De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

EEN ZEGENEND WOORD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN ZEGENEND WOORD

8 minuten leestijd

„want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten." Hebr. 13 : 5b.

De weg ligt weer voor ons. Even hielden wij de pas in, maakten wij op de plaats halt. Het was maar een overgang van oud naar nieuw, wij werden eenvoudig meegenomen. Een vrij willekeurige overgang, toegegeven. Toch een welkome aanleiding om de weg eens te overzien, terug te kijken en vooruit te kijken. Niet te ver vooruit overigens. Wij leven van dag tot dag. Wat kan ons niet overkomen, wat komt er naar ons toe. De toekomst is zo onzeker, dat we onwillekeurig even huiveren, een vage angst kan zich van ons meester maken en die bezweren wij niet met een welgemeend: veel heil en zegen. Hoewel . . . Veel heil en zegen, dat is nu net wat wij nodig hebben, mits wij bedenken: Het heil is des Heeren, Uw zegen is over uw volk.

Een zegenend Woord is de tekst die wij samen gaan overdenken, omdat het ons houvast biedt wanneer we wat duizelig worden van al het veranderlijke en vergankelijke, van al het onzekere dat ons bedreigt. Het Woord des Heeren bedriegt ons niet, het is niet onderhevig aan veranderen en vergaan. Het veroudert niet, het draagt het kenmerk van Hem, Die het spreekt: De eeuwige God: Want Hij heeft gezegd. Hij bij wie geen schaduw van ommekeer is. Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten. Ik laat u niet los. Ik laat u niet in de steek. Van begeven en verlaten is ons leven vol. Wanneer wij mensen tegen elkaar zeggen: Ik zal u niet begeven en ik zal u niet verlaten, dan kunnen wij dat niet waar maken. Een vrouw moet haar man loslaten en ouders laten hun kinderen in de steek. Daarbij denk ik niet eens aan ontrouw en moedwil. Het is de onverbiddelijke dood, waardoor leven en samenleven ontbonden wordt. Wie is er niet bang voor: Begeven, verlaten. Ik u niet, verklaart de Heere; Ik zal bij u blijven.

Ik. Dat is de hoge en heilige God. En u, wie is dat? Dat is een mens, een zondig mens. Ik u wel, dat was eigenlijk eerder te verwachten. Wij hebben met de Heere gebroken, wij hebben Hem de rug toegekeerd. Hoe kan de Heere dat nu anders beantwoorden, dan met een vastberaden: Ik zal u begeven en veriaten. Begeven betekent: Opgeven. De Heere behandelde ons met veel geduld. Hij deed er alles aan om ons naar Zich toe te halen. Nu geeft Hij het op. Verlaten betekent: Aan zijn lot overlaten. Daar hebben wij het naar gemaakt. Meent u dat? Ziet het er daarom zo donker voor u uit? Denkt u: de Heere kan tot mij nooit zeggen: Ik zal u niet.

U hebt gelijk, het kan ook niet. Dat houde ieder zich voor gezegd, die zo'n Woord aan de Heere ontvreemden wil, en er zich dan mee uit de voeten maakt, om zijn eigen weg te vervolgen. Vergeten we toch niet, dat het oordeel Gods over onze zonden een nameloze en eindeloze eenzaamheid is. Zo'n woord komt niet uit de lucht vallen, het neemt vlees en bloed aan, in Christus Jezus. Hij draagt de naam: Immanuël: met ons is God. Hij heeft dit „niet" verdiend, toen Hij in het grote onheil hing: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten. Om stil van te worden. Het is geen goedkoop woord, het is met het bloed van Christus betaald. Door Hem alleen kan er sprake van zijn, en in Hem alleen hoort u het duidelijk klinken.

Onze eigenlijke levensnood, is de vloek van het door God verlaten zijn. Door het kruis van Christus wordt die vloek veranderd in de zegen. Daarom zet ik een kruis bij de tökst, een groot kruis. Hoor ik het goed: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten. U hoort het alleen maar goed, als u het hoort in die naam: Immanuël. Dat zou een eind maken aan veel onzekerheid. We vertrouwen onze oren niet, wij vertrouwen ons hart niet. Wanneer we dan Christus maar vertrouwen, in Wien bet Woord des Heeren bevestigd wordt. Ik - u. Dat is kortsluiting, het vonkt even, dan valt het licht uit. Ik u! De Middelaar komt er tussen, de verzoenende kracht van Zijn dood. Nu gaat het licht aan. De Heilige Geest maakt contact in en door het geloof, zodat wij mogen horen: Ik zal u niet.

Want Hij heeft gezegd. Hier wordt een woord aangehaald uit het oude testament, waar de gemeente van de nieuwe dag het ook mee kan doen. Het oude is niet verouderd, het wordt in het nieuwe overgenomen. De apostel beroept zich op het blijvende Woord Gods, hij put er troost uit, hij puurt er troost uit, zoals de bijen uit de bloemen honing puren. Het woord wordt ons zo kostbaar, omdat de Heere het zegt. De Heilige Geest bindt er ons aan: Want Hij heeft gezegd. Het geloof geeft niets voor de woorden van mensen, het heeft alles aan het woord des Heeren. En het oefent de gemeenschap der heiligen, in dat gemeenschappelijke luisteren, naar wat Hij heeft gezegd.

Jakob is voortvluchtig, de slaap overmant hem, in het open veld, dient een steen hem tot peluw. Hij droomt van een ladder, die van de hemel tot de aarde reikt, en hij hoort de Heere zeggen: Want Ik zal u niet verlaten. Had Jacob dat verdiend? O nee. De trouw Gods schittert, als sterren aan de hemel. Niet verlaten, al zal het u zwaar vallen bij Laban. Jakob kan gerust zijn, met dit Woord komt hij overal doorheen, en komt hij alles te boven. Welgelukzalig, die de God van Jakob tot zijn hulp heeft, wiens verwachting van de Heere zijn God is. Hoort het, huis van Jakob. In veel verdrietelijkheden, niet verlaten, niet aan uw lot overgelaten.

Mozes gaat Israël verlaten, nadat hij lange tijd hun leidsman geweest is. Dan troost hij het volk: Want het is de Heere uw God, Die met u gaat; Hij zal u niet begeven, noch u verlaten. Wat moest er anders van terecht komen? Zouden ze Kanaän veroveren? De vijanden verslaan? Zonder Mozes? Zonder Mozes, maar met de Heere. De strijd is aan de orde van de dag, de strijd tegen de zonde, de wereld, het eigen vlees. Aartsvijanden zijn het, die ons voortdurend aanvechten. Wat een overmacht! Ik zal u niet. Dat geldt de voorhoede, dat geldt even goed, de vrouwen en kinderen die meetrekken. De Heere gaat met hen verder. Hij beschermt hen Hij omringt hen met vrolijke gezangen van bevrijding. Wie dat hoort, kan er weer tegen.

Mozes ging heen, Jozua neemt de leiding van hem over. Kan hij het wel aan? Gelijk als Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet begeven en zal u niet verlaten. Ik zal bij u blijven. Jozua moest Mozes missen en hij wist zich verre de mindere van zijn voorganger. Ik ben geen Mozes, zal hij vaak gezucht hebben. Ik zal met u zijn, gelijk als Ik met Mozes geweest ben. Misschien moet u leiding geven in de gemeente. Misschien moet u een plaats innemen, die open viel. Hoorde u de Heere dit niet zeggen? Wonderlijk genoeg, het woord dat Hij eens tot Mozes sprak, verklaart Hij ook op Jozua van toepassing.

Eeuwen later spreekt David zijn zoon Salomo toe: Wees sterk en heb goede moed, vrees niet en wees niet verslagen; want de Heere, mijn God zal met u zijn; Hij zal u niet begeven en Hij zal u niet verlaten. Salomo moet het volk met wijsheid regeren, hij moet bovendien het huis des Heeren bouwen. Hoe zal hij dat volbrengen. Uit kracht van het: Ik zal des Heeren. Levenstaak en werkkring vallen onder dit zegenende woord. Doe maar wat uw hand vindt om te doen, en doe het met macht. De zegen is machtig.

Nog één voorbeeld. De ellendigen en nooddruftigen zoeken water en daar is geen. Hun tong versmacht van dorst. Ik de Heere zal ze verhoren, Ik de God Israëls zal ze niet verlaten. Het leek ernaar, dat de Heere hen aan hun lot overliet, versmachten, dat is heel erg. Maar nee. Hij zal hun dorst lessen. Hij stelt de woestijn tot watertochten. Laat dat maar aan Hem over. Hij doet het boven bidden en denken.

Merkt u, boe vaak de Heere het zegt. Het is telkens een woord, dat ingaat op onze zorgen en noden. Wij mogen het heden horen. Al lezende, denkt u: het zegt mij niets. Dat kan. De Héére zegt het. Veel heil en zegen voor het nieuwe jaar. Dit zegenend woord, voor vandaag en morgen.

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

EEN ZEGENEND WOORD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's