Hard als een eik
Zondag 1 (Heidelbergse Catechismus)
Wat is uw enige troost, zowel in leven als in sterven? Dat ik met lichaam en ziel niet mijzelf toebehoor, maar het eigendom ben van mijn getrouwe Zaligmaker Jezus Christus. Een magistrale greep was het van Ursinus en een machtige ingeving van de Heilige Geest om de Heidelberger zo te beginnen: Wat is uw enige troost, zowel in leven als in sterven? Is ooit een rakere vraag gesteld dan deze vraag 1 van onze catechismus?
Ds. H.J. Lam is predikant van de hervormde gemeente te Werkendam.
Nu verbinden wij het woord ‘troost’ al gauw met een bepaald gevoel. Op zich is dat niet verkeerd. Het gaat de catechismus echter om meer dan gevoel. Zijn vraag geldt niet alleen als we ons neerslachtig voelen of als er tegenslagen zijn. Zijn vraag is eveneens ter zake als we ons gezegend weten. Niet onze behoefte aan troost is hier de graadmeter.
Troost
De oorspronkelijke betekenis van ‘troost’ hangt samen met het Engelse woord ‘trust,’ vertrouwen. ‘Vertrouwen’ is afkomstig van het Germaanse ‘drou,’ eik. ‘Vertrouwen’ betekent dan zoveel als: zo hard als een eik. Onze Heidelberger bedoelt dus met zijn vraag naar troost: wat is in jouw leven zo hard als een eik? Wat geeft je zoveel vastigheid dat je het redt in tijd en eeuwigheid?
De vraag veronderstelt twee dingen. Ten eerste: er ís troost. Niet omdat wij die hebben gezocht, maar omdat God ervoor zorgt. Vandaar deze confronterende vraag, die God diep indrijft in ons leven, zoals je soms een schroef diep in het hout draait.
Want wij hebben, ten tweede, deze troost nodig. Het fundament van ons levenshuis heeft immers niet de hardheid van een eik. Integendeel, de planken zijn vermolmd. Nog even en we zakken erdoor. Niemand die zeggen kan hoe hard we vallen.
Maar nog voor we dodelijk wankelen, is daar onze Heidelberger met zijn vraag naar troost. Waar de grond onder ons bestaan door eigen schuld verdwenen is, wijst hij ons op wat de hardheid en duurzaamheid van een eik heeft. Dat is ‘dat ik niet meer van mijzelf ben, maar van mijn getrouwe Zaligmaker Jezus Christus.’
Elke keer als ik deze woorden lees, verrassen en verwonderen ze me. Dat nota bene mij zulke woorden op de lippen worden gelegd. Daarmee plaatst onze leermeester ons in een keer in het hart van het geloof. Op gezag van God worden we voor de vraag gesteld: ‘Van wie ben jij er één? Vertel eens.’ En de Geest spoort ons aan om de catechismus na te spreken:
‘Ik ben niet meer van mijzelf, maar van Christus.’
Tegendraads
In onze tijd is dit een tegendraadse overtuiging. Sinds de Verlichting is men hoe langer hoe meer gaan denken dat wij van onszelf zijn, dat ik uiteindelijk alleen aan mezelf verantwoording schuldig ben. Met alle gevolgen van dien: nooit is iemand een groter slaaf en heeft hij minder vrijheid dan wanneer hij eigen meester is en niemands knecht.
Ook godsdienstig gezien heeft vraag 1 de wind tegen. Kohlbrugge zag dat scherp. Het verstand zegt, aldus Kohlbrugge, dat een mens zo’n belijdenis niet zomaar in de mond kan nemen, de waanwijze beweert dat en de wederdoper. Maar dat is de remonstrantse duivel, die de vrije wil voorstaat en ons op onszelf teruggooit.
Daar is Christus, Die ons tot Zijn eigendom maakt
Moet de Heilige Geest er dan niet bij komen? Natuurlijk, antwoordt Kohlbrugge. Maar de Heilige Geest komt van boven naar beneden, tot een volwassene, tot een kind, en vraagt: ‘Wat is uw enige troost?’ Niemand heeft deze troost van huis uit. Juist daarom vraagt de Geest ernaar, opdat we tot onszelf inkeren en ons afvragen: ‘Waar heeft die man het over?’
Genade
Zo werkt de Geest. Zo vermaakt Hij aan armlastige en armoedige mensen Gods genade. Zo ontlokt Hij jong en oud, onverschilligen en bekommerden de woorden: ‘Ik ben niet meer van mijzelf, maar van Christus.’
De zinnen die daarna volgen, zijn uitwerking van deze hoofdzin. Ze laten zien hoe we het heft van ons leven uit handen leren geven wanneer ons bestaan Christus toebehoort. Dit gaat over ons hele bestaan, dus lichaam en ziel. De boze oefent een totalitair en wreed regime over ons uit. De wereld palmt ons in met huid en haar. Wat blijft er van ons over? Maar hoor, daar is Christus, Die ons totaal tot Zijn eigendom maakt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2019
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2019
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's