De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

5 minuten leestijd

Ltikas 1 vers 18-20

Een teeken gevraagd van den Heere.

Ltikas 1 Tös 18—20

De Engel des Heeren heeft het Zacharias zoo heerlijk uitgelegd die boodschap des Heeren hem opgedragen. Hg heeft dat wonderzoete, dat hemelsche , vrees niet" hem in de ooren doen ruischen. En wat is nu het antwoord?

Daar zink ik onder weg? Dat is al te groot? Dit durf ik haast niet aanvaarden? ! Niets van dit alles. Enkel waarbij zal ik dat weten?'

De eerste klank waarmede hij de Godsgezant antwoordt is deze: Waarbij zal ik dat weten ? M. a. w. dat kan ik maar zoo niet op uw gesag aannemen."

Geliefden l Wanneer er niet stond boven de poorten des hemels: , alleen door genade'', kwam er nooit één van deze wereld binnen.

Dat is de eerste geschiedenis, waarmede de Nieuw-Testamentische rol wordt ontsloten. Een van de alleriiefste kinderen . , . , Gods staat hier geteekend, aan wien de; Heere Zgne genade zoo rgkelgk heeft bewezen. Deze komt zóó den Godsgezant tegemoet.

Wat moet nu daaromtrent worden geoordeeld?

Het moge voor een ieder, die van dezen zondigen trek van het menschenhart vreemd bleef, een aanstoot geven; dezen mogen ,zich zelf van dezen Zacharias afwenden ; voor allen, die zich evenals deze Godsman daaraan schuldig weten, is het een vertroostende, naar den Heere heenwijzende boodschap: , Zoo'zijn telkens de gangen nog van Zijne kinderen. In plaats van ootmoedig en geioovig aannemen wat de Heere ons; schenkt, de rijkste beloften, klinkt het onmiddellijk: waarbij zal ik het weten ?

Spel dit nu eens klank na klank.' 't Is wel mgne begeerte geweest, lk heb het wel duizend keer gevraagd, doch; als de boodschap komt, dat er verhooring is geschied, zoo komen de maar 's.

Zou het wel waar kunnen zijn? " Ja, zegt ge, dit is in het algemeen waar, doch Zacharias hoort zgne sprake. , mijne vrouw is verre op hare dagen gekomen.

Ge hebt volkomen gelgk, doch wanneer gij het pleit voor hem opneemt, zullen wg ons de vrgheid veroorloven:ook een vraag te stellen. Wist Zacharias dan opeens niet meer, wie hem de boodschap had, thuis gezonden?, Hg was te oud en zgne vrouw al te zeer op jaren gekomen. Maar was dit een betetsel voor den Heere? 

Stond daar ket een voorbeeld in de oude geschiedenis, 't welk hem volkomen kon overtuigen? 

Weet ge wat ik eens ergens las? , Ik ben niet, ik heb niet  daar is niets geschikts voorhanden." Daarmede treedt het kind des Heeren gedurig bg God in. 

Wat is het nu een vertroostend iets dat we lezen, dat Zaeharias toch een antwoord ontving. Want dit zou voor; de hand liggen —tenminste zoo zouden' wij lichtelijk handelen — van zóó, iemand, van zulk een ongeloovig, ondankbaar, twijfelachtig menschenkind' zou men ten eenenmale de hand aftrekken,

Dat deed God niet, en — zoo doet Hg nog niet 

De Engel geeft onmiddellgk antwoord.: Hij zegt: Ik ben Gabriel, die voor God |sta, en ben uitgezonden om tot u te spreken en u de dingen te verkondigen.

, Ik ben." Zacharias was ook begonnen met "ik ben." Hiertusschen klinkt nog al eenig verschil. De Godsgezant legt in deze woorden zgn geloofsbrieven over.

Ik ben Gabriel, d, w.z. de man Gods. Gij vermoogt niets, maar Wiens dienstknecht ik ben, vermag alles.

Ik ben Gabriel, die voor God sta." Wat gij dus gedaan hebt, Zacharias, is niet veel anders dan een schrikkelgke; beleediging van Mgnen Zender. Ik ben uitgezonden van God Zelf met de expresse boodschap  het u gezamenlijk te melden, en wat is nu uw doen ?

Mij met een vraag uit twijfelzucht geboren, op zgde schuiven. Zacharias, gij staat schuldig tegenover den Heere. Wie mg verwerpt, verwerpt Hem, door Wien ik gezonden ben."

Wanneer ge het oorspronkelijke kondet nagaan, zooals de Engel het heeft uitgesproken, zou u het in-de-schuld prediken nog stejrker opvallen. Daar staat: ik ben uitgezonden om tot u te spreken en u de blijde boodschap kond te doen. En— nu doet gij alzoo".

Welk eene wreede macht der zonde  heerscht er toch in het menschenhart Hier komt een Engel van den hemel, Gabriel nog wel, de allerhoogste Godsgezant, die altijd voor God staat, de gezant in buitengewone zendingen. Deze brengt de allerliefste, de meest verblijdende boodschap persoonlijk over, en.. .nog luidt de vraag: waarbij zal ik dat weten ? 

Het eenige antwnord zou moeien wezen - omdat de mond des Heeren het gesproken heeit. Daaronder zult gij stille.worden. Dat Woord zal u gevangen moeten nemen.

Toch komt de Heere Zgn schuldig kind hierin nog tegemoet. Hg geeft een teeken. Wij zullen zien welk. 

Laat ons eerst nog de vraag stellen: is hierin ook een boodschap tot ons?

Is deze trek ook niet de eigenschap, waarop ieder kind des Heeren, die  een boodschap van den hemel thuis krijgt,  een hemelbede, door een godsgezant — al is het nu geen engel uit de hemel, dit doet er niet toe, immers de Zender is in beide gevallen precies Dezelfde — en iemand gevoelt: dat woord is voor mij, dan komt onmiddellijk deze zondetrek naar:voren .daar ben ik de man niet naar, daarvoor is wat ik hen niet geschikt.  Dat kan niet voor mg zgn." De blijde boodschap eindigt met de bittere vraag:.Waarbij zal ik dat weten? Als ik  eens een teeken ontving,  Ja dan zou ik het willen aannemen."

Waaruit deze overlegging opkomt, behoeft nauwelïks te worden aangewezen: uit ongeloof. 

De Duivel bedient zich hier zoo ge-makkelgk van. En zegt: „dat is voor u te veeL"

En liet hij het hier nu nog bij, maar;met dezen twgfel achtervolgt hg straks hem nog verder. Hij komt al heel spoedig weer: ziet ge t nu wel, dat het met u nog niet het ware is: wanneer het u gold, zou daar zulk een vraag niet op uwe lippen komen. De blijde boodschap geldt 'heel andere menschen, een ander soort. Dezen gelooven onmiddellijk. Dezen gelooven geheel,

Zoo worden  ze hoe langer hoe meer een speelbaL I

(Slot voigt) 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1918

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1918

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's