Alles
'...En zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde'.
De tweede helft van een tekst die we vorige week besloten toch maar niet over te slaan. Die eerste helft ging over 'alles kunnen', en deze over 'alles krijgen'. Lees dit woord er maar op na. En het wordt juist tegen de discipelen gezegd op het ogenblik waarop ze, naar hun eigen besef, op het punt staan alles te verliezen: de Heere Jezus gaat van hen weg, de dood tegemoet. Tegenover het alles-verliezen stelt de Heere Jezus dan het alles-krijgen, sterker nog. Hij zegt dat Zijn heengaan tot de Vader hun alles-krijgen bewerkt en inhoudt.
De Heere Jezus troost niet met grootspraak, en zo'n woord kan geen vergissing zijn. Het hgt dan ook op dezelfde lijn als die vele andere woorden die getuigen van een ontvangen op het gebed en van de kracht van het gelovig gebed. Een kracht zo groot, dat je zelfs een berg of een grote struik er toe kunt brengen te gaan staan en zelfs te gaan bloeien in het hart van de zee. Onzin? Ja, maar dan onzin als draagster van een waarheid: dat we altijd weer de kracht van het gebed onderschatten, en geneigd zijn om ons leven te laten beheersen door wat wij de feiten noemen: door ons lot, door de manier waarop we onszelf beleven als geesteloze mensen, kortom, door de stand van zaken zoals wij die zien. En daar voegen we dan wellicht het gebed aan tóe, in de hoop die zaken aan te kunnen, maar echter zónder hoop dat de Heere ook aan die zaken zélfs iets kan doen. Voor zo'n gebed gaat nog geen molshoop of grasspriet opzij, en hoevelen komen niet geestelijk verpieterd terug, en klagen: 'God hoort niet?'
Meer op de kracht van het gebed vertrouwen, dus. Maar, nochtans blijft het een groot woord dat de Heere Jezus zegt.
Wat is 'alles' eigenlijk? Voor ons vaak: alles wat we graag willen, wat we denken nodig te hebben. Daar wordt vaak de staf over gebroken: wij weten immers niet wat wij nodig hebben, en wat we denken nodig te hebben is vaak niet goed voor ons. Ja, dat is waar, maar we kunnen óók verstand van onszelf hebben, inzicht in onze nood, om van daaruit te bidden om voorziening van Godswege in de nood. Dan is dit antwoord op de vraag wat het 'alles' van onze tekst eigenlijk is, nog niet zo helemaal verkeerd.
Alleen, het is niet afdoende. Boven onze inzichten staat Gods inzicht in ons leven, en Zijn overzicht ervan. Dat hebben wij niet. De Heere heeft het doel van ons leven aan ons geopenbaard, namelijk dat wij Hem zouden kennen en dienen, maar de wegen die daartoe leiden en waaróp dit geschiedt, kennen wij niet.
Daarom hebben we ook zo veel nodig, en willen we het 'alles' van dit woord zo graag begrijpen...
Alles? Ik denk dat dit woord zijn eigen verklaring is: 'alles' is hier wat de Heere doet terwille van Zijn Zoon die bij Hem verheerlijkt is en het door Hem wordt.
De hemel is de rustplaats voor de Zoon, en de werkplaats voor de Vader. De rustplaats voor de Zoon. Het werk is volbracht, de schuld is gedragen, de verzoening is aangebracht. De Heere heeft het Zelf onderschreven toen Hij Zijn Zoon tot Zich nam. Na volbrachte arbeid mag Hij rusten. Wie daaraan niet genoeg heeft, lastert Gods grootheid.
De Vader gaat echter dóór met werken. Na het werken in de Zoon gaat Hij werken aan de andere kinderen. Daarbij doet Hij niets, dat niet over de Zoon loopt, de Zoon niet verheerlijkt. Het eerste eerbetoon dat de Zoon ten deel valt is dat Hij broeders en zusters krijgt. De rustplaats van de Zoon is de werkplaats van de Vader, en door de Geest worden zondaren tot kinderen aangenomen.
Alles... dat is alles wat de Vader verheerlijkt en de Zoon blijdschap schenkt, en dat begrepen is in de gave van de aanneming tot kinderen. Wat gedragen wij ons niet vaak alsof het welzijn van de Heere Jezus ons minder ter harte gaat dan dat van onszelf. Alles wat een weg vormt waarlangs de Heere Jezus gestalte in ons kan aannemen, hóórt tot het alles dat God geeft en wij vragen mogen. Tot dit geven heeft de Heere Zich verbonden. Het recht tot toegang ligt er in opgeborgen.
Dat de Heere het welzijn van Zijn Zoon boven alles stelt, schept zo geen onzekerheid, geen Goddelijk voorbehoud dat oorzaak zou kunnen worden van veel twijfel en onzekerheid, alsof het welzijn van de Heere Jezus en het onze nooit op gespannen voet zouden staan. Het is immers ondenkbaar dat wat voor de Zoon goed is, niet goed zou kunnen zijn voor de aangenomen kinderen. Het belang van de Heere Jezus en dat van ons vallen samen. Alleen datgene wat wij ons belang noemen, valt niet altijd samen met wat de Vader in het belang van de Zoon acht.
Bidden is daarom bovenal: in groot vertrouwen onze eigen-wijsheid opgeven, en te weigeren de lofprijzing in het gebed te laten overwoekeren door de vragen in het gebed. En dat in de Zoon, Die Zijn eigen belang. Zijn leven, gegeven heeft voor het onze. En dat door de Geest Die niets liever en niets anders wil dan ons dit duidelijk maken, zodat we het van binnenuit verstaan: dat in de lofzegging van Gods Naam alles aan ons geschonken blijkt te zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's