Waarom de GZB niet over de brug kan komen
De G.Z.B, heeft besloten zich afzijdig te houden van de komende actie ten behoeve van zending en werelddiaconaat: Kom over de Brug II.
Is dat nu wel verantwoord? vragen sommigen. Naar hun oordeel is er nu lang genoeg over de verschillen tussen de kerk van Rome en de kerken van de Reformatie gesproken. Er moet nu toch eens een punt achter die controverse gezet worden. De situatie in de wereld verdraagt het eenvoudig niet meer, dat men gescheiden optrekt. Bovendien, er is in 'Rome' zoveel veranderd. De verschuivingen, die zich voordoen kan men toch niet miskennen! Zijn we niet samen op weg naar de éne evangelische kerk in Nederland?
Is dat zo?
Dat is nu juist de cardinale vraag. Is dat zo? Is het waar, dat er eigenlijk alleen nog maar een dunne scheidingswand doorgestoten moet worden tussen Rome en Reformatie en dat het hoog tijd is om dat eindelijk eens te gaan doen? Om, al zal er nog wel veel doorgesproken moeten worden, nu dan toch maar alvast met samenwerking in een actie als K.o.d.B. te beginnen?
Ontkennend antwoord
Het is onze overtuiging, dat deze vraag zeer beslist ontkennend beantwoord moet worden. Het gaat in de verhouding Rome—Reformatie maar niet om kleine verschillen van inzicht. Het gaat om tegenstellingen, die tot de wortel van de zaak reiken. Men denke, om maar iets te noemen aan dat, wat de Reformatie belijdt omtrent het geheel enig gezag van de Heilige Schrift, de volstrektheid van de genade en de totale verdorvenheid van de menselijke natuur. Men kan toch niet zeggen, dat de R.K. Kerk daarop alleen maar een wat andere kijk heeft. Haar leer en het reformatorisch belijden staan vierkant tegenover elkaar.
Het is niet de bedoeling om in dit artikel, waarin we proberen kort en bondig te zeggen, waarom de G.Z.B, dit keer niet meedoet, uitvoerig op deze dingen door te gaan. Ik verwijs iemand, die zich wat meer in deze kwestie verdiepen wil, naar een publikatie van de hand van prof. dr. C. Graafland, destijds hervormd predikant te Amsterdam, een jaar of twee geleden in de reeks 'Reformatorische stemmen' van de Willem de Zwijgerstichting uitgekomen. Deze studie 'Toenadering tot Rome' maakt duidelijk, dat in de verhouding Rome—Reformatie tegenstellingen in het geding zijn, die niet met elkaar in overeenstemming zijn te brengen. Ook dat de 'toenadering' niet zozeer mogelijk werd, omdat er in de R.K. Kerk verschuivingen in de richting van het reformatorische denken optraden, als wel door het feit, dat in de kerken van de Reformatie velen langzamerhand 'rooms' zijn gaan denken. In het bijzonder met betrekking tot de verhouding van natuur en genade.
Niemand gediend met doen alsof
Maar hoe dan ook, het gaat nog altijd om cardinale vragen, waarin tegengesteld wordt gedacht. Ergens las ik: Het gaat om een andere structuur van geloven. Niemand is ermee gediend, wanneer we toch maar gaan doen alsof. Ik citeer nog eens uit de zoeven genoemde studie van prof. dr. Graafland: 'Voor onze concrete positie op dit ogenblik betekent dit, dat we niet kunnen meedoen met al die vormen van ontmoetingen tussen Rome en Reformatie, waarin men ervan uitgaat, dat het gesprek met elkaar een gepasseerd stadium is en dat het nu tijd wordt om te handelen, om wat meer met elkaar te gaan doen' (a.w. blz. 45). Wie dat doet — ik citeer weer prof. dr. Graafland — 'bevordert dan ook niet de zaak, waar het Rome en de Reformatie in hun wederzijdse worsteling om te doen geweest is en nog is, maar doet alleen mee aan een nog verdere uitholling van het kerk-zijn en het christelijk geloof in deze tijd'.
Dat is de reden, waarom de G.Z.B, niet mee kan komen in de samenwerking in een actie voor zending en werelddiaconaat samen met de R.K. Kerk.
Niet eenvoudig
Dat die samenwerking vooralsnog grotendeels beperkt blijft tot de geldwerving, maakt het werkelijk niet eenvoudiger, zoals sommigen menen, om toch maar over de bezwaren, die we zien, heen te komen. Niet alleen omdat van het één toch meestal het andere komt, maar ook omdat we overtuigd zijn, dat onze principiële bezwaren zo zwaar moeten wegen, dat ze niet om bijkomstige redenen maar weer wat opzij gezet mogen worden. B.v. omdat het afwijzen van deelneming aan een nieuwe actie K.o.d.B. een aanzienlijke derving van inkomsten zou kunnen meebrengen.
Ook geen bruggetje
Dat is dan ook één van de redenen, waarom het hoofdbestuur van de G.Z.B, uiteindelijk gemeend heeft ook de gedachte aan een 'bruggetje naast de brug' te moeten verwerpen. Met die oplossing zouden we niet alleen onszelf maar ook de kerk in haar geheel geen goede dienst bewijzen. Omdat dan onvermijdelijk het principiële bezwaar tegen de toenadering tot Rome op de achtergrond zou raken. We meenden dat tot iedere prijs te moeten voorkomen. Wat we op het oog moeten en ook hopen te hebben is het waarachtig heil van heel de kerk, die met deze toenadering tot Rome niet gediend is. Daarom kunnen we niet over de brug komen en evenmin over een bruggetje gaan.
Maar daar is niet alles mee gezegd. In K.o.d.B. II gaat het om 'een schep boven op de gewone inkomsten' van zending en werelddiaconaat. Die schep er bovenop heeft de G.Z.B, ook nodig voor zijn arbeid.
WIJ MOGEN NIET ACHTERBLIJVEN !
Voor 1972 staat een bedrag van ƒ2.800.000, — als benodigde inkomsten op de begroting. Als dat er nu eens eind november kon zijn! Dan blijft de hele maand december over om voor een wereld, die de enige Naam onder de hemel tot zaligheid gegeven nog niet kent, eens iets extra's te doen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's