FINANCIËN

Natuurlijk wil een Penningmeester in zijn rubriek ook wel een antwoord geven op een vraag, die nu juist niet in direct verband met de fondsen staat Waarom niet ? Als hij er maar voor betaald wordt ! Zooals een Penningmeester graag betaald wordt. Als mij b.v. uit Alphen aan den Rijn inlichtingen gevraagd worden over verkiezingszaken, zooals gedaan is, waarom zou ik die niet geven ? 'k Hoop dan maar weer, dat er eens een mooie collecte vandaan komt of een gift voor de fondsen. Zoo wordt het verband wel gelegd Misschien heeft men in een andere gemeente ook nog wat aan zoo'n antwoord. Ook daarom schrijf ik er maar iets over.
Mij werd gevraagd of iemand, die reeds uit de gemeente vertrokken is, niet langer dan een jaar, nog in z'n oude gemeente stemgerechtigd is. Het zou in zoo'n gemeente kunnen spannen bij de a.s. stemming, waarin het gaat over Kerkeraad of Kiescollege. Op een enkele stem komt het dan soms aan. Mag dan een vertrokken lidmaat nog even overkomen om te stemmen ? Neen, dat is in onze Kerk niet mogelijk, ook al zou de naam van dien persoon nog voorkomen op de kiezerslijst. In 't algemeen mogen alléén zij stemmen wier namen op die lijst staan. Die lijst lag ter inzage, opdat ieder zich er van zou kunnen overtuigen dat zijn naam niet vergeten is. Maar er zijn lidmaten, die, al komen zij op de lijst voor, toch niet mogen stemmen, n.l. die buiten de gemeente wonen. De kerkeraad moet van dit vertrek aanteekening maken op de lijst. Nu zal in een groote gemeente de kerkeraad niet altijd op de hoogte zijn van dit vertrek. Men zou dus daardoor door de mazen van het net kunnen komen, maar eerlijk.is dit niet. Stemgerechtigden zijn alleen zij, die op de kiezerslijst voorkomen en in 'het ressort der gemeente wonen. Als nu zoo'n vertrokken lidmaat maar dadelijk kon stemmen in z'n nieuwe gemeente, dan kon hij daar nog nuttig zijn. Maar hij moet daar minstens één jaar wonen, zal hij op de lijst geplaatst mogen worden. Hij staat er dus een jaar buiten, 't Is vreemd. Maar 't is zoo.
Deze vraag uit A. houdt natuurlijk verband met de stemming, die in 't volgende voorjaar in elke gemeente moet plaats vinden over de vraag : zal in de eerste tien jaren de Kerkeraad zich aanvullen, of zal er een Kiescollege zijn, dat verkiest en beroept (in kleine gemeenten de stemgerechtigden).
Onze Hoofdredacteur heeft er al eens over geschreven. 'k Ben het met hem eens. Een algemeene raad kan hierin niet gegeven worden, 't Moet plaatselijk worden uitgemaakt, 'k Zou het b.v. hier in 't Veen niet noodig achten dat er een Kiescollege kwam. Een Kiescollege kan noodig zijn, opdat de Gereformeerde belijders meer invloed zouden kunnen uitoefenen. Maar als dat niet noodig is en het aan den Kerkeraad volkomen is toevertrouwd, daar brenge men geen Kiescollege.
Zoo 'n Kiescollege is meestal een bron van allerlei kerkelijke ellende. Natuurlijk is er ook wel wat op te zeggen dat voor tien jaren lang een Kerkeraad alles in handen heeft, zonder dat de gemeente directen invloed kan uitoefenen op den gang der zaken. Maar als ik van twee kwade zaken er een moet kiezen, dan kies ik de minst kwade. Er is nu eenmaal geen andere keuze dan tusschen Kerkeraad en Kiescollege. De mannen van den Kerkeraad hebben voor de uitoefening van hun ambt toch altijd nog „ja" gezegd. Hun groote verantwoordelijkheid is hun voorgehouden in het midden der gemeente en voor het aangezicht Gods. Zij zijn openlijk bevestigd. In 't algemeen gesproken, verwacht ik van zulken meer getrouwheid en meer liefde voor de zaak des Heeren, dan van hen, dié vaak door veel onheilig gewoel in het Kiescollege zijn gekomen. Wat mannen van het Kiescollege durven te bestaan, hebt ge kunnen lezen in de vorige Waarheidsvriend. Dat schandelijke pamflet, dat in „Den Haag" is verspreid vóór de verkiezing van een leeraar, is wel een bewijs er van welke geesten zich om en in een Kiescollege kunnen roeren. Nu kunnen die „eenige meelevende lidmaten" wel geen leden van het Kiescollege aldaar zijn. In ieder geval is dat geschrift een bewijs hoe laag vaak de mannen van het Kiescollege staan aangeschreven, daar toch de verwachting gekoesterd werd dat zij door zulk vuil gedoe zich wel zouden laten leiden Neen hoor, als het in een gemeente goed gaat zonder een Kiescollege, laat ons dan maar voor het minst-kwade kiezen. Nu keer ik weer zoo langzamerhand terug tot m'n eigen terrein. Aan den Penningmeester is zoo'n enkel uitstapje wel vergund, maar hij moet weer komen bij z'n laatje.
Daar juist brengt onze Administrateur mij „Ons Propagandaboek 1930". Het ziet er weer heel keurig uit, 't Is een boekje van 53 bladzijden. Gij vindt daarin het verslag van de Bondsvergadering 1930. Dus ook het referaat van dr. J. Severijn over „Kerk en Staat". Voorts eenige artikelen van de hand van onzen Hoofdredacteur, n.l. „De gestalte der Kerk" (Calvijn) ; Nog een getuigenis van Calvijn ; Het Calvinisme ; De Kerk en de Verbondsbetrekking, en de Kinderdoop. Dit boekje wordt nu gezonden aan de afdeelingen en aan de leden, die daar wonen, waar geen afdeelingen zijn. Voorts kan ieder het op aanvraag bekomen. Wil men met dit boekje werken in zijn kring, men vrage het aantal dat men begeert slechts aan bij den Administrateur A. Middelhoven te Veenendaal. Deze uitgave is er om verspreid te worden. De Heere geve er Zijn zegen op. Wil men mij er iets voor sturen natuurlijk grijp ik dit met beide handen aan. Het drukken van dit Propagandaboek kost heel veel. 'k Zou er dus gaarne iets voor terug ontvangen. Maar dat laat ik — zooals men dat gewoonlijk zegt — aan uw beleefdheid over ! Maar al krijg ik er niets voor de zaak van den Gereformeerden Bond worde er toch door gediend. Zoo kom ik dan langs 'n omweg tot m'n laatje, om u te zeggen wat ik heb ontvangen.
Veenendaal. Van H. S. ƒ2.50 voor het ontvangen van twee preeken van ds. Jongebreur. 'k Hoop dat deze jeugdige zieke uit het woord van haren vorigen leeraar veel zegen mag ontvangen.
Schiedam. Mej. J. de Groot zond mij ƒ3.— „voor verkochte preeken" Kinderdijk. Een postwissel (zonder bijschrift) van D. van Vliet, groot ƒ 10.31. Gaarne zou ik nog even een briefkaartje hierover ontvangen, om mij te zeggen waar, van het komt en waarvoor het is.
IJzendoorn. Van ds. H. van Elst ƒ 1.50 „nagift collecte voor het Leerstoelfonds en Studiefonds".
Lopik. Door den kerkeraad ƒ 17.50, de opbrengst van de collecte, gehouden bij de spreekbeurt die ds. Rijnsburger van Polsbroek, daar vervulde. Delft. Uit het busje no. 190 van G. Th. Vollebregt ƒ3.25.
Hazerswoude. Uit het busje no. 73 van mej. Cor. Qualm ƒ24.76.
Kampen. Uit het busje no. 125 van E. Roest ƒ 12.— voor het Studiefonds. Het is de opbrengst over de maand Nov. Vlaardingen. De Penningmeester T. Klootwijk zond mij ƒ5.— „van de afdeeling" voor de gehouden spreekbeurt, en ƒ 1.— van J. P. voor het Studiefonds.
Dordrecht. Mej. J. den Hartog stuurde mij nog ƒ43.02. Nu dat is prachtig. 't Is ook haar meegevallen. Zij dacht dat zij onder de som van 't vorige jaar zou blijven, maar ze komt er nu nog weer boven uit. Verleden jaar was het ƒ201.31, en nu ƒ207.64. Ik hoop dat het met mijn rekening, die met November afgesloten is, ook zoo zal zijn, zoodat ik ook nog wat geklommen ben. Maar ik vrees, 't Kan meevallen, omdat ik er nog niet den goeden kijk op heb. 'k Heb effecten moeten verkoopen om dat gat dicht te krijgen, dat nog altijd in m'n laatje zat. Zulke dingen zijn toch nooit mooi. Maar daar staat tegenover, dat onze jonge menschen een heel jaar lang weer geholpen zijn en dat niemand die studeeren kan werd afgewezen. Een mooi lichtpunt ! En 'k hoop dat het andere nog mee zal vallen. Mejuffr. Den Hartog ! Hartelijk dank voor al uw zorg !
Den Hulst. Van de Evangelisatie „Rehoboth" ƒ 28.70, collecte bij een spreekbeurt die door ds. W. L. Mulder gehouden werd.
Abcoude. Door den heer C. Hogervorst ƒ 10.— voor het Studiefonds en Leerstoelfonds, ontvangen van v. d. B. 't Doet mij waarlijk goed ook iets uit A. te mogen ontvangen. De plek, waar eens mijn wieg op stond, 'k Ken de menschen daar wel een weinig. Er zijn er daar genoeg, die hun vroegeren dorpsgenoot wel eens mogen bedenken voor den nood zijner fondsen.
Soest. De Penningmeester der afdeeling zond mij ƒ29.50, contributies der leden. Utrecht. Van N. N. ƒ2.50 voor het Studiefonds.
Harderwijk. Van J. M. v. M. ƒ 2.— voor het Studiefonds. Alles bij elkaar geeft de som van
f 196.54.
Hartelijk dank. De Penningmeester Ds. N. VAN DER SNOEK. Veenendaal, 16 Dec. 1930.
P.S. In mijn brievenbus vond ik ƒ5.— als „dankoffertje voor den Gereformeerden Zendingsbond". Hartelijk dank. Gaarne zal ik dit bedrag aan ds. Bieshaar zenden. De Penningmeester.

POSTZEGELS, CAPSULES EN ZILVERPAPIER.
Ontvangen van : 1e. den heer P. Nijdam, Hoofd der Chr. School, Genemuiden, een groote partij post zegels, capsules en zilverpapier ; 2e. Johs. Haak, Bruinisse, postzegels, zilverpapier en 45 halve centen ; 3e. C. Timmermans, Sprang, twee doozen zilverpapier, verzameld door de Knapenvereeniging „Samuel" aldaar ; 4e. de kinderen J. van 't Verlaat, Hardinxveld, zilverpapier, 2 kwartjes, 105 h. centen en 2 oude horloges. Zeker, heb ik daar nog wat aan. Ik heb nog enkele van die dingen, en als ik dan straks een partijtje tegelijk verkoop, brengt dit nog wel wat op. Maar daar moet zich dan een goede gelegenheid toe voordoen. Met hartelijken dank en aanbeveling. Mejuffr. J. DEN HARTOG. Krommedijk 60, Dordrecht.

Evangelisatie-Commissie vanwege den Geref. Bond.
Het zij mij vergund, aan onze vrienden het volgende mede te deelen : Ie. Bij de opgave van de inkomsten onzer Commissie gedurende de maand November 1930, is niet genoemd de collecte te Wezep, op 5 October j.l. gehouden. Toen traden voor de gemeente op haar pastor loei ds. Warmolts en de Eerw. heer R. Timmermans, Godsdienstonderw. te Ureterp. De opbrengst was ƒ44.—. Voor Wezep zeker een mooi bedrag. Aangezien deze collecte niet aan den Penningmeester van de Evangelisatie-Commissie gezonden werd doch door den Eerw. heer Timmermans voor zijne Evangelisatie in ontvangst werd genomen, kon de Penningmeester van de Commissie die ook niet in zijne ontvangsten vermelden. Op verzoek plaatsen we echter deze mededeeling.
2e. Nu en dan komen bij den Penningmeester der Evangelisatie-Commissie giften binnen met de aanwijzing, dat ze bestemd zijn speciaal voor een der Evangelisatieposten. Mogen we vriendelijk verzoeken in het vervolg die gaven niet te zenden aan ons, maar aan die posten zelf ? Immers, indien wij tusschenpersoon moeten zijn, kan het ons bezwaren, dat de eene post zooveel meer ontvangt dan de andere. En onze Evangelisaties willen gaarne, behalve de bijzondere voor hen bestemde gaven, ook een gelijk deel uit onze kas ontvangen. Zoo wordt er een ongelijkheid veroorzaakt, die dikwijls niet in verhouding zal staan tot de werkelijke behoeften van de Evangelisaties. Ieder is vrij natuurlijk, om aan den een of anderen post de voorkeur te geven, maar liefst zagen wij, dat dan rechtstreeks aan dien post gezonden werd. De volgende nummers van geopende postrekeningen kunnen wij opgeven :

Evangelisatie te Oude Pekela, Penningmeester E. Heukers, no. 163567. Evangelisatie te Kibbelgaarn (Veendam) Penningmeester H. Kruizinga, no. 163593. Evangelisatie te Tolbert, „Bidt en Werkt". Penningmeester Joh. van der Velde Rzn., no. 166397. Evangelisatie te Ureterp „Bethel". Penningmeester W. Koorda, no. 169072. Van de Evangelisatie te Stadskanaal en Moordrecht zijn de nummers mij nog niet bekend.

En het nummer van de Postrekening van den Penningmeester der Evangelisatie-Commissie is het welbekende 142400. Met vriendelijken dank voor de opname.

G. LANS,

Penn. Ev. Comm.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen