De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook het deel over Noord-Brabant en Limburg is nu verschenen in de losbladige reeks 'Anderhalve eeuw gereformeerden in stad en land', uitgave Kok, Kampen, ƒ 12, 60). Uit dit deel de volgende passages:

- Met een hoosvat gedoopt

In het land van Heusden en Altena stonden prachtig evenwichtige boerderijen uit de tijd lang voor de Afscheiding. Om de oeroude kerk in Uitwijk stonden er ook een paar, waaronder de hoeve van Wout de Graaft, gebouwd in 1604. Daar achter de twee ramen rechts was en grote kamer Tegen de blinde muur in dat vertrek stond een groot hemelbed. Over het geheel een groot, groen laken. Aan de voorkant was een tentspleet, waardoor men in en uit het bed kon komen en met de patiënt kon praten of haar verzorgen. Ik zeg al 'haar', want het was een oude hulpbehoevende grootmoeder die daar lag. Ze moet denk ik bijna honderd jaar oud zijn geworden, want zij was een nog levende herinnering aan de dagen van de Afscheiding. Natuurlijk vertelde men mij wel eens iets over de tochten naar de Biesbosch, over ongebaande modderwegen, op klompen, droge sokken in de hand. Maar, meer details weet ik niet, 't oude grootmoedertje Zegerina (want zo heette zij) is nog, tijdens een hagepreek, 'in de Biesbosch gedoopt, met een hoosvat'. Zegerina was vaak angstig-bekommerd. Maar zij zocht God. Zijn Zoon stelde de doop in. Wie is nooit angstig of kleingelovig? Christus is trouw en houdt Zijn belofte. De doop is een verzegeling van die belofte. De oude Zegerina was - uit een hoosvat - GEDOOPT!

(K. Bokma, 1984)

- De griendwerker

Gij man, die de vloek van de arbeid
in uw lichaam en leden draagt,
en die met zo weinig tevreê zijt,
en aan God 't schamel brood slechts vraagt,
- met een ziel als ruwhout,
als een kerkbank zo arm,
uw ogen en handen zijn koud,
want het leven is vol, en de strijd is wel groot,
maar niet warm.

Waar het jagende leven der wereld verstomt,
en de roep van de kraai en de ekster slechts komt,
waar het donker der grienden uw lichaam verhult,
en gij de wereld met het lied van uw hakslag vult,
met 't gezang van de wind in de takken rondom,
hakt gij het ruisende leven om;
en klinkt niet uw slag en de vallende bons
als een smartkreet en vloek?
Wij kerven het leven
en het leven kerft ons!

En als gij met knoestige handen, oud
bij het smeulende vuur met uw boterham zit,
ze moeilijk en stug tezamen vouwt,
eerbiedig en vroom 'Onze Vader' bidt, -
en als dan te avond uw arbeid gedaan,
uw benen vermoeid over de wereld gaan,
gij krom en verwaaid als een knotwilg staat,
en bij uw slechte tabak van Gods goedheid praat,
- dan zingt door de grienden de wind alleen,
maar ik bid door de donkerte en eenzaamheid heen,
tot u de Litanie der zonderlinge zielen.
(H. M. van Randwijk in: 'Opwaartsche Wegen 1938')

- Noorden èn Zuiden

Een keer per jaar kwam een paardenkoper uit Bedum (Gr), Harm Veenstra, naar Genderen. Hij bereisde het Land van Heusden en Altena en kocht overal paarden op, waarmee hij later de paardenmarkten in het Noorden weer afreisde, tot zefs in Duitsland toe. Deze Veenstra placht te logeren bij Arie VerkuyI. Menigmaal kwam het gesprek op de kerk. Trots wees VerkuyI op de nieuwe dominee: H. P. Scholte. Maar bij ons in het noorden werkt H. de Cock!, sprak Veenstra dan. Om kort te gaan: via deze broeders kwamen De Cock en Scholte met elkaar in aanraking... 't begin der Afscheiding ligt bij een... paardenkoper!

***

'Vijf broers op de preekstoel', dat is de titel van een artikel in Elseviers Weekblad over de gebroeders Cuperus. Hier de foto en een klein stukje uit het verhaal over vader Cuperus, die in z'n Doornspijkse tijd (ik meen) 70 beroepen kreeg.

'Het gezin Cuperus telde acht kinderen, die allemaal mochten studeren. En daarvoor moest vader Jaap krom liggen, omdat een predikantensalaris in die tijd niet bepaald een vetpot was. De drie zussen leerden voor onderwijzeres en de vijf jongens kozen, uiteindelijk allemaal, voor theologie. Rein Cuperus (54) staat nu in de Nederlands-Hervormde kerk in Vriezenveen, Klaas (51) is predikant in Oldemarkt, Wybo (50) werkt als legerpredikant in Amersfoort, Dick (49) heeft z'n gemeente in Nieuwerkerk aan den IJssel en Arjen (36) is dominee in Zunderdorp en geestelijk verzorger in een ziekenhuis in Amsterdam. Er waren overigens nog twee beroepen die Rein Cuperus enorm aantrokken. Dat was het vak van arts en dat van rechercheur. Toch was de keuze niet al te moeilijk.

Bij Arjen is het allemaal veel aarzelender gegaan. Hij bezocht na zijn middelbare schoolopleiding de kweekschool. Maar gaandeweg dat proces dacht hij: dit loopt niet lekker. Ik wil helemaal geen onderwijzer worden. Toen moest hij voor zichzelf bepalen wat hij wèl wilde. Drie vakken stonden vervolgens op z'n lijstje: geschiedenis, psychologie of theologie. Het feit dat hij uit een gezin kwam waarin èn vader èn vier broers predikant waren woog toch wel erg zwaar. Dat was echter niet het enige. Arjen weet heel duidelijk waarom hij met dit beroep bezig is. Hij vindt het namelijk bijzonder belangrijk met existentiële geloofsvragen bezig te zijn en dat uit te dragen naar andere mensen. Hoewel hij al in '79 zijn "kerkelijk" deed, werd hij pas in '84 predikant omdat hij er enorm tegenop zag om te preken. Hij zocht allerlei uitwegen om wel het ambt te vervullen, maar niet te hoeven preken. Na een stage in het leger en een studieperiode in Amerika kreeg hij meer zelfvertrouwen. Hij kwam met zichzelf in het reine en overwon langzamerhand die vrees. Nu is het zelfs zo dat als er een zondag niét gepreekt hoeft te worden, hij dat nauwelijks uithoudt. Enige dwang om ook in zijn voetsporen te treden heeft Jaap Cuperus, inmiddels overleden, nooit uitgeoefend. Maar hij wilde het wèl graag en er was hoop in z'n hart. Dat was vooral te merken als hij aan tafel bad. In bepaalde zinnen lag de wens verscholen en de zoons voelden dat hij het geweldig zou vinden. "Vader was een gedreven mens" zegt Rein Cuperus. "Hij was een groot redenaar Hij kon soms tijdens een dienst zinnen zeggen waardoor je de bezieling door je heen voelde gaan. Het uitdragen van het geloof was een passie in zijn leven. Maar ook in andere dingen was hij gepassioneerd. Hij kon zich vol overgave wijden aan muziek en dichten. Hij leefde volop en intens. Hoewel hij enerzijds diep doordrongen was van de ernst van het leven en zijn verantwoordelijkheid jegens God, kon hij anderzijds ook van het leven genieten en zich met grote blijheid ergens in storten. Hij was daarbij "compromisloos". Een éénheid van leven. Hij "sjoemelde" met niks. En het evangelie ging door alle vezels van zijn lichaam en leven heen." "Op mij is van grote invloed geweest dat ik zag hoe vaderen moeder hun religieuze leven leidden", vervolgt Arjen Cuperus. "Ik denk dat mijn broers daarover net zo denken. Als kind zagen en vóélden we dat hun geloof oprecht was. Zij gaven mij door hun gedrag de overtuiging dat God leeft. Door hun oprechte beleving zag je als het ware de "gestalte'' van het geloof voor je. Het werd tastbaar en zichtbaar'"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's