerk hun kind willen laten doopen, moet men hun de doopvragen ook maar niet voorleggen Zij, die zich er vaak op beroemen dat zij de Waarheid hebben, vertreden dikwijls de Waarheid over de Sacramenten en de echt gereformeerde formulieren van den Doop en van het Avondmaal vormen vreemde klanken in het midden hunner voorstellingen.
Maar nu is er in ónzen .tuin over deze zaak ook heel veel te wieden. Als ik hierover ging schrijven, "zou mijn stukje veel te lang worden. Bovendieni is de rubriek ,,Financiën" daarvoor niet. Eenige jaren geleden schreef iemand in ,,De Waarheidsvriend" over 1 Timotheüs. Hij onderteekende met **
Deze voor de lezers onbekende schrijver heeft de moeilijke kwestie van de openbare belijdenis des geloofs aangeroerd, 'k Wilde, dat men dat nog eens kon lezen, om te verstaan dat het afleggen van belijdenis in nauw verband moet gezien worden met de leer der Sacramenten. Als men in het laatste faalt, komt ook het eerste vast en zeker in het gedrang. Het belijden des geloofs door de volwassenen, die als kind gedoopt zijn, is het overnemen van het ,,ja" hunner ouders en hiervan geldt dezelfde eisch, die Filippus stelde : „Indien gij van ganscher harte gelooft, zoo is het geoorloofd". Nu begrijpt m'n briefschrijver wel dat er heel walt jonge menschen even lichtvaardig in onze Kerk worden „aangenomen", zooals er in die torenlooze kerk volwassenen lichtvaardig zijn gedoopt. De onbekende schrijver over 1 Timotheüs heeft het een van de moeilijkste zaken genoemd in den arbeid van een leeraar. Van harte ben ik dat met hem eens. Er is veel gebed voor noodig en een nauwgezet onderzoek in de leer der Sacramenten, om hierin een wegwijzer te zijn, terwijl ,,de ouders geroepen zijn hiervan hunne kinderen breeder te onderwijzen". Hiervan, d.w.z. van de leer van het verbond der genade. Wij hebben een gewichtige taak. Wij schrijven in het hoofd van ons blad dat wij verbreiders en verdedigers der Waarheid willen zijn. Maar dan moeten wij het ook willen zijn van de Waarheid aangaande Doop en Avondmaal, 'k Geloof, dat de Kerk des Heeren daaraan in onze dagen zeer veel behoefte heeft.
''k Zou ook nog iets schrijven over de preekuitzending per radio. Natuurlijk begrijp ik de bezwaren, die velen daartegen hebben, hoewel ik ze niet altijd kan billijken. Als er geen draadlooze telephoon was, zou ik haar niet begeeren. Er komt door middel van de uitzendingsstations zooveei kwaad in vele huisgezinnen, dat wij van harte zouden wenschen dat zij er niet waren. Maar nu de radio er is, nu zij uit de scheppingskrachten gevonden werd, hebben wij ze als zegening Gods te waardeeren en te gebruiken, om haar zooveel als mogelijk is te stellen in den dienst des Heeren en dan ook in den dienst van het Evangelie.
Met een orgel of piano wordt ook veel kwaad verbreid, maar men kan met snarenspel en orgel ook den Heere verheerlijken, 't Kwaad zit niet in het instrument, maar wèl in hen die het gebruiken.
Maar nu de Zondagsuitzending ? Ja, daar zit een kant aan, die velen tegen de borst stuit. Er is eenig werk aan Verbonden, dat alleen des Zondags gebeuren kan. De microfoon moet bij den preekstoel geplaatst en de verbinding moet aangebracht worden met het rijkstelefoonnet. 't Gaat heel vlug in z'n werk door rappe handen, die er in geoefend zijn, maar toch daar is Zondagswerk. 'kZou willen dat alles des Zaterdags kon klaar gemaakt worden en des Maandags kon worden opgeruimd, zoodat er uit dezelfde kerk op den Zondag twee uitzendingen konden geschieden. Misschien zouden velen dan met de preekuitzending verzoend zijn. Maar als dit nu nog niet kan en de technische en financiëele bezwaren nog niet zijn opgelost, moet men dit Zondagswerk toch niet zóó zwaar laten wegen, dat men er niet aan mee wil doen. De koster moet toch ook de klok luiden, enz. enz. Het is hier alleen een kwestie van meer of minder. Bovendien, de „priester ontheiligt den sabbath niet", als hij deed wat voor den dienst van het heiligdom noodig was. Zoo zie ik al het genoemde noodzakelijke Zondagswerk als gesteld in den dienst van het geestelijke heiligdom van de gemeente des Nieuwen Testaments. Voorts „een ieder zij in eigen gemoed ten volle verzekerd'' dat hij n.l. den Heere dient. Als hij dit nièt is, moet hij er zich ook niet toe leenen. Dien het zonde is, dien is het zonde !
Maar ik 'hoop toch van harte, dat vele Kerkeraden met hun predikant gehoor geven aan het verzoek van het Hervormd Radio Comité. Denk toch aan die menschen, die zoodoende de Waarheid van het Evangelie kunnen hooren. Ik weet, dat zij in veel plaatsen bij groepjes zitten luisteren. Denk aan de vele kranken en ouden van dagen. Ik weet — voor zoover wij, menschen, zoo spreken mogen — dat de Heere stervensgenade door middel van eem preek-uitzending geschonken heeft. En al ware er slechts één, wiens ziel daardoor tot het geloof kwam, de arbeid zou niet tevergeefsch zijn. Kom, er is in onze dagen zooveel afval en verscheuring, dat het noodig is alles aan te grijpen en alle krachten in te spannen voor de verbreiding en verdediging der Waarheid. Van den Heere alleen kome de zegen.
Nu ga ik eens zien wat er is binnengekomen.
Reeuwijk. Door ds. M. Verweij ƒ 32, de opbrengst van de collecte voor het Studiefonds, gehouden bij een spreekbeurt die ds. H. A. de Geus van De Bilt vervulde.
Wanswerd. Van ds. P. A. A. Klüsener ƒ 1.— voor het ontvangen van het Propagandaboek. Ik ontving daar juist de rekening van den boekdrukker van het drukken van het Propagandaboek.'k Zal de som even mededeelen. Zij is ƒ377.50. Ge begrijpt, dat ik er van schrok. Wie helpt mij van den schrik te bekomen ?
Veenendaal. Contributie van een nieuw lid, R. A., ƒ1.—.
Zegveld. Door A. Dekker ƒ 7.—. Ik meen dat geschreven werd vanwaar dit geld kwam. 't Staat niet op het strookje. Was het niet voor ontvangen Propagandaboeken ?
Den Ham. Door ds. W. Wesseldijk ƒ 43.80, een 8 Febr.-collecte. Een tweede collecte is daar dezen winter gehouden. Nu op den gedenkdag van het 25-jarig be staan van den Gereformeerden Bond. Ds. Van der Zee heeft daar des morgens de beurt vervuld.
Vianen. Door B. J. Lankkamp ƒ 17.—, de contributies van de leden over het jaar 1930. Wel wat laat. De rekening en verantwoording over 't vorige boekjaar vordert. Zoo'n enkele post gaf wat vertraging. Er zijn nog een paar afdeelingen die nog niet de gelden zonden. Laat men zich haasten.
Naaldwijk. Van I. I. van B. ƒ 10.— voor het Studiefonds. Die naam wekt bij mij heel wat aangename herinneringen op. Zou het van dezelfde familie zijn ? Putten. Door den heer D. P. van Willige ƒ 2.50, gift van mej. St. v. B., voor het Studiefonds.
Kampen. Door den heer E. Roest ƒ60.—, zijnde ƒ29.25 opbrengst van een collecte, die gehouden is bij een spreekbeurt, die ds. J. , G. Abbringh, van Wilsum, daar vervulde, vermeerderd met ƒ 18.50 van de Zondagsschool op Geref. grondslag. Uit het busje no. 125 kwam verder ƒ 12.20 van de maand Januari.
Krimpen a. d. Lek. Diaken A. de Hon zond mij ƒ5.—, gevonden den 8sten Februari in de collecte, voor het Studiefonds. Een 8 Febr.-gift dus !
Amsterdam. Door ds. J. H. F. Remme ƒ2.50, „feestgave voor den Gereform. Bond", gevonden in de collecte van de Nieuwe Kerk, onder letter M. Weer een 8 Febr.-gave.
Elburg. Door ds. A. M. den Oudsten ƒ45.26, de opbrengst van een collecte die gehouden werd bij een spreekbeurt die ds. W. Bieshaar van 's-Gravenhage daar vervulde. Er waren nog al veel menschen ongesteld, zoodat de opkomst niet zoo groot was als anders en de collecte dus ook niet. 'k Vermoed dat ik dus uit Elburg nog wel wat ontvangen zal. Als al die menschen weer beter mogen worden en des Zondag weer in de kerk mogen komen, dan vinden de diakenen verscheidene giften, met het bijschrift: uit dankbaarheid, enz.
Sluipwijk. Door ouderling Boon ƒ 29.46, de collecte die gehouden is bij de spreekbeurt, die ds. Steenbeek van Oudewater daar vervulde.
Alkmaar. Van J. Beereboom ('k hoop dat ik dezen naam goed schrijf) ƒ 5.—, de opbrengst van de collecte die gehouden is bij een spreekbeurt, die ds. Remme daar vervulde voor de afdeeling. 'k Ben blij dat ds. Remme daar gesproken heeft voor den Bond. Nu ja dat de collecte niet groot is, dat is zoo. Maar 'k vertrouw dat hij er „wat goeds" gebracht heeft, 't Is daar maar een kleine kring. De afdeeling moest eigenlijk luit eigen kas mij nog ƒ 5.^— zenden. Maar als dat niet gaat óok goed. 't Gaat er bij den Bond niet in de eerste plaats om. het geld, dat inkomt, maar wèl om het Woord dat uitgaat.
Benschop. Door ouderling J. Haatsman ƒ27.75, gecollecteerd bij een spreekbeurt, die ds. Deur van Schoonhoven daar vervulde.
Uit Alphen a.d. Rijn ontving ik den brief. Als ik nu alles optel, krijg ik de som van
f 289.27. Hartelijk dank. De Penningmeester
Veenendaal, 17 Febr. 1931.
ENTER.
Allen, die voor behoud der prediking van het bloed des Kruises zijn, stemmen aanst. Woensdag: „Kerkeraad" en NIET Kiescollege.
Het Bestuur van de Vereeniging Hervormd Gereformeerd Verband.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1931
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 1931
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's