De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FEUILLETON

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FEUILLETON

5 minuten leestijd

SCHETSEN UIT HET FRIESCHE DORPSLEVEN
door IDSARDI.
36)
Of hij ook van kinderen houdt ? Natuurlijk. Sander zou zeggen „vanzelf". De Heiland hield immers ook veel van de kleinen. Hij heeft ze eens gezegend, en gezegd, dat zij voor het koninkrijk der hemelen bestemd zijn. Daar weet Henkie van Sien van mee te praten. Toen die stakkerd door de vele goede zorgen, die hij hier op „de Viersprong" ondervond, aardig op verhaal mocht komen, niet het minst ook door veel van de buitenlucht te genieten, was de tuin van Sander de plek waar hij uren doorbracht. „Kom maar zoo vaak je wilt hoor," heeft hij gezegd, en de daad bij het woord voegend, heeft hij den ongelukkigen knaap meegenomen naar zijn huis, om het ventje daar een vreugde te bereiden, die hij in lang niet genoten had. Wat kon Sander mooi vertellen. Wat had hij prachtige plaat- en boekwerken! Wat kon hij aardig knutselen! Henkie voelde zich hier geheel thuis, en als Sien van huis moest om hier of daar hare diensten te presenteeren, of met hare kleine negotie in koffie en thee iets te verdienen, dan behoefde men nooit te vragen waar Henk was, als tenminste de woning van Sander niet op slot zat.
Volgens Sanders opvatting zijn kinderen van Christen-ouders oorspronkelijk erfgenamen Gods, als zij zich maar hun roeping bewust blijven en het Verbond houden, dat de Heer met hun ouders en daardoor met hen gesloten heeft. ,,Kleine majesteiten, " — noemt hij ze wel eens, in welke het al spoedig openbaar wordt, dat zij meenen tot heerschen geroepen te zijn, en die dan ook als koningskinderen moeten behandeld.
Of hij dan niet de zaden der zonde in het kinderhart opmerkt, die slechts op ontwikkeling wachten, en vaak zulke vreeselijke vruchten afwerpen? O zeker wel. Hij beaamt ten volle wat Paulus zegt als hij het heeft over de verdoemelijkheid van het gansche menschelijk geslacht, en dat allen, in Adam gevallen, van nature onder den vloek van Gods toorn liggen. Maar voor hem heeft het Kruis van den Heere Jezus zulk een overweldigende beteekenis voor deze verloren wereld gekregen, dat hij daarin 't afdoend bewijs van de verzoening Gods met het gansche menschelijke geslacht meent te moeten zien, Waardoor elk schuldig Adams kind moet worden beschouwd als een voorwerp van Gods weêrgalooze zondaarsliefde. Zoodat het verloren gaan van een menschenziel alleen maar weer mogelijk is, wanneer opzettelijk de genade Gods in Christus wordt versmaad of in vijandschap tegen het Kruis geleefd.
D'r zijn in de gemeente van Zorgvliet wel, die in dit opzicht met „den profeet" van gevoelen verschillen. Baas Prik b.v., bij wien hij in de avonduren nog al eens komt praten, om met hem diep geestelijke dingen te overdenken, heeft een geheel andere opvatting van de waarheid, en Jasper, de koster, ook, omdat zij beiden langs een geheel anderen weg zijn toegebracht. De schoenmaker-ouderling vindt zich meer thuis in de beschouwingen der oude schrijvers, wier nagelaten werken in stevige banden op een rijtje in zijn boekenkast staan; altemaal „juweeltjes", zegt hij, van godzalige mannen, die de verkiezende genade bizonder aan hun harten ervaren hebben. Degelijke kost, waarbij een mensch leven kan, en heel wat anders dan de melk-en-water-spijs, waarmee het jonge geslacht wordt opgevoed. Hij zegt, dat wij leven in de dagen van den profeet, toen men liefst een lied der minne hoorde en de breuk van de doch­ter Sions op zijn lichtst genezen werd, met een vrede, vrede en geen gevaar. Niets dan een pleisteren met looze kalk om het uitwendige op te knappen, zooals men in Jezus' dagen met de graven deed, maar die van binnen vol doodsbeenderen waren.
Volgens hem is Sander veel te ruim in de leer, door ook degenen, die zich van God en Zijnen dienst afkeerig toonen, te beschouwen als de zoodanigen, voor wie de Heere Jezus in de wereld kwam om hen zalig te maken. Dat weet men niet. Niemand weet dat, omdat dit dingen zijn die tot Gods onbegrepen Vrederaad behooren en geheel in strijd zijn met de uitverkiezing, volgens welke de Heer zich ontfermt over wien Hij wil, en óók verhardt dien Hij wil. O, baas Prik is zoo bang voor dat algemeene, want er moet wat aan de ziel gebeuren, vóór zij behouden wordt. Daar staat geschreven, dat de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, en het zal wat beteekenen met een ingebeelden hemel verloren te gaan. Hij zou niet graag willen zeggen dat ds. Randwijk niet zuiver in de leer is, want als deze bij zijn prediking in die passaten komt, waarbij het gaat over de vrije genade, of over de diepe bedorvenheid van het menschelijk hart, dan gaat hij daar volkomen mee accoord, maar hij zou wél graag willen dat daar altijd maar weer op gewe­zen werd en wat minder gesproken over de openbaring van het christelijk leven. Want van dit laatste kwam toch zoo goed als niets terecht, en het kon zoo gemakkelijk een grond worden, waarop men de eeuwigheid meende in te kunnen gaan. Dat mag Sander ook wel goed bedenken, vooral omdat hij zooveel met de menschen over geestelijke dingen spreekt, maar daarbij hen vooral voor het feit van Gods zondaarsliefde plaatst.
Maar als Sander dan zijn bijbeltje, dat hij geregeld bij zich heeft, en vol aanteekeningen staat, uit den binnenzak haalt, en aan het redeneeren komt, dan valt 't baas schoenmaker vaak niet mee om zijn meening tegenover hem vol te houden. Omdat hij met het Woord in de hand zoo sterk staat als hij 't heeft over de liefde Gods voor de groote wereld, die in het booze ligt, en over den Heiland, die zelfs de grootste der zondaren, naar wien niemand meer zou omzien, aannam.
(Wordt vervolgd).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FEUILLETON

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's