Vragenbus

't Is reeds enige tijd geleden, dat iemand de vraag stelde, wat te zeggen omtrent het gebruik van de kwalificatie „Christelijk", bij allerlei Bond en Vereniging, b.v. Christelijke Voetbalclub, Christelijke Zangvereniging, enz. enz.
   De vrager maakt o.a. bezwaar, omdat de leden zich niet altijd zo Christelijk gedragen, als men mocht verwachten, hoewel hij daarvan ook weer niet al teveel wil zeggen. Hij gevoelt de verantwoordelijkheid.
   Wat zullen wij nu zeggen ?
   De strijd tegen het liberalisme in de vorige eeuw heeft het Christenvolk, onder leiding van Groen, Kuyper e.a., uit de hoek gehaald. Denk eens aan de schoolstrijd. Naast de openbare school verscheen het bijzonder onderwijs : school met de Bijbel, Christelijke school, werden gewone onderscheidingen.
   Ook op ander terrein werden de Christenen verzameld. Zo ontstonden verschillende ,,Christelijke" organisaties.
Op die wijze ontstond een tegenstelling op sociaal en politiek gebied, tussen hen, die ook in het openbare leven hun Christelijke belijdenis bedoelden in ere te houden en in toepassing te brengen, en degenen, die daarover anders dachten. Geloof is niet slechts een zaak voor de binnenkamer, zoals het liberalisme leerde.
   Na de bevrijding in 1945 kwam een idealisme op, hetwelk  — gesterkt door de ervaring tijdens de bezetting, waarin men zonder onderscheid van geest en richting had saamgewerkt tegen de gemeenschappelijke vijand,  — niet meer van de oude tegenstellingen op sociaal en politiek gebied wilde weten. Het wilde een blijvende vorm van samenwerking zoeken op een gemeenschappelijk fundament van zoiets als een Christelijk- Humanisme.
Voor alles werd de anti-these verworpen en zette men zich tegen de ,, Christelijke" organisaties. De Christen moest zich in de wereld bewegen, onder de anderen getuigen, zo oordeelde men. Intussen scheen men het zeer gewoon te vinden, dat de z.g. neutrale organisaties voortgingen. Er waren zelfs predikanten, die zich aansloten bij de P. v. d. A.. de nieuwe vorm van de S.D.A.P. Nog altijd zijn er dominé's, die daarbij volharden.
   Niettemin zijn wij van mening, dat dit geen navolging verdient.
   Ook voor de man, die zich heeft aangesloten bij een Christelijke Vakvereniging, blijft nog ruimte en gelegenheid te over, om te getuigen naast het getuigenis, dat van de organisatie op zichzelf reeds uitgaat.
   Dat wil nog niet zeggen, dat wij alle Verenigingen, die zich met de naam Christelijk sieren, zouden toejuichen.
   Ik ben het met de vrager eens, dat er gevallen zijn, waarin men dat beter kon nalaten. Dit echter kan geen grond zijn om de zaak als zodanig te verwerpen.
   Op sociaal en politiek terrein is nu meer dan ooit aanleiding voor de Christen om gemeenschappelijk op te trekken, gemeenschappelijk te getuigen en gemeenschappelijk te zoeken naar een weg in de moeilijke omstandigheden, waarin wij ons bevinden, die wij in het geloof kunnen gaan.
   Er is ook behoefte aan mannen, die in de Christelijke Vakvereniging een woord weten mede te spreken en te getuigen naar de goe­de belijdenis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen