De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FINANCIËN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FINANCIËN

4 minuten leestijd

Daar is geen enkel ding of daaraan bevinden zich twee zijden, een voor- en een achterkant, 't Kan zelfs voorkomen, dat men bij het bezichtigen van beide zichzelf de vraag stelt : is dat nu het zelfde voorwerp of dezelfde zaak, waarover hier wordt gehandeld ? Het antwoord luidt evenwel : zij behooren bij elkander en zijn onlosmakelijk één.
Doet uit de veelheid maar een greep. In de laatste jaren wordt van hoogerhand heel de samenleving ingesteld op ordening. Ge moet, of ge wilt of niet, meeloopen in het gareel van een duidelijke voorstelling van uw zaken. Eene voorstelling, zóó, dat ge zelf weet hoe uw zaken zich ontwikkelen, hetzij in nadeeligen, hetzij in voordeeligen zin. M.a.w. ge moet weten of ge op den ouden voet kunt voortgaan of dat er wijzigingen dienen te worden aangebracht. Waar voorheen vanwege de gelijkmatige gang geen noodzaak voor was of men precies wist hoe alles verliep, daarin hebben de geweldige omkeeringen op elk levensterrein een zoodanige ommekeer gebracht dat ieder zich genoodzaakt ziet zich rekenschap te geven : in welke richting beweegt zich mijn zaak, die ik dien. Zou het zich niet in den z.g.n. goeden ouden tijd hebben voorgedaan, dat men boven zijn stand levende, reeds lang bezig was zoodanig in te teren, dat er straks geen redden meer mogelijk was ? Men wist eenvoudig niet of men dreef of dat men zonk. De werkelijkheid onder de oogen te zien is en blijft gebiedende eisch.
Van hoogerhand, zoo merkten we reeds op, is hierin verandering aangebracht. De heeren van de belasting hebben hieraan een geweldige stoot gegeven : „Gij wordt aangeslagen volgens onze schatting op zoó en zooveel inkomen". Wanneer ge daaromtrent met gedachten van mij verschilt, moet ge het mij maar bewijzen". M.a.w. : „legt mij de getallen maar voor".
Ziet hier dat algemeen verschijnsel, dat op het platteland, evenals in de steden, boeken moeten worden aangelegd en bijgehouden, ook daar, waar men voorheen er zelfs niet aan dacht.
Wij kunnen het ons indenken, dat door iemand de opmerking wordt gemaakt: „krijgt ge door al die administratie één cent meer in uw laatje ? " Dan zeg ik „neen", maar toch vinden wij -- gij zoowel als ik — het in onzen tijd beslist noodzakelijk dat wij weten of wij zinken of dat wij drijven. Ik wou er nog wel één ding bij opmerken. Dit n.l., dat van hoogerhand in dezen een daadwerkelijk voorbeeld werd gegeven. Daar doen zich tijden voor, dat men zich geplaatst ziet voor noodzakelijke uitgaven, die uitreiken boven de gewone spankracht. Evenwel dient de stelregel te worden geëerbiedigd : uitgaven en inkomsten moeten kloppen.
Ziet hier enkele gedachten, die zich bij mij aandienden, op papier vastgelegd. Had ik eerst gedacht na het afsluiten van het boekjaar even te stoppen, toch leek het mij verstandiger dadelijk maar weer de pen ter hand te nemen.
De eerste posten gelden nog als behoorende tot het oude boekjaar, ook als zoodanig te worden geboekt.
1. Vanuit Tiel zond mij de heer H. zijn contributiegelden ƒ 2.—
2. Evenzoo de heer v. W. te V. Hij zond mij de abonnementsgelden voor De Waarheidsvriend plus 1 gld „ 5.—
3. De ijverige Penningmeester van de afd. Amsterdam heeft nog kans gezien de contributie net op tijd op mijn girobiljet te plaatsen 30.—
 4. Mej. N.N. had ook gelezen van het afsluiten van onze boeken en alzoo zich gehaast mij haar bijdragen te doen geworden. Wat ik mondeling reeds gedaan heb, doe ik nogmaals hier. Ik betuig haar, evenals de andere vrienden mijn oprechten dank. Zij droeg mij af de som van „ 15.—
5. Collega B. te B. en collega Sch. te N. zonden mij hun contributie, n.l. 1 gld. en 1.50 gld., is „ 2.50
6. In De Bilt werd bij de spreekbeurt, aldaar gehouden en waarbij candidaat Haring voorging, een collecte gehouden voor onze fondsen.
Deze bedroeg , , 18.— Mag ik hiervoor mijn dank betuigen.
7. Daar zijn van die vaste gebruiken, waarvan niet dan noode wordt afgeweken door sommigen van onze vrienden. Te K. heb ik zulk een vriend. Van S. H. kreeg ik reeds jaren achtereen het laatste giroblaadje met „ 10.— Zoo ook nu weer ƒ 10.—.
Hij doet mij hiermee een buitengewoon genoegen, immers zulke voorbeelden laten niet na anderen hiertoe .te bewegen. Wij hebben Gode dank gezegd voor deze ondubbelzinnige blijken van liefde voor de zaak des Heeren.
8. Collega v. d. B. te S. had een gift ontvangen van ƒ 2.50 „met vrije bestemming". Hij droeg het af aan onze fondsen. Vriendelijk dank ik hiervoor. „ 2.50
9. De heer H. te Zwolle zond mij 8 gld. als contributie van leden aldaar, waarbij gevoegd waren de abonnementsgelden voor De Waarheidsvriend. Samen ,, 12.—
10. Onze vriend J. v. L., alhier, zond mij ook de abonnementsgelden voor De Waarheidsvriend plus 1 gld. voor het Studiefonds. Samen „ 5.—
Ook deze beide zendingen heb ik met erkentelijkheid geboekt.
Opgeteld kom ik even boven de honderd gulden, n.l.
f 102.-.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

FINANCIËN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1939

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's