De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Samen praten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samen praten

9 minuten leestijd

Het moderamen van de synode gaat gesprekken organiseren tussen de onderscheiden groeperingen in de Hervormde Kerk. Dat was het resultaat van een lange, soms emotionele bespreking naar aanleiding van een nota van het moderamen over de weg van het belijden der kerk. Die nota was opgesteld naar aanleiding van vragen, die loskwamen sinds de toekenning van subsidies uit de Generale Kas aan de Gereformeerde Bond. Kon dat eigenlijk wel, dat modaliteiten werden gesubsidieerd? Werd daarmee de modaliteitenkerk in feite niet gesanctioneerd? Werd hier van de nood geen deugd gemaakt?

Wij stellen als Hervormd-Gereformeerden dat ons werk gewóón hervormd werk is, in de zin van de confessie, dat dit werk als zodanig voor ieder ter beoordeling mag staan en dat het verder voor ons de vraag is of al het andere werk, dat uit de Generale Kas wordt gesubsidieerd, wel zo gewóón hervormd is. Dat wij als Hervormd-Gereformeerden voor wat wij als gewoon hervormd werk zien een organisatorische vorm binnen onze kerk moesten vinden, omdat anders dit werk niet zó verricht zou worden, is kennelijk nog niet voor ieder duidelijk. Vandaar de discussies. Vandaar ook de nota van het moderamen, die over de verscheidenheid binnen onze kerk gaat.

Nota van het moderamen

De nota van het moderamen is een goed stuk. De nota stelt dat de polarisatieverschijnselen, die zich hu in onze kerk voordoen, niet zonder meer samenvallen met de oude richtingstegenstellingen tussen orthodoxen en modernen uit de vorige eeuw, tussen confessionelen en ethischen, tussen confessionelen en hervormd-gereformeerden. Rondom het Getuigenis vond een groepering plaats, die door de modaliteiten heenbrak. Anderzijds kwam op het Getuigenis een stroom van kritiek los van de kant van hen, die zich niet konden vinden in de stellingname van het Getuigenis tegen de maatschappijkritische stromingen in de kerk. De nota merkt in dit verband op dat het onjuist zou zijn de thans waarneembare tegenstellingen alle op rekening van het Getuigenis te zetten. De tegenstellingen waren er al voor het Getuigenis verscheen. Het Getuigenis heeft alleen maar die bewegingen aangewezen, die gekenmerkt zijn door een radicaal-maatschappijkritische en politiek tegen het neo-marxisme aanleunende levenshouding.

Uitgesproken wordt dan dat het tot het eigene van de Hervormde Kerk als reformatorische kerk van gereformeerd stempel behoort, dat zij zich gebonden weet aan datgene wat zij in artikel X van haar kerkorde omtrent zichzelf uitspreekt. Zij staat of valt met haar bereidheid om, in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis der vaderen, de Naam van de Drieenige God, Vader, Zoon en Heilige Geest te belijden; als de enige Naam in hemel en op aarde, waarin ons heil gelegen is.

Op grond daarvan zal men in de Hervormde Kerk niet mogen uitgaan van een soort pluriformiteitsgedachte alsof uit een optelsom van vele deelwaarheden de waarheid, die in Christus is, als vanzelf zou voortkomen. Integendeel de Hervormde Kerk moet bereid blijven om elkaar tegensprekende en tegenstaande groeperingen tot een ontmoeting te brengen in een confrontatie met het getuigenis van apostelen en profeten, met het belijden der vaderen en met de wereld waarin wij leven. Daarbij mag de mogelijkheid niet uit de weg worden gegaan, aldus de nota, dat tegenstellingen aan het licht komen, die voor de noodzaak stellen dwalingen aan te wijzen en af te wijzen. De kerk kan het 'heden' niet als norm voor het belijden stellen. De verkondiging van het komende Rijk dient te geschieden in Hem in Wien het nabij gekomen is. Verzoening is er niet zonder belijdenis van schuld. Gerechtigheid Gods mag nooit vereenzelvigd worden met de gerechtigheid die in de samenleving moet worden nagejaagd en die als het ware de souvereine genade van God, die goddelozen rechtvaardigt, zou gaan vervangen.

De ontvangst in de synode

Het merkwaardige van een nota als deze, is dat de synode er zich geheel achter plaatste en deze als uitgangspunt voor gespreksgroepen in de kerk aanvaardde. Dat duidt er alleen maar op dat ieder er zo zijn eigen interpretatie aan geeft. Dat geldt met name waar het artikel X van onze Kerkorde betreft. Zodra de punten echter een keer concreet worden gemaakt en inderdaad de vraag aan de orde gaat komen waar de kerk weren moet wat het belijden weerspreekt, dan komen de kaarten opeens anders te liggen.

Zodra we met elkaar onder dezelfde preek zitten — ds. Wursten sprak daarover in de discussie — dan is er van eenstemmigheid en herkenning van elkaar vaak geen sprake meer. Ten aanzien van de belijdenis, ten aanzien van de religie van de belijdenis zijn er fundamentele tegenstellingen, zei ds. Binnekamp. En ds. K. A. Abelsma merkte zelfs op dat het ernaar uitziet dat we naar twee kerken in één kerk gaan vanwege de twee totaal verschillende mentaliteiten.

Het was verder professor Jonker, die duidelijk onder woorden bracht welke mentaliteit door het Getuigenis werd afgewezen, maar die in de kerk momenteel volop voorkomt. Het is die theologische mentaliteit die de bijbel uitsluitend plaatst in het raam van het politiek handelen, die over het geloof spreekt als over 'het deelnemen aan het bevrijdend handelen van Jezus', die met de kerk als instituut heeft afgerekend en die de theologie uitsluitend ziet als hulpmiddel voor de sociale en menswetenschappen. Deze mentaliteit, aldus professor Jonker, is een totaal andere dan die in de nota van het moderamen wordt bepleit. De voorvraag waar alles op vast zit is dan ook: hoe zien we de kerk naar haar wezen? Zo formuleerde ds. Wursten het, die tevens opmerkte dat het herkenningspunt in de prediking ligt.

Goed bedoeld; maar de praktijk

Hoe goedbedoeld een nota als deze moge zijn, de vraag is of alle goede bedoelingen niet stukbreken op de weerbarstigheid van de praktijk. Want op de synode is allerwege te voelen dat er inderdaad sprake is van verschillende mentaliteiten, van een denken op verschillende golflengten. Dat verhelp je niet met nota's, zelfs niet met gesprekken. Iemand merkte op dat gesprekken de vervreemding soms alleen nog maar doen toenemen. Dan merk je namelijk pas goed hoe ver je soms van elkaar staat.

In de confrontatie met elkaar is het vaak in onze kerk een moeizame zaak. Er werd bij de behandeling van deze nota nogal eens opgemerkt dat het vaak schort aan goede communicatie. De vraag is echter waarom die communicatie er niet is. Is het in feite niet zo dat de rechterflank van de kerk bij alle beleidsvragen, bij benoemingen en bij de behandeling van stukken, die het belijden van de kerk raken, inderdaad onder het juk van de midden-orthodoxie is doorgegaan? Het is vaak een moeizame zaak om in dit synodale bedrijf mee te blijven doen en de communicatie te handhaven als je ziet dat de karavaan voorttrekt ondanks de blaffende honden. Het is geen wonder dat velen hun belangstelling voor deze synodale werkzaamheden al lang hebben prijs gegeven. Het hart van de kerk klopt in de gemeente. De synode is in de huidige situatie slechts het grote forum waar de tegenstellingen in de kerk duidelijk aan het licht treden en waar jarenlang in feite eenrichtingverkeer is toegepast.

Daar komt nog bij dat de wijze waarop de synode is samengesteld al lang geen getrouw beeld meer geeft van de kerk. We hebben al vaak op dit aambeeld gehamerd. Maar wanneer komt er eens een andere classicale indeling, die recht doet aan de werkelijke verhoudingen? Bovendien, de keuze van de afgevaardigden is op zich vaak al een strijd tussen de richtingen. Ook in dit opzicht gaat de rechterflank herhaaldelijk door onder het juk van de midden-orthodoxie. Bovendien komt het voor dat een classis, die vrijwel geheel uit G.B; -gemeenten bestaat, geen afgevaardigde sturen kan, die in de lijn van deze modaliteit ligt om de eenvoudige reden dat bijvoorbeeld een ouderling-kerkvoogd moet worden afgevaardigd, terwijl géén gemeente in die classis een aangepaste kerkvoogdij met ouderling-kerkvoogden heeft. Het ziet er nu al naar uit dat de invloed van het rechter deel van de kerk na 1 januari in de synode aanzienlijk zal verminderen om allerlei redenen. Hoe blijf je als synodelid uit de rechterflank dan toch goedsmoeds en voluit op de zaak betrokken? Deze situaties frustreren die communicatie.

Zo blijft het geheel van onze kerkelijke situatie een uiterst moeizame zaak. Er is een krachtige — dat is duidelijk — gereformeerde stroming in het geheel van onze kerk, een stroming die eerder een bredere dan een smallere bedding krijgt. Maar er is tot nu toe zeer bepaald voor gezorgd dat deze stroming in het geheel van het beleid niet aan bod kwam. Velen uit de rechterflank van de kerk hebben nooit de kans gekregen om hun gaven dienstbaar te makep in het geheel van de kerk, of dat nu was in de theologische opleiding, op het synodale vlak, of op leidinggevende posten in onze kerk. Het schort aan communicatie. Jawel, maar het schortte nog meer aan bereidheid om de gereformeerde beweging in onze kerk echt aan het woord te laten, zo dat dit ook effect zou hebben in het beleid en het belijden. '

We gaan dan nu gesprekken krijgen. En ik zeg alweer: goedbedoeld. Maar zal het ons verder helpen? Ligt onze kerk al niet te ver uit elkaar?

Intussen mogen we geloven in de overmacht van de Heilige Geest, die dorre doodsbeenderen weer bijeenbrengt en tot leven brengt. Wil onze kerk boven de grauwheid, de alledaagsheid en de ingezonkenheid uitkomen en weer bij machte zijn belijdende en getuigende kerk te zijn, dan zal dat alleen gaan langs de weg van een hartgrondige bekering en een uitzuivering van die dingen, die zich niet verdragen met de 'reinheid van het heiligdom'. Intussen weten we dat de kerk niet dood is. Dat in de gemeenten nog een hart klopt, ver van het synodale bedrijf vaak, en dat de bedding van het gereformeerd belijden vaak breder en dieper is dan we denken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Samen praten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's