De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

4 minuten leestijd

Een Koninklijk woord.

In de vergadering van de Wereld-Zendingsconferentie, die in het jaar 1910 te Edinburg gesticht werd en ditmaal in de nabijheid van Den Haag gehouden werd, kwam het volgende begroetingswoord van de Koningin in, dat ingevolge de opdracht van Hare Majesteit door Dr. Gunning werd voorgelezen:

»Ik acht mij gelukkig u een hartelijk welkom in mijn land toe te roepen. Ik wensch daarbij uit te spreken, dat ik van harte deel de beginselen, die uw comité bezielen bij zijn heilig werk, en dat ik mij geestverwant gevoel van hen, die den verheven arbeid, in Edinburg begonnen, trachten voort te zetten.

»Ook in Nederland streven wij naar eenheid en samenwerking op het gebied der zending, en trachten wij andere volkeren in hun ons vreemde toestanden liefdevol te verstaan, als getrouwe discipelen van Hem, Die kwam om te dienen. Uw komst alhier en üw tegenwoordigheid op de Nederlandsche Zendings-Conferentie beschouw ik als een verblijdend teeken, dat diegenen mijner landgenooten, die de zending dienen, zullen volharden bij deze beginselen.

»Het is mijn ernstige wensch, dat de eenheid van alle volgelingen van Christus, leden van Zijn onzichtbare gemeenschap, steeds dieper gevoeld worde, en onze Heiland onze harten bestiere tot steeds inniger gemeenschappelijk gebed.

Moge onze ijver worden aangevuurd en geheiligd, en mogen alle arbeiders in Gods wijngaard worden bekwaam gemaakt voor de taak, waartoe zij persoonlijk geroepen worden. Moge de waarheid die in Christus is de duisternis der menschelijke ellende beschijnen, en mogen de onnaspeurlijke rijkdom Zijner Goddelijke liefde onvergankelijke blijdschap wekken in de harten van alle schepselen Gods.

Met groote aandacht werd dit Koninklijk woord door de aanwezigen aangehoord en met dankbaarheid gewaagde de voorzitter der conferentie van de treffende wijze waarop de Koningin in dit schrijven aan Hare gevoelens uiting gaf.

Vooral na hetgeen in den laatsten tijd over de kerstening van heiden en Mohammedaan geschreven en gesproken werd en in verband met de lichtvaardige wijze waarop van vrijzinnige zijde het optreden der vorige regeering met betrekking tot de zending werd bejegend, is de Koninklijke boodschap, die aan de Wereld-Zendingsconferentie.toegezonden werd, een daad van beteekenis, waarvan ons geheele Christenvolk met instemming en vreugde zal hebben kennis genomen.

Godsdienstvrijheid voor Indie.

Art. 123 van het Indische Regeeringsregl. bepaalt: dat aan den zendeling of leeraar vergunning moet verleend worden om het Evangelie te verkondigen.

Dit artikel, dat niet weinig den vrijen loop van het Evangelie in Indie belemmert, maakt telken jare een punt van bespreking uit, als bij de behandeling der Indische begrooting een pleidooi voor het goed recht van de zending gevoerd wordt.

Hier in Nederland roemen wij in onze godsdienstvrijheid. Niemand, die hier te lande het Woord wil verkondigen, heeft daarvoor toestemming van de Overheid noodig. Anders staat dit in Indië, waar nog altijd bepaald is, dat de Overheid de vergunning heeft te geven om het Evangelie te verkondigen.

Met kracht kwam ook ditmaal weer Dr. Scheurer in de Tweede Kamer tegen het verbod van artikel 123 op.

De Sneeksche anti-revolutionaire afgevaardigde zeide daarvan de vorige week in 's Lands raadzaal:

In de tweede plaats wensch ik met een enkel woord te bespreken art. 123 van het Indisch Regeeringsreglement.

Het vorige jaar heeft de Minister de Waal Malefijt mij toegezegd, dat dit art. een verandering zou ondergaan. Het is het artikel waarin staat, dat aan den zendeling of leeraar vergunning moet worden verleend om het Evangelie te verkondigen. De Regeering eischt dus van den prediker van des Heeren Woord het vragen van vergunning, met dien verstande, dat de Regeering zich steeds het recht voorbehoudt, om de gegeven vergunning weer in te trekken. Zoo wordt dus de vrije verkondiging van het Evangelie afhankelijk gesteld van de macht van de Regeering. Mijn standpunt is altijd geweest, dat in deze de aardsche machten hebben te buigen voor het Goddelijk Woord, dat luidt: dat het Evangelie moet worden verkondigd aan alle creaturen. Ik heb er bij de Regeering op aangedrongen om dat artikel te wijzigen ofte doen verdwijnen. Ik vraag hieromtrent geen antwoord van dezen Minister, doch ik meen bij dit debat hierop toch nog even te moeten wijzen, omdat wij over dit punt niets hebben vernomen, ook niet van de toezegging door den Minister de Waal Malefijt gedaan.»

Met belangstelling zien wij op dit punt eenige mededeeling der regeering tegemoet. Er dient een einde te komen aan de verouderde bepaling van artikel 123.

De slagboom dient opgeruimd te worden, die den vrijen loop van het Evangelie des Kruises in den weg staat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1913

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1913

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's