Bij het einde het EINDE zien
Meditatie
En zie, Ik kom haastiglijk, en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn. Openbaring 22 : 12.
„Het is anders weer hard gegaan", zo zeggen we op Oudejaarsavond. Met zo'n gezegde leggen we veel eer in, want er is niemand van het gezelschap, die dat zal willen of kunnen ontkennen. Het staat ook wel, bij zulke gelegenheden iets passends te zeggen. Op zijn tijd doen we het allemaal wel eens, we hebben dan de idee, dat ieder onder de indruk zal komen, zij het dan niet van ons diepzinnig denkvermogen, dan toch wel van de ernst, waarmee wij bij de dingen des levens blijven stilstaan. Er wordt instemmend geknikt. We ontvangen bijval. „Zeg dat wèl, het is weer hard gegaan".
Van de kant van de Schrift ontvangen we eveneens bijval, doch dit zal ons min of meer in verwarring brengen. De Bijbel kan nu eenmaal niet, zoals wij dat maar al te vaak kunnen, zich ophouden met algemene waarheden, die met een kleurloze neutraliteit gelanceerd worden zonder iemand te raken. Daarom kunnen we altijd, maar in het bijzonder op de Oudejaarsavond veel van de Bijbel leren.
Mijmerend over het verleden, misschien er wel door overspoeld, piekerend over het heden, misschien er wel door beklemd, verliezen we onszelf vaak in een voor ons doen te ernstige of te vrolijke stemming. We zijn allemaal een beetje anders, we doen allemaal een beetje anders, 't Zal morgen wel weer over zijn.
Het einde. Hoe beziet de Bijbel dat? Het antwoord op die vraag, vindt u in de tekst boven dit stukje. Het is niet een algemene waarheid, het is niet een neutraal gedachtenproduct, het is een persoonlijke boodschap. Zeker, we vinden de erkenning, dat het hard gaat, alleen, hier is geen sprake van „het", maar van „Hij".
„En zie. Ik kom haastiglijk!"
Hierdoor blijven we niet meer op neutraal gebied, waar iedereen het met ons eens kan zijn, maar gaan de partijen uiteen, zoals het eenmaal zal zijn bij het Einde. Wat is immers onze reactie op deze boodschap?
Blijdschap of vrees? Deze boodschap betekent, dat de Heere spoedig zal komen en is duidelijk bedoeld voor Zijn vrienden. Aan hen wordt dit medege deeld, opdat zij er door zouden vertroost worden.
Zij beleven tijden van vervolging en verdrukking en hopen, dat 't zeer haast voorbij zal gaan. „Haastiglijk" is voor hen een bron van blijdschap. Voor anderen is het echter een bron van veel droefgeestigheid.
De kinderen der wereld kunnen zich daar moeilijk in vinden. Vruchteloze pogingen worden aangewend om de polsslag van de tijd te vertragen. Het wordt een kramp zich te onttrekken aan het voortspoeden naar het Einde. Grijze haren worden verdonkerd en verduisterd, de cosmetica geeft geur en fleur en tenslotte begint het leven pas bij veertig. Vrees, vanwege het „haastiglijk". Van geen ophouden willen weten, mee blijven doen. De voorbeelden hiervan vinden we in menige zaak en op menig bedrijf. De jonge generatie staat te dringen, maar krijgt geen kans, vader weet van geen wijken. Menig voorbeeld daarvan vinden we helaas ook op het kerkelijk terrein. Dit kan en mag niet opgevat worden als een naief pleidooi tot het opruimen van de „raad der ouden", het bedoelt veel meer een oproep te zijn tot een onderzoek naar de motieven van ons blijven in dit of dat bestuur, in deze of gene commissie.
Het is soms benauwend te zien hoe velen onchristelijk heenleven naar het einde. Het leven is zo gauw voorbij en het einde komt zo snel. De vraag wordt dan: Is er niet enig middel hieraan te ontkomen en wederom met een nieuwe jeugd te beginnen?
Het enig ware antwoord geeft ons het Woord Gods. Dit Woord wijst ons op de komende Christus. Hij alleen kan onze vrees in blijdschap veranderen. Allen, die Hem kennen, zullen dit onderschrijven.
Hij was in de wereld en de wereld is door Hem gemaakt en de wereld heeft Hem niet gekend. Maar zo velen Hem aangenomen hebben, verblijden zich in Zijn spoedig komen en stemmen in met de apostel: De zaligheid is ons nu nader, dan toen we eerst geloofd hebben.
Zijn vrienden in de verdrukking lezen met spanning Zijn Woord en het is hun een troost. Door de levendmakende werking van de Heilige Geest hebben ze de strijd leren aanbinden met hun doodsvijanden, de duivel, de wereld en hun eigen vlees. Door hun krachteloosheid en hulpeloosheid lijden ze nederlaag op nederlaag, zodat ze veelal niet te onderscheiden zijn van de kinderen der wereld. Het geeft hun verdriet, zij treuren om hun verliezen, meer dan een moeder treurt om het verlies van een enige zoon. Doch de Heere kent degenen, die de Zijnen zijn en Hij roept hun toe te volharden tot het Einde, opdat ze niet door al te grote droefheid zullen verslonden worden. Haastiglijk zal Hij hen verbinden met de Hoofdmacht, daarmede beurt Hij hen op, zodat een glimlach komt op het betraande gelaat.
Zoals in tijden van oorlog ingesloten troepen door telefonische verbindingen bemoedigd werden: „Wij stoten door en zullen spoedig met U verbonden zijn", zo onderhoudt de Heere een bemoedigend contact met de Zijnen.
Kent ge daar iets van? Voelt ge u misschien eenzaam en verlaten? Hebt ge misschien zware verliezen geleden?
Wat een blijdschap als Hij, Die sterker is dan al onze vijanden, belooft haastiglijk te komen. Ons antwoord kan slechts de bede zijn: „Ja, Heere, kom haastiglijk!"
Het tweede gedeelte van onze tekst is niet minder bemoedigend. De Heere zegt daarin, dat als Hij komt. Hij niet met lege handen zal komen: „en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn". Dit houdt in dat de Heere loon in het vooruitzicht stelt.
Het is daardoor tevens een oproep om met de inzet van onze gehele persoon ons te geven aan Zijn Koninkrijk. Het is een ernstige misvatting, als zou zalig worden uit genade hetzelfde betekenen als zalig worden in zalig nietsdoen. „Gelijk zijn werk zal zijn", zo staat er.
Na zijn bekering leidt Paulus in geen geval een minder werkzaam leven, eerder een nog meerder. Er is nog zoveel gebied te veroveren op de Boze, er zijn nog zoveel tegenstanders, die om hun levens wil tot overgave gedwongen moeten worden. Het zien op de vergelding des loons richte de trage handen en de slappe knieën op en make rechte paden voor de voeten. De tijd is voorts kort. Het is een hoogst ernstige zaak voor allen, die de verschijning van de Heere Jezus hebben liefgekregen.
Soms hebben ze het gevoel, dat ze voor niets werken, maar door het Woord worden ze daarvan genezen. Er is loon voor hun arbeid.
Het is goed bij het eind van het jaar dit aspect van het Einde niet te vergeten. Dit moge juist ons opwekken nauwkeurig toe te zien op ons levensgedrag, eens na te gaan aan het einde aan het jaar waarin we gefaald hebben en op welke punten de Zielevijand zijn overwinningen heeft behaald. Alle vermaningen en waarschuwingen in de Schrift bedoelen evenzovele aanduidingen te zijn, waarop we onze werkzaamheden zullen richten.
De „bezetter" wil ons, gelijk als in de oorlog, daar zoveel mogelijk van afhouden. Met luidsprekers door de straten gaande, verkondigt hij luid, dat alle verzet nutteloos is, dat het verstandig is de wapens neer te leggen, dat van de overzijde geen hulp te verwachten is. Doch wie in de binnenkamer mag luisteren naar de geheime Zender, leert het anders te verstaan. Zeker, ook nu geldt nog: der Feind hort mit, maar laat het hem maar horen. Het jage hem vrees aan te horen van de vergelding des loons. Angstaanjagend is voor hem en de zijnen dat de Heere zegt: „En Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn". Zijn werk zal géén stand houden, het zal verbrand worden en de Boze is dat zich zeer bewust, vandaar dat naarmate het Einde nadert, zijn aanvallen steeds feller worden.
O, leen hem toch niet uw oor! Geef hem niet uw vertrouwen. Stellig zal hij trachten u ervan te overtuigen, dat de komst van de Heere Christus voor u even angstaanjagend is als voor hem. Hij zal u langs een ladder van kenmerken doen afdalen in de diepte der vertwijfeling, doch laat dan de grote Werkmeester, de Heilige Geest, voor u het werk doen, dat Hij wijze op het einde der Wet, welke is Christus.
Niet gij, maar de Heere zal de Boze de genadeslag toebrengen. Daarom zegt de Geest en de bruid: Kom. En wie het hoort zegge: Kom. En Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastiglijk.
Bij het einde het Einde zien, betekent dan ook Christus zien.
Verstaat ge daar iets van? Dan zult ge u ook verblijden, dat de jaren snel verglijden. Dan zal er ook spoedig een einde komen aan deze droeve wereld, dan zal Hij Zijn loon met Zich brengen, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1964
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1964
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's