De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Zorgvuldigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zorgvuldigheid

4 minuten leestijd

Inleiding
In de gelegenheid gesteld door de redactie om op het stuk van dr. D. de Vos te reageren, doe ik dat alleen vanwege de verwarring die het oproept. En daarvoor gaat het over te belangrijke zaken. In het bewustzijn dat voor vele lezers de zaak te ingewikkeld kan zijn poog ik een eenvoudige reactie te geven.

Aanleiding
Wie een uitspraak citeert is gehouden de achtergrond zowel als het verband goed in het oog te houden. De geciteerde overweging staat in een arrest van het gerechtshof te 's Gravenhage in een hogerberoepsprocedure na een vonnis in kort geding. Het kenmerk van een vonnis in kort geding is dat slechts om een ordemaatregel gevraagd wordt. Een ordemaatregel, in dit geval in Ouddorp, vanwege een geschil over de bevoegdheid van een plaatselijke kerkvoogdij die niet is aangepast na de kerkordewijziging van 1991.
Beide rechtszaken zijn door de Hervormde Gemeente Ouddorp verloren. Het ging dus om een geschil over bestuur en beheer en niet over een principiële rechtszaak aangaande de relatie van de landelijke kerk tot de plaatselijke gemeenten. Dit laatste is door de rechter niet getoetst. Hij lijkt te veronderstellen dat de kerk een soort vereniging met leden is.

Onjuist
In de slepende rechtszaak tussen een aantal procederende gemeenten, dat per rechterlijke uitspraak daalt, over de bevoegdheid van de kerk om op beheersterrein algemeen geldende regels vast te stellen, is één en andermaal door de rechter uitgesproken dat de kerk wordt geregeerd door haar eigen statuut, ook ten aanzien van het beheer van de goederen. Dat heeft dan ook voorrang wanneer de rechter zaken met een binnenkerkelijk karakter toetst.
Gaan we te rade bij ons kerkelijk statuut, dat is onze kerkorde, dan lezen we in II.1: 'Krachtens het genadeverbond behoren tot een Hervormde Gemeente, die rondom Woord en sacramenten wordt vergaderd, en mitsdien tot de Nederlandse Hervormde Kerk, gesteld onder haar opzicht enz.' in ord. 2.1.1: 'Elke gemeente heeft haar door de Kerk vastgestelde grenzen enz.'
In september 2000 heeft de synode de nota 'Om de heelheid van de Kerk' behandeld. Over het principiële uitgangspunt dat gemeenten een organische verbinding vormen en onze Hervormde Kerk dan ook een niet te verbreken eenheid vormt waren de synodeleden vrijwel unaniem. Vanwege de consequenties van dit principe in de huidige kerkelijke spanningen is gevraagd om de nota op die punten aan te vullen.
Ook in de Gereformeerde Kerken wordt met nadruk gesteld dat in de hervormde kerkstructuur het afscheiden van gemeenten niet mogelijk is. Men vraagt de plaatselijke kerken deze consequentie in het licht van het Samen op Weg-proces nadrukkelijk onder ogen te zien.

Actualiteit
Het bericht van dr. D. de Vos opent met te stellen dat er geen geringe winst behaald is met de uitspraak in hoger beroep van het kort geding. Echter reeds in het arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 18 september 1997 wordt een vergelijkbare formulering, als nu in de hogerberoepszaak Ouddorp, in een overweging neergeschreven. Zoals reeds eerder gesteld, is dit door de rechter zo gezegd vanuit een vooronderstelling ten aanzien van een kerkelijke structuur, die echter voor onze kerk niet geldt. Daarop richtte zich zijn aandacht dan ook niet, dat was hem niet ter beoordeling voorgelegd. Wel is in alle drie de door de Kerk gewonnen rechtszaken in de bodemprocedure het rechterlijke standpunt te vinden dat vanwege de scheiding van Kerk en Staat het kerkelijk statuut in beginsel prioriteit heeft.

Conclusie
Een en andermaal is door de rechter bevestigd dat de Kerk bindende regelgeving kan uitvaardigen voor al de gemeenten. Het is de synodale bevoegdheid. Het is voor de rechter dan ook vanzelfsprekend dat gemeenten als onderdelen van de Kerk zich schikken in die regelgeving. Of gemeenten de keus hebben onderdeel van de Kerk te blijven heeft de rechter niet getoetst. Dit kan op grond van het kerkelijk statuut alleen maar ontkend worden. De suggestie van dr. D. de Vos van keuzevrijheid is buiten het verband en onzorgvuldig gedaan op grond van een enkele zin in een rechterlijke overweging. Dat een deelgemeente of een buitengewone gemeente vrijwillig tot de kerk toetreedt is evenzeer onjuist. Leden van de kerk kunnen in een bepaalde knelsituatie binnen de kerk een andere vorm van gemeente-zijn aanvragen, meer niet.

B.J. VAN VREESWIJK

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zorgvuldigheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's