De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Hoe is vrede mogelijk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe is vrede mogelijk?

12 minuten leestijd

Binnenkort zullen we weer een opleving krijgen in het spreken en schrijven over vrede. De vredesweek in september en de beslissing over het al dan niet plaatsen van de 48 kruisraketten op Nederlands grondgebied. En niet te vergeten de actie voor een volkspetitionnement gericht tegen de plaatsing van raketten.

Veel discussies, verhitte betogen, terwijl voor een groot deel de meningen al wel gevormd zijn, voor of tegen. Hoewel, de redactie stuurde me een boekje toe van iemand die van mening veranderd was. Dr. Franz Alt, een duitser, die volgens zijn boekje geschiedenis, politieke wetenschappen, theologie en filosofie studeerde. In 1984 verscheen bij Ten Have in Baarn van hem 'Vrede is mogelijk, de politiek van de Bergrede' (ingenaaid, 112 pagina's, ƒ 14, 50).

Van een verdediger van de bewapeningspolitiek is hij kort geleden tot het inzicht gekomen dat slechts een radicale ommekeer een kans op overleven biedt. Hij schrijft met verve en duidelijkheid, zodat volgens de uitgever reeds meer dan anderhalf miljoen exemplaren van zijn boek werden verkocht. Het lijkt me wat veel, maar ik heb geen bewijs van het tegendeel.

Het is merkbaar dat Alt journalist is geworden, zijn boekje leest vlot, hij vermijdt moeilijke gedeelten, hij stelt dat zijn boek in vier uur is uit te lezen.

Van vóór naar tégen

Hoe loopt nu het betoog van een voorstander van bewapening, die tegenstander geworden is? Alt begint bij de Bergrede, daar ziet hij de practische aanwijzing hoe vrede mogelijk is. Jezus zou toch geen onvervulbare eisen stellen aan zijn hoorders. Terloops vertelt Alt dat hij zich voor Jezus oriënteert op de auteurs Karl Herbst, Hand Küng, Johann Baptist Metz, Edward Schillebeeckx, Arnulf Zitelmann en vooral Hanna Wolff. Zonder al deze mensen te kennen is wel duidelijk dat Alt Jezus ziet als mens, soms op een lijn met Gandhi en anders dan de klassieke theologie. Trouwens meer begrippen worden door hem omgebogen. Na­ volgen van Jezus is bij Alt zelfkennis; als we maar willen kunnen we onszelf veranderen.

Daarom kan Alt ook zo vanzelfsprekend de Bergrede als practisch program voorleggen. Alles voor de vrede staat er in, doe het dan toch! Hier is de enige kans om te overleven (bij Alt is dat niet het eeuwige leven).

Tegelijk zegt hij goede dingen over de beperktheid van het verstand. 'Niets is zo onverstandig als het loutere verstand'. De Verlichting is een doodlopende weg en de politiek kent het onbewuste kwade niet. Zelfkennis is de levensopdracht van elke persoonlijkheid. Wie zichzelf niet kent, kan bij conflicten ook zijn eigen schuld niet erkennen. Zondebesef is de eerste voorwaarde voor iedere bekering.

Maar na deze klassieke uitspraken over de mens gaat het weer de andere kant op: We moeten het kwade in ons overwinnen met behulp van Jung's psychologie, of het syncretisme: met Gandhi's geweldloosheid en Jezus' liefde is de wereld nog te redden. Wie de bergrede maar navolgt kan niet misgaan en de vrede moet dan komen. Elke uitleg anders dan de directe is dus verkeerd. Luther dwaalde met zijn leer van de twee rijken, de Katholieke kerk bederft het. Slechts onwil en onverstand kan het anders willen, de bewapeningswedloop is er het gevolg van.

Tot zover het vlammende betoog van Alt, terug naar de bergrede, dan is de wereld nog te redden. Geen excuses, maar handelen voor het te laat is.

Daarom heet zijn boekje ook: Vrede is mogelijk. Zonder vraagteken.

We zouden dan ook mogen verwachten dat deze man die tot inkeer is gekomen, radicaal elke bewapening zal afwijzen. Letterlijk genomen is in de ethiek van de bergrede geen plaats voor wapens, verdediging en compromissen.

Er zijn mensen die deze keus maken, en onze samenleving respecteert die keus. We kennen in onze wetgeving het recht van het geweten. Wie onoverkomelijke gewetensbezwaren heeft kan op verzoek vrijgesteld worden van militaire dienst. Daarom verwondert het dat bij Alt de inconsequentie zichtbaar wordt dat hij niet voor algemene ontwapening en een radicaal pacifisme kiest. Hij blijkt een aanhanger te zijn van de bevriezingstheorie: geen verdere en nieuwe kernwapens meer. 'Ik stel dus nog geen eenzijdige vermindering van de bewapening, maar eerst een eenzijdige bewapeningsstop.' Na zijn radicale uitleg en oproep is het verbazend te lezen dat de strijd tegen de atoomwapens alleen dan een kans heeft als de vredesbeweging begrijpt dat politiek een stap voor stap aangelegenheid is.

Men kan met Alt dus twee kanten uit. De felle ontwapenaars zullen zich thuis voelen in het eerste deel, de politici kunnen verder met het tweede deel van de geleidelijke ontwikkeling. Ik vind dat het zwakke in dit boekje. Het helpt niet echt. Waarschijnlijk omdat de echte bekering, de wezenlijke verandering niet aan bod komt. 'De wolf in ons herkennen en beheersen we slechts door zelfkennis.' Bij Alt is de noodzakelijke zelfkennis niet iets aan het begin van de bekering, maar de bekering zelf. Daarom kan hij ook zeggen: Zelfkennis is evenwel ook de kennis van het goede in ons, de kennis van de goddelijke kern van onze ziel.

Symptoom

Hiermee kom ik dan bij het tweede boekje dat de redactie mij toestuurde: 'De weg naar vrede' door J. Windig (Boekencentrum, ingenaaid, 128 pag., ƒ16, 90). Ds. Windig kreeg zijn opleiding als Wika bij Kerk en Wereld. Hij werkte enige jaren als medewerker mee aan het werk van 'morele herbewapening' in Zuidelijk Afrika. Van 1959 tot '63 was hij directeur van het Christelijk Vormingscentrum in Limuru — Kenya. Hij is nu Hervormd predikant.

Reeds in zijn inleiding zet Windig het thema uiteen: vrede is niet slechts een zaak van wel of niet kernwapens. Het kernwapenprobleem is een symptoom van de crisis waarin onze samenwerking verkeert, kernwapens en/of de kennis ervan kunnen de wereld niet uit. En zonder kernwapens is er heus nog geen vrede.

Dan krijgen we een goede uiteenzetting over vrede en vrede. De vrede - sjaloom - vindt zijn grondslag in het verbond van God met Zijn volk. Vrede is een zegen van God, die men kan aannemen of verwerpen en beide heeft grote gevolgen. De vrede van God manifesteert zich in aardse zaken en verhoudingen, het doen van gerechtigheid in de sociale verhoudingen behoort er bij. De vrede van God als zegen is kwetsbaar, ze kan van binnen en van buiten aangetast worden. De voorwaarden voor die vrede zijn: vertrouwen op God, luisteren naar Zijn stem en gehoorzamen aan Zijn wil. Een andere weg tot vrede en leven is er niet. Als keer-zijde van die vrede geldt de vloek van God. Gods voorkeur is om te zegenen, de vloek is er om te straffen, maar dat niet alleen, ook om te waarschuwen en terug te roepen. Het Kruis van Jezus Christus is de grondslag van de vrede en ook de weg naar de vrede. Waar en zolang de kruisweg naar de vrede afgewezen wordt is geen echte vrede mogelijk. Wanneer de kerk aan de vrede wil werken moet ze in de wereld het kruis prediken. Met gerechtigheid daarbij als levenswijze die ontstaat als mensen zich door God laten liefhebben en laten zegenen. Deze inzet is wel anders dan bij Alt. Bij Alt krijgen we lessen uit de bergrede zonder God en Zijn Zoon. Bij Windig moeten we steeds terug naar God en Zijn handelen in Zijn Zoon.

Dat verschil wordt ook in het tweede deel van Windigs boek zichtbaar. Windig toont dan aan dat mensen allerlei behoeften hebben: eten, liefde, erkenning, veiligheid enz. Maar voor de bevrediging van die behoeften is onze cultuur mateloos, liefdeloos en stuurloos. Mensen zoeken dan hun heil in geweld en macht. Onze hele samenleving is met geweld doortrokken. Windig geeft daar allerlei voorbeelden van, waarbij hij ook terecht opmerkt dat geweldloos verzet een innerlijke tegenstrijdigheid en onmogelijkheid is.

Geweld in toom houden

De grondvraag is hoe het geweld in toom kan worden gehouden of in nuttige en zegenrijke banen kan worden geleid. Hoe raar het ook klinkt: de sterkte tegenkracht tegen onbeperkt en onbeheerst geweld lijkt, maatschappelijk gezien, nog sterker geweld. Een van de grootste zegeningen van onze maatschappij is de met voldoende macht toegeruste rechtsorde. Vrede is dan een situatie waarin een minimum aan geweld heerst. In een wereld waar alom geweld is mag men van de overheden niet vragen geen geweld te gebruiken om te beteugelen. Windig die zelf pacifist is geweest schrijft nu: In een cultuur die van de basis tot de top met geweldsdenken doortrokken is, kan pacifisme het geweld niet afschaffen, maar laat dat in de handen van de meest gewetenlozen.

Wat dan? In een spiraal van steeds sterker geweld moet men aan twee kanten beginnen het kwaad te keren: aan de kant van de bewapening en aan de kant van de samenleving. Windigs stelling is dat men beide tegelijk moet doen, maar dat van een oplossing aan de politiek-militaire kant van het vraagstuk niets terechtkomt, wanneer men de kant van de samenleving verwaarloost. Op het laatste vlak ligt de roeping van de kerk. De kerk kent het geheim van een macht zonder geweld: de macht van Gods koningschap, de macht van de Heilige Geest en de macht van het gebed. En de macht van de vergeving, de verzoening. Dat zijn geen abstracte begrippen, maar de macht hiervan zouden nog zeer aan overtuigingskracht winnen wanneer ze ook geworteld zouden zijn in de ervaringen van de kleinste gemeenschappen van huwelijk en gezin. Soms worden tot in de hoogste kerkelijke beleidsorganen op landelijk en mondiaal niveau pleidooien voor vrede en ontwapening gevoerd door mensen van wie iedereen weet, dat ze de vrede in hun gezin niet hebben kunnen bewaren.

Windig schrijft ook over de bergrede, het thema van Alt. Hij stelt dat de bergrede van Jezus het kostelijkste document is van 'macht zonder geweld'. Het zijn aanwijzigingen die tegelijk een toetssteen vormen voor de verbondenheid aan Jezus en het evangelie van Gods koninkrijk.

Oude Testament en Nieuwe Testament

Dan maakt Windig een interessante vergelijking tussen Oude en Nieuwe Testament. 'Zoals God in het Oude Testament, in Israël, als instrument in zijn "rechterhand" het priesterschap hanteerde en in Zijn "linkerhand" het koningschap, met de profeten daar tussen in, zo is sinds het Nieuwe Testanient, sinds Christus, in onze samenleving, de kerk het instrument van Zijn rechterhand en de overheid het instrument van Zijn linkerhand' (pag. 77).

Een samenleving kan niet zonder een overheid. Er is slechts een minderheid van mensen, die zich geheel aan Gods koningschap hebben toegewijd en dat ook maar ten dele. Dan kunnen we niet van de overheid met zijn taak vergen dat ze die normen hanteert die wij in onze persoonlijke en maatschappelijke verhoudingen weigeren te handhaven.

Aan het einde van zijn boek gaat Windig het over kernwapens hebben. Van belang voor ons in verband met de komende volkspetitie of beter een opinieonderzoek op grote schaal.

Er zijn kernwapens. Ze spelen een rol doordat het bezit en het dreigen ermee onderdelen zijn van een politieke machtsstrijd om de andere partij ervan te weerhouden een oorlog te beginnen van welke aard dan ook. In West-Europa en vooral Nederland onderscheidt Windig vijf soorten reacties op het bezit en dreigen met kernwapens: De angstige, de gewetensvolle, de politiekideologisch oppervlakkige, de politiekideologisch bewuste en de gelovig-realistische.

De angstige is een primitief-emotionele reactie. Men denkt niet na. Als we alleen maar geen kernwapens op ons grondgebied zetten. Anders worden we agressief.

De gewetensvolle reactie is niet oprecht wanneer het alleen tegen kernwapens gaat. We zagen zoiets bij Alt. Gaat het geweten alleen tegen kernwapens? Politiek-ideologisch oppervlakkig is men wanneer men verwacht dat ons goede voorbeeld wel gevolg zal vinden, of dat men met de Heere onder welk politiek systeem ook wel kan leven. Windig merkt daarbij op: Iets dergelijks heeft de kerk nooit gezegd toen Europa door de Nazi's werd overheerst, en zegt ze ook niet tegen zwarte Zuidafrikanen. Nog minder positief is Windig over de politiekideologisch bewuste reactie.

Westerse vredesbewegingen worden dan gebruikt, gemanipuleerd om de strategische doeleinden van de Sovjet Unie te dienen. Een minderheid weet dat en speelt zo het spel; op de angst van mensen wordt ingewerkt tot eenzijdige ontwapening. De gelovig-realistische reactie daarentegen zoekt zonder angst een uitweg vanuit de grondstelling van Gods heerschappij in Christus over mensen en volken. Het eigenlijke probleem is niet van militaire, maar van ideologische aard. De politieke spanningen tussen Oost en West zijn slechts symptomen van diepgaande ideologische verschillen. Het Marxisme wenst dat ieder voor zijn mening capituleert. Dat maakt een compromis onmogelijk. Niet het zoeken naar alternatieven. Ook al moet een christen elk systeem afwijzen dat beslag wil leggen op ons hele leven, dan blijft het gesprek en getuigenis over. Aan de andere kant: en parlementaire democratie is niet gelijk aan het Koninkrijk Gods, maar heeft in principe wel het element van geestelijke vrij heid in zich. In de benauwende vraag naar vrede wijst Windig dan op HandeHngen 3 : 19 en 20. 'Betert u dan en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden, wanneer de tijden der verkoeling (verademing) zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren, en Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, die u tevoren gepredikt is.'

Het boek van Windig roert veel aan. Er ko­men zoveel zaken aan de orde dat de opbouw er soms onder leidt. Maar hij laat het probleem van de vrede wel in het grote, juiste verband zien. Dat kan ons helpen. Ook wanneer straks via een groots opgezette actie weer een emotioneel beroep op ons wordt gedaan.

De tekst van het z.g. volkspetitionnement maakt een kortsluiting. Ook al is men tegen (bezit en) gebruik van kernwapens, dan volgt als enig mogelijke wijze van vrede, niet de niet-plaatsing, en dan slechts in Nederland. Hoe wordt de vrede het best gediend? Dat moet de vraag zijn. Niet of Nederland al dan niet bepaalde wapens op zijn grondgebied opslaat.

Afschrikking door wapenbezit en dreiging is geen mooie weg. De overheden hebben echter geen andere. De kerk wel, wanneer ze alle nadruk legt op getuigenis en pastoraat, naast het betoon van gerechtigheid.

J. J. Tigchelaar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 september 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Hoe is vrede mogelijk?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 september 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's