De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Medische zending of  kerkelijk medisch werk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Medische zending of kerkelijk medisch werk?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Historisch overzicht

Vanaf het eerste begin van de zending is er ook het medische aspekt geweest. Eerst als medische verzorging van de zendelingen en hun gezinnen. Velen stierven immers aan onbegrepen koortsen. Maar de christelijke barmhartigheid gedoogde niet dat deze zorg onthouden werd aan de 'heidenen'. Zo ontstond, eerst aarzelend, omdat de medische zorg een concurrent zou kunnen worden van het Evangelie, later als niet meer weg te denken onderdeel, de medische zending. Kregen eerst de zendelingen een medische opleiding, spoedig werd dit gevolgd door de uitzending van artsen en verpleegkundigen. Zo ontstonden de eerste kliniekjes. Daadverkondiging naast de Woordverkondiging. Kliniekjes groeiden uit tot klinieken en werden ziekenhuizen. Al heel snel werd naast de behandeling van zieken aandacht gegeven aan de opleiding van inheems personeel. De bakermat voor de opleidingsinstituten was gelegd. Toch waren de mogelijkheden van de medische zending tot de 2de wereldoorlog beperkt omdat de mogelijkheden van de westerse geneeskunde beperkt waren. Dat veranderde na de oorlog toen de sulfapreparaten en antibiotica voor gebruik beschikbaar kwamen. Ook werden nieuwe vaccins ontwikkeld. Geweldige mogelijkheden die echter alle duur waren en dus slechts bereikbaar voor de beter gesitueerden.

Bovendien kwamen ze slechts ten goede aan degenen die dicht bij het ziekenhuis woonden. De grote massa van de allerarmsten bleef buiten bereik. Als antwoord daarop kwam de ontwikkeling van de mobiele klinieken. Rondtrekkende teams die de dorpen bezochten. Ook ontstonden er overal kleine gezondheidscentra in de dorpen. Hier werd vooral aandacht gegeven aan de preventie in de vorm van voorlichting over gezondheidsproblemen, voeding e.d., maar ook werd er gevaccineerd tegen infektieziekten, kregen de jonge kinderen en zwangeren aandacht. Daarna was er de mogelijkheid om eenvoudige ziekten te behandelen.

Parallel aan deze ontwikkelingen verliep de dekolonisatie en het zelfstandig worden van de jonge kerken. De regeringen van de jonge staten namen veel van het medische zendingswerk over en gingen hun eisen daar aan stellen. De ziekenhuizen, opleidingsinstituten en mobiele teams die niet door de regeringen werden overgenomen kwamen onder verantwoordelijkheid van de jonge kerken. Dit alles overziende dient de vraag zich aan of er voor ons nog een medische zendingstaak ligt.

Armoedeziekten

Na bijna een eeuw medische zending, op westerse geneeskundige leest geschoeid, is het schokkend om de balans op te maken. Ons medisch handelen blijkt weinig invloed te hebben gehad op de gemiddelde gezondheidstoestand in de derde wereld. Een analyse van de ziekten die de meeste slachtoffers maken in de derde wereld levert echter maar een beperkt aantal op: luchtweginfekties, infektieziekten, diarree en uitdroging, huidziekten, t.b.c. lepra, ondervoeding door te kort aan voedsel of verkeerde samenstelling, e.a. Gemeenschappelijk hebben deze ziekten dat ze niet zo zeer het gevolg zijn van een tekort aan medische zorg maar een gevolg zijn van de sociaal-economische omstandigheden, zoals slechte behuizing, hygiëne, drinkwater, sanitaire voorzieningen, voeding, transportmogelijkheden, etc. Kortom het zijn armoedeziekten.

Jarenlange curatieve en preventieve maatregelen blijken dan maar bij een heel beperkt deel van de bevolking enige positieve invloed op deze ziekten te hebben gehad. Van veel groter belang op de gemiddelde gezondheidstoestand van een bevolking blijken niet-medische faktoren te zijn zoals sociaal-economische-, politieke- en kulturele omstandigheden. Er blijken dan zoveel problemen in de derde wereld te zijn dat gezondheidsproblemen op de tweede plaats komen. Daar komt bij dat de politieke verhoudingen de ontwikkeling van de armen in de samenleving vaak totaal onmogelijk maakt. Temeer omdat de sociaal-economische omstandigheden meestal de onderdrukten alle moed en interesse om zich aan die situatie te ontworstelen ontnemen. De eerste levensbehoeften vragen immers al veel meer aan levensenergie dan ze te bieden hebben. Het is verleidelijk om deze problemen tot nationale problemen te bestempelen. Maar zijn de internationale economische en politieke verhoudingen niet minstens zo verantwoordelijk. Zaken waar wij ook verantwoordelijk voor zijn.

In ieder geval is het duidelijk dat bestrijding van deze armoedeziekten door alléén de westerse geneeskunde, geconcentreerd in regerings- en kerkelijke ziekenhuizen evt. met een goed funktionerend mobiele kliniek-systeem, is gedoemd te mislukken. De internationale economische orde, om maar dicht bij huis te beginnen, zal aangepakt moeten worden, politieke verhoudingen zullen moeten veranderen, sociaal-economische omstandigheden zullen moet wijzigen wil een verdere medische aanpak van de armoedeziekte een kans van slagen hebben.

De rol van de jonge kerken

Al vanaf het prille begin werd medisch zendingswerk geïnitieerd door barmhartigheid. Dezelfde christelijke barmhartigheid vraagt nu aandacht voor de grote problemen van de armen, verdrukten, rechtelozen. Continuering van de traditionele medische zending zou dan wel eens averechts kunnen werken. Immers westerse geneeskunde is duur en wordt razendsnel duurder. Denk aan de medicijnvoorziening, de post salarissen, maar ook aan de snel uitbreidende diagnostische en therapeutische mogelijkheden. Zaken waar wij menen recht op te hebben, wij betalen immers onze premie, mogen we die de derde wereld-landen ontzeggen? Maar wat voor ons vanzelfsprekend is werkt averechts voor het probleem van de armoedeziekten. Immers nog groter deel van het beschikbare budget gaat naar de elitaire gezondheidszorg. En toch moeten we bedenken dat datgene wat wij in naam van de barmhartigheid in de derde wereld hebben geïntrocudeerd nu niet ongedaan kunnen maken of een armetierig leventje kunnen laten leiden. Daarom zal er, in alle verantwoordelijkheid, assistentie aan een efficiënte westerse medische zorg moeten blijven. Maar bovenal blijft de grote uitdaging de allerarmsten te bereiken. De vraag blijft hoe? Hoe kun je de armen, verdrukten, verschopten niet alleen bereiken maar ook zover krijgen dat ze iets aan hun omstandigheden gaan veranderen. Veel aandacht wordt de laatste tijd gegeven aan de basis-gezondheidszorg. Dit is niet zo zeer een vorm van gezondheidszorg alleen maar weer een methode om iets op gang te brengen in een samenleving. Een stukje bewustmaking van eigen situatie en van eigen mogelijkheden. En om daar iets aan te doen waarbij de afhankelijkheid van voorzieningen van buitenaf zo klein mogelijk wordt gehouden bijv. door alleen met vrijwilligers uit eigen samenleving te werken, door gebruik te maken van eigen traditionele medicijnen, etc. Een gezondheidszorg die vanuit de bevolking zelf groeit en nauw verbonden is aan verbeteringen op agrarisch, sociaaleconomisch en politiek terrein. Dit zal de sociaal-economische en politieke verhoudingen niet ongemoeid laten. Hier ligt dan ook een enorme verantwoordelijkheid voor de plaatselijke kerken om dit proces te begeleiden. Maar ook zeer konkrete hulp zal de gemeente daarbij nodig hebben: Vaccins die nodig zijn voor de inentingscampagnes, medicijnen die niet te vervangen zijn door traditionele medicijnen, bepaalde opleidingen moeten gegeven worden. Medische zending als onderdeel van de grote zendingsopdracht is geworden tot kerkelijk medisch werk als onderdeel van de grote'taak die de gemeente heeft in de samenleving.

Kerkelijk medisch werk

De vraag doet zich voor wat nog het specifiek 'kerkelijke' van deze vorm van gezondheidszorg is. Zou op puur wereldlijke wijze niet tot dezelfde opstelling gekomen kunnen worden?

De volgende elementen geven m.i. het recht om over kerkelijk medisch werk te spreken als méér dan alleen door kerken georganiseerde aktiviteiten:

- Dat is het in alle ootmoed en voorzichtigheid belijden dat in lijden, ziekte, dood en verdrukking Gods oordeel en gericht over de van Hem vervreemde en tegen Hem rebellerende mensheid wordt voltrokken. God die zich niet ter verantwoording laat roepen over de wijze waarop dit gericht zich voltrekt, heeft dit plaatsbekledend voltrokken aan Zijn Zoon, en wil ons in Hem, die neerdaalde in ons lijden en onze ziekte heeft gedragen, genadig zijn. Het belijden ook dat Christus, die lijden en dood overwon, in de nog voortdurende en soms apocalyptische vormen aannemende worsteling om de verslagen machten definitief uit te schakelen, mensen en menselijke organisaties en systemen, en in het bijzonder Zijn gemeente, wil gebruiken. Het belijden, dat kerkelijk medisch werk staat in het kader van de Missio Dei geeft hieraan struktuur en toekomst. Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u (Joh. 20 : 21). Zoals God Zijn Zoon zond om in onbaatzuchtige liefde op velerlei wijze de mensheid te dienen, zo zendt Christus Zijn gemeente om in navolging te dienen, in woord en daad. Een zending, een opdracht die met de kerk van alle tijden en plaatsen meegaat en zijn voltooiing vindt in het Rijk, waarin niemand meer zal zeggen 'Ik ben ziek', het Rijk dat komt en er al is.

- Dat is ook de kerk als healing community. Gezond zijn, ziek worden, sterven zijn levensaspekten die zich ook binnen de gemeente afspelen. Belangrijker dan de gezondheidszorgorganisatie is de houding die de gemeente inneemt in het doordenken van en omgaan met deze levensfacetten. Het voor elkaar zorgen, het elkaar troosten, ondersteunen, vasthouden, de beloften van het komende Rijk voorhouden is van veel groter heelmakende orde dan welk gezondheidszorgmodel ooit kan bieden. Daarbij zal de verantwoordelijkheid van de gemeenteleden voor elkaar en voor de niet kerkelijke naaste een belangrijke rol spelen. Middels diakonaat kunnen dan samenlevingsproblemen opgepakt worden. Daarbij hoeft niet a priori gekozen te worden voor algemeen aanvaarde, maar lang niet altijd effektieve strukturen.

Eigen wegen kunnen dan gegaan worden om daarmee de eigen gezondheidsproblemen in samenhang met andere samenlevingsproblemen aan te pakken waarbij m.n. aandacht gegeven wordt aan de zwakkeren in de samenleving. Een voorbeeld van basis-gezondheidszorg. Ook vanuit deze optiek bezien zal het duidelijk zijn dat de gerechtigheidsvragen onontloopbaar zijn. Een slechte gezondheidssituatie heeft immers alles te maken met de vragen van arm en rijk. Het gaat om de verdeling van land, om vergeten groepen, het recht op ontwikkeling, economische verhoudingen. Het zal duidelijk zijn dat de kerken hier zich in deze problemen niet afzijdig kunnen houden daar het Westen meden, zo niet hoofdverantwoordelijk is.

- Dat is tenslotte de kerk als maatschappelijke organisatie. In veel derde wereldlanden is de kerk nog steeds een maatschappelijk belangrijke gesprekspartner van de overheid. In Nederland is die tijd voorbij, althans in de vorm die we gewend waren. Toch kan er ook hier nog een taak voor de kerken weggelegd zijn. In de derde wereld denken we aan een voortrekkersfunctie voor de ten achtergestelde of bijna vergeten groepen zoals t.b.c.-lijders, leprapatiënten, geografisch moeilijk toegankelijke groepen, politiek monddood gemaakten, etc. Bij ons zou dat kunnen zijn aandacht vragen voor de vragen van vrede en veiligheid, de mondiale problematiek van de verdeling van goederen, waarover we, naar we belijden, slechts rentmeester zijn. Maar ook nadenken over medisch-ethische vragen nu de medische technische mogelijkheden een ongekende vlucht schijnen te maken en de financiële reserves uitgeput raken. Móet alles wat kan totdat euthanasie nog de enige uitweg op een menswaardig einde blijkt te zijn? Zomaar een paar vragen waar de kerk zich over zou kunnen buigen.

Bevinden de Nederlandse kerken zich in feite niet in een vergelijkbare positie als de jonge zusterkerken in de derde wereld. Dat mag een troost en een opdracht zijn om met elkaar in gesprek te blijven, voor elkaar te bidden, maar ook indien mogelijk, elkaar financieel te steunen in de gezamenlijke strijd. De jaarlijkse collecte voor de medische zending stelt u daartoe in de gelegenheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Medische zending of  kerkelijk medisch werk?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's