STAAT EN MAATSCHAPPIJ
Twee aangezichten.
De Sociaal Democratische Arbeiderspartij is de partij met twee aangezichten.
Verkeeren de Socialisten te midden van partijgenooten of voeren zij op hunne meetings of congressen het woord, dan treedt het revolutionair sentiment in krachtige taal naar voren en wordt bij zulk een gelegenheid het republikeinsch gevoelen niet onder stoelen of banken gestoken ; doch worden diezelfde mannen die zoo bruut optreden, over hunne uitlatingen op volksvergaderingen, in het parlement ter verantwoording, geroepen, dan wringen zij, zich in allerlei bochten om aan den greep te ontkomen, waarin het een of ander Kamerlid hen hardhandig vasthoudt.
Zoo stond het in het jaar 1918, toen de Sociaal Democraten in de Novembermaand van dat jaar naar de macht grepen, en toen zij poogden om door hel prediken der revolutie zich van het regeerkasteel meester te maken. Zoo handelde het Kamerlid Van Zadelhoff ten tijde, dat hij er in de Tweede Kamer van gewaagde, dat bij de mobilisatie van het leger de Sociaal Democraten alle berekeningen in de war zouden sturen, dat zij probeeren zouden door massale dienstweigering, desnoods door algemeene werkstaking, den oorlog onmogelijk te maken. En niet anders was de houding van den leider van de Sociaal Democratische Kamerfractie, den ingenieur Albarda, op het demonstratief congres van de vorige maand, toen .hij zeide : „dat — wanneer de regeeringen de misdaad van den oorlog zouden ontketenen, daartegen elk doelmatig middel geoorloofd is, ook al valt het ver buiten het wettelijk geoorloofde".
Doch noch mr. Troelstra in 1918, noch de heer Van Zadelhoff in 1928, noch de heer Albarda bij het jongste debat in de Tweede Kamer over het vlootplan van Minister Deckers, gaven op verlangen van de regeering duidelijk en klaar te kennen, welke consequenties uit hunne woorden moesten worden getrokken. Steeds was het een uitvlucht, waarmede zij zich van de zaak afmaakten. De nadere verklaringen, die deze revolutionairen van hun optreden en van hunne woorden gaven, brachten niet het minste licht.
De vraag blijft alzoo open, welke de houding der Sociaal Democraten zal zijn, voor het geval de regeering zou worden gedwongen om ter .handhaving van de neutraliteit des lands, dan wel in laatste instantie ter zijner verdediging, de weermacht te mobiliseeren.
In de verklaring van den heer Albarda, welke om reden dat de voorzitter der Kamerfractie haar uitsprak, van groote beteekenis is, werd noch het ja, noch het neen vernomen.
Ook uit dit feit blijkt weer het tweeërlei aangezicht der Socialisten.
Toch willen de geestverwanten van den heer Albarda, die in de leus der revolutie en in hare toepassing zijn grootgebracht, van het halfslachtig standpunt der leiders niets weten. Zij willen het ja of neen duidelijk ihooren uitspreken.
Dit blijkt uit wat „De Socialist", het orgaan van den linkervleugel der Sociaal Democratische Arbeiders Partij, na 't incident in de Tweede Kamer schreef.
Het blad stelde de vraag : "Wat beteekent dit alles ? " en gaat dan als volgt voort :
Waarom moet men bij de behandeling nota bene van de vlootuitbreiding in 't bijzonder voor Indonesië (Ned. Indië) een ongevraagd votum van vertrouwen aan een burgerlijke regeering geven, juist ten opzichte van het punt, waarop het diepste wantrouwen van den kant der Socialistische Arbeidersbeweging geboden is ?
De partij heeft het recht op een duidelijk antwoord.
De Kamerfractie is voor een dergelijke uitlegging van haar houding in geval van oorlog verantwoording schuldig aan de Partij, aan de vakbeweging, aan de arbeidersklasse. We staan thans opnieuw voor de jammerlijk „ja-noch-neen" politiek van 1928 (incident Van Zadelhoff).
Zullen wij de Nederlandsche arbeidersklasse in geval van mobilisatie in Nederland oproepen om die mobilisatie te saboteeren en oorlog te verhinderen met alle middelen, wettige of onwettige, ja of neen ?
Aan alle verwarring, stichtende aarzeling of halfslachtigheid op dit punt moet nu eindelijk eens een eind komen.
Onze actie moet voor de Nederlandsche bourgeoisie wel "gevaar beduiden"
De Partij zal moeten doen wat Albarda en de Kamerfractie verzuimden te doen : een duidelijke uitspraak geven, die geen ruimte voor eenig „misverstand" laat en tegelijkertijd met allen ernst en kracht gaan werken aan de voorbereiding van de resoluties van Rome en Den Haag, waarbij revolutionaire actie van de arbeidersklasse in geval van oorlog wordt geëischt".
Tot zoover het orgaan ,,De Socialist".
Men ziet uit het artikel, waarvan we enkele woorden lieten spatiëeren, dat de redactie van het weekblad het met het halfslachtig standpunt, door den heer Albarda in de Tweede Kamer ingenomen, niet tevreden is. En dat, waar dit Kamerlid in gebreke bleef om duidelijk en onomwonden de houding der Socialistische Partij als revolutionaire organisatie bij de afkondiging eener mobilisatie van de weermacht aan te geven, de partij datgene zal moeten doen, wat de : heer Albarda en de Kamerfractie verzuimden.
In niet minder krasse woorden dan "D e Socialist" het deed ei^^iet niet minder klaarheid, stelde de Socialistische Kiesvereeniging Utrecht 3 de vorige week haar standpunt vast ten opzichte van de houding, welke de Sociaal Democratische Arbeiders Partij bij een mobilisatie van leger en vloot heeft aan te nemen.
De motie, die de kiesvereeniging aannam, is wel wat lang, doch om de groote beteekenis, welke zij heeft voor het vaststellen der revolutionaire gezindheid der partij en om te doen uitkomen welk ernstig gevaar van dien kant de veiligheid des lands bedreigt, laten wij haar hieronder in haar geheel afdrukken.
De motie luidt :
„De afdeeling, enz., kennis genomen hebbende van 't artikel, getiteld : „Vredesorganisatie", in het Populair Wetenschappelijk Bijyoegsel van , , Het Volk" van 8 September j.l. ;
van meening, dat uitingen als van partijgenoot J. W. Albarda (dat legen de misdaad van den oorlog alle doelmatige middelen, ook al vallen zij buiten hetgeen wettelijk geoorloofd is, noodig zijn) en een motie als van Rotterdam 7 (waar in geëischt wordt de arbeidersklasse vertrouwd te maken met de gedachte, dat elke oorlog of poging daartoe beantwoord dient te worden met een massale dienstweigering en het uitroepen der algemeene werkstaking) en een redevoering als van partijgenoot Jan ter Laan (waarbij hij, onder algemeene instemming van het congres der partij, eischte om bij afkondigen der mobilisatie de revolutie te proclameeren), leege gebaren zullen blijven, als er niet tijdig een organisatorische vorm voor zal worden gevonden ;
van meening, dat de internationale toestanden, in het bijzonder zooals die zich in Europa ontwikkelen, opnieuw een oorlog zullen doen ontbranden ;
eveneens van meening, dat de nieuwe oorlog in Europa wederom zal worden ingezet onder de leuze der vaderlandsverdediging ; nog meer van meening, dat de oorlog zal dienen om kapitalistische belangen te behartigen.
van oordeel, dat de sociaal-demoerat ten onder geen enkel beding aan dien oorlog mogen deelnemen of in welken vorm ook steun verleenen ;
spreekt den wensch uit, dat het bestuur van de S.D.A.P. die maatregelen zal treffen, waardoor althans in Nederland het volk zal weigeren voor de bezittende klasse een oorlog te voeren ;
noodigt : het partijbestuur uit om te onderzoeken of het mogelijk is aan de gedachten van partijgenoot Albarda en Ter Laan en aan den vredeswil der S.D.A.P. uitdrukking te geven in organisatorischen vorm ;
verzoekt het partijbestuur binnenkort van zijn bevindingen aan leden der partij mededeeling te doen".
Ook in deze motie wordt geen blad voor den mond genomen. De Sociaal Democraten in Utrecht spreken het open en rond uit, dat de partij aan leege gebaren, zooals de buiten-wettelijke middelen van den heer Albarda en het proclameeren van de revolutie bij afkondiging der mobilisatie van den heer Jan ter Laan niets heeft ; het moet tot daden komen. Zelfs eischten zij, dat thans reeds de maatregelen zullen worden getroffen om de actie der Socialisten bij het mobiliseeren der weermacht voor te bereiden.
Nu wijzen al deze uitlatingen er op, dat wij in een toestand gaan komen, die een hoogst bedenkelijk karakter draagt.
Daarvan doet niets af het feit, dat de heer Albarda een paar dagen geleden zijn woorden nog weer eens nader verduidelijkte door te verklaren, dat wat hij op het demonstratief congres zeide, zag op een roekelooze mobilisatie. Maar wie zal uitmaken of een mobilisatie van leger en vloot al of niet roekeloos is ?
De ernst van den toestand zit .hierin, dat tengevolge van het ophitsen der massa door de Sociaal Democratische partijleiders, het revolutionaire sentiment der Socialisten bevrediging eischt. Daardoor wordt voor de Communisten de weg geopend om hunne gelederen te versterken.
Het tweeërlei aangezicht van de Sociaal Democraten heeft wind gezaaid en is bezig storm te oogsten.
In onzen tijd, waarin de banden worden verscheurd en de touwen worden weggeworpen, hebben wij ons rekenschap te geven van den hoogst ernstigen toestand, dien wij beleven.
Daarom is het meer dan ooit noodig om de aandacht te vestigen op de groote gevaren, die dreigen, en van den Heere af te bidden, dat Hij ons volk de oogen opene en de wijsheid schenke om in Zijne kracht al die maatregelen te treffen die ons land voor de revolutie kunnen bewaren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1930
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1930
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's