Uit het kerkelijk leven.
Een gebed uit de eerste Christengemeente.
Door de Groninger Kerkbode worden wij attent gemaakt op een gebed uit de eerste Christengemeente, dat te vinden is aan het slot van den eersten brief van Clemens Romanus, aan de gemeente van Corinthe.
Naast de kanonieke boeken des Nieuwen Testaments bestaan er ook niet-kanonieke geschriften, die door de Kerk niet zijn aangenomen en erkend als van Goddelijke autoriteit zijnde. In deze geschriften als d e Herder van H e r m a-s en d e b r i e v e n van Clemens van Rome, staan soms zulke belangrijke dingen, die voor de kennis van de oude historie ons zeer te pas kunnen komen. In zooverre moet het lezen van die apocriefe geschriften niet worden afgekeurd ; integendeel, het ter hand nemen van die oudste geschriften is zeer aan te bevelen. Clemens Romanus heeft twee brieven uit Rome geschreven naar Corinthe, van welke brieven in 1875 te Constantinopel door B r y e n n i u s, het volledige handschrift is gevonden. Vooral zijn eerste brief bevat voor den eeredienst belangrijke gegevens. Aanleiding tot dien brief gaf de twist in Corinthe's gemeente over het gezag en de positie der opzieners. Eenige der opzieners waren door de gemeente uit het ambt gezet en 't grootste deel der gemeente stond tegenover de opzieners vijandig. Om aan dien strijd zoo mogelijk een einde te maken, zendt Clemens namens Rome's gemeente aan de Corinthiërs een brief, in de jareri 93—97 na Christus. In zijn schrijven toont Clemens aan, dat de Heere in Zijn gemeente een welgeordenden dienst eischt. Alles, zoo schrijft hij, dat de Heere heeft bevolen tedoen, moeten wij doen in een vaste orde, op een bepaalden tijd en plaats en door bepaalde personen, opdat alles, wat heilig naar Goddelijk welgevallen wordt verricht, den wille Gods aangenaam zijn mag. In dat verband vermeldt Clemens dan welk gebed door de gemeente van Rome werd opgezonden. Dat gebed uit den vervolgingstijd luidt als volgt:
„Wij zullen dan bidden, gedurig gebed en smeeking doende, dat de Schepper aller dingen het welgetelde getal Zijner uitverkorenen in heel de wereld ongebroken beware door Zijn geliefden Zoon Jezus Christus, door Wien Hij ons riep uit de duisternis tot het licht, uit onkunde tot de kennis der glorie Zijns Naams ;
Dat wij zouden hopen op den heel de Schepping grondenden naam van U, die de oogen van ons hart openzet om U te kennen, den Alleenhooge in den hooge, den Heilige, die in het heilige woont ;
Die den hoogmoed der hoovaardigen vernedert, die verstrooit de gedachten der volkeren, die nederigen verhoogt en de hoogen vernedert; die rijk maakt en maakt Die schouwt in de afgronden en waarneemt der menschen daden. Helper .zijt dergenen, die in gevaar verkeeren en redt wien alle hoop ontviel, die de Schepper en Opziener van allen geest zijt ;
Die de volkeren 'op aarde vermeerdert, en uit alle hebt uitverkoren die U beminnen door Jezus Christus, Uw geliefden Zoon, door Wien Gij ons als Uwe kinderen hebt onderwezen, geheiligd, geëerd.
Wij smeeken. Heer, dat Gij onze Redder en Helper wilt zijn, red die van ons in verdrukking zijn, ontfenm U over de neergebogenen, richt op die vielen, openbaar U aan hen, die tot U bidden, genees de kranken, bekeer die van Uw volk op dwaalwegen geraakten ; verzadig de hongerigen, maak onze gebondenen los, doe opstaan de zwakken, vertroost de kleinmoedigen ; doe alle heidenen weten, dat Gij alleen God zijt en Jezus Christus Uw Zoon en wij Uw volk en de schapen Uwer weide.
Gij hebt, door wat Gij wrocht, het duurzaam samenstel der wereld tot aanzijn geroepen ; Gij Heere, hebt de aarde geschapen, getrouw van geslachte tot geslacht, rechtvaardig in Uwe oordeelen, wonderlijk in kracht en majesteit, die wijs zijt in het scheppen en vol verstand om hetgeen werd te bevestigen, die goed zijt in degenen, die behouden worden, 'en getrouw bij allen, die op U vertrouwden ;
Barmhartige en Ontfermer, vergeef ons onze zonden en ongerechtigheden en overtredingen en misslagen. Reken alle zonde uwer dienstknechten en dienstmaagden niet toe, maar reinig ons met de reiniging Uwer waarheid, en richt onze schreden, dat wij in heiligheid des harten wandelen en doen wat goed en welbehagelijk is voor U en voor onze overheden.
Ja, Heere, laat over ons Uw aanschijn lichten ten goede in vrede, dat wij door Uwe sterke hand worden beschut en door Uw hoogen arm van alle zonde worden bevrijd, en verlos ons van hen, die ons wederrechtelijk haten. Geef aan ons en allen die op de aarde wonen eensgezindheid en vrede, gelijk Gij aan de vaderen van ons, die in geloof en waarheid U aanroepen, gegeven hebt, toen zij gehoorzaam geworden waren aan Uwen almogenden, deugdrijken Naam. Aan onze overheden en regeerders op de aarde, gaaft Gij, Heere, de macht der heerschappij door Uw majesteitelijk en ondoorzoekelijk vermogen, opdat wij, die de door U hun gegeven glorie en eere kennen, ons hun zouden onderwerpen, in niets Uwen wil tegenstaande ; geef hun, Heere, gezondheid, vrede, eensgezindheid, bestendigheid, opdat zij de door U hun gegeven macht onergerlijk mogen voeren. Want Gij, Hemelsche Heere en Koning der eeuwen, geeft aan de kinderen der menschen glorie en eer en gezag over degenen, die op de aarde zijn ; richt, o Heere, hun raadslag naar wat goed en welgevallig is voor U, opdat ze, in vrede en zachtmoedigheid het door U hun gegeven gezag vromelijk voerend, U genadig mogen bevinden. *"
U, die alleen machtig zijt om dit en overvloediger goeds bij ons te doen, U loven wij door onzen Hoogepriester en Beschermer onzer zielen Jezus Christus, door Wien U zij de eere en de majesteit, en nu en van geslachte tot geslacht en tot in alle eeuwigheid. Amen."
Zóó luidde het Godverheerlijkende gebed der gemeente te Rome, blijkens den eersten brief van Clemens Romanus aan de Corinthiërs.
De Classicale Vergaderingen.
Wat beantwoorden die toch weinig aan het doel ! Waarom herstelt men die vergaderingen niet in den ouden vorm naar de beginselen van ons Gereformeerd Kerkrecht ? Dan is er zoo'n mooie verdeeling van arbeid en dan kunnen ook de geestelijke dingen der Kerk weer behandeld worden, zooals dat voor het welzijn der Kerk zoo broodnoodig is. Wie weet, of men eindelijk, eindelijk vóór het te laat is, niet eens wil gaan luisteren naar de roepstemmen, die zoo dikwijls hebben weerklonken.
Intusschen zijn de Classicale Vergaderingen weer gehouden, 44 in getal.
Overal was eerst de bestuursverkiezing aan de orde. Heel veel schokkende gebeurtenissen hebben in betrekking tot die aangelegenheid niét plaats gehad. In Rotterdam is een motie aangenomen luidend als volgt :
„De Classicale Vergadering van Rotterdam, van oordeel zijnde dat het niet wenschelijk is, dat er altijd dezelfde leden in het Classicaal Bestuur zitting hebben, spreekt de wenschelijkheid uit, dat als regel de aftredenden niet aanstonds zullen worden her kozen, waarbij gerekend zal worden met de bijzondere positie van praeses en scriba.'"
Zij wordt aangenomen met 54 stemmen. Ds. Dijkman, van Rozenburg, die met de motie instemde en aftredend was, werd op zijn verzoek niet herkozen. In zijn plaats treedt nu op ds. Schweitzer, van Maassluis.
Uit de Classis Franeker komt een niet zoo 'mooi bericht. Want in deze Classis, die volgens het „Handelsblad", gedurende ruim 30 jaar in meerderheid rechtzinnig is geweest, werden nu in het Provinciaal Kerkbestuur van Friesland 3 vrijzinnige leden gekozen (1 lid-ouderling, 1 sec.-ouderling en 1 secpredikant). Het Provinciaal Kerkbestuur krijgt zoodoende dadelijk een vrijzinnig lid méér, wat in de toekomst gevaarlijk zou kunnen worden wat betreft de afvaardiging. Voor het Classicaal Bestuur werden óók vrijzinnigen gekozen, en wel zóó, dat er on middellijk 4 vrijzinnigen optreden als leden van dat Bestuur, met een meerderheid van 1, 2 of 3 stemmen gekozen, 't Zijn dr. C. J Niemeyer als lid-predikant, (ds. J. J. Meijer als sec.-lid), ds. G. Brink als lid-pred., (ds. S. Miedema als sec.-lid), J. Frankema als lid-ouderling, (W. A. Visser als sec.-ouderling), D. Schaap als lid-ouderling (en D. Smeding als sec.-ouderling).
Dat is voor de orthodoxen in Friesland een groot verlies en we kunnen begrijpen, dat de vrijzinnige haan op hoogen toon koning kraait. Ook al weer een spotbeeld van wat een Kerk zijn moet.
Laat onze Hervormde Kerk toch als belijdende Kerk zich openbaren, dan zijn zulke onverkwikkelijke dingen, waardoor 't prestige van de Kerk waarlijk niet verhoogd wordt, tegelijk van de baan !
Laat ons nu met een enkel woord nagaan hoe het met de Synodale voorstellen is gegaan.
No. I was aan de orde het Vrouwenkiesrecht. In Amersfoort (40 tegen, 13 voor). Wijk bij Duurstede (24 tegen, 6 voor), Dordrecht (54 tegen, 17 voor), Arnhem (29 tegen, 27 voor), Den Haag (36 tegen, 19 voor), Sneek (47 tegen, 12 voor), Bommel (26 tegen, 15 voor), Utrecht (42 tegen, 7 voor), Tiel (22 tegen, 17 voor), Rotterdam (55 tegen, 15 voor), Dokkum (36 tegen, 28 voor). Kampen (30 tegen, 6 voor), Amsterdam, Heusden (25 tegen, 4 voor), Gouda (47 tegen, 16 voor), Harderwijk (43 tegen, O voor), Leiden en Zierikzee wordt een grootere of kleinere meerderheid gevonden die zich tegen verklaart (in 17 Classes dus) ; in de overige 27 Classes is een meerderheid die er v o o r is ; zij het dan ook soms met een heel kleine meerderheid als b.v. Appingedam 26 voor en 25 tegen ; Breda 22 voor en 20 tégen ; Brielle 21 voor en 18 tegen ; Emmen 16 voor en "13 tegen ; Zwolle 24 voor en 23 tegen, 't'Welk trouwens ook bij de tegenstemmende Classes 't geval was. B.v. Arnhem 27 vóór en 29 tegen ; Zierikzee 16 voor en 17 tegen.
Let men dus op het aantal voor en tegen stemmende Classicale Vergaderingen, dan is de meerderheid vóór het actief vrouwen-1 kiesrecht ; waarbij echter moet opvallen dat B Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Leiden, Utrecht, Arnhem, Amersfoort, Harderwijk, G Kampen niet voor zijn ; en wel zéér sterk tegen.
No. II van de Synodale voorstellen ging over de opheffing van de onvereenigbaarheid van predikant en Kamerlid. Hier was de wind niet gunstig. Want Amersfoort (46 tegen, 7 voor), Nijmegen (33 tegen, 18 voor) Den Bosch (15 tegen, 13 voor), Arnhem (48 o s t p tegen, 8 voor), Sneek (42 tegen, 18 voor). Assen (29 tegen, 10 voor). Bommel (24 tegen, 12 voor), Middelburg (31 tegen, 19 voor), IJzendijke (24 tegen 5 voor), Utrecht (12 tegen, 7 voor), Emmen (16 tegen, 13 voor), Zierikzee (26 tegen, 8 voor), Rotterdam (53 tegen, 17 voor), Dokkum (34 tegen 30 voor). Kampen (29 tegen, 7 voor), Amsterdam, Deventer (34 tegen, 24 voor), Heusden, Breda (41 tegen, 1 voor), Gouda (38 tegen, 25 voor). Harderwijk (30 tegen, 12 voor). Leiden, Maastricht, Meppel (20 tegen, 12 voor), en Winsum (40 tegen, 14 voor), zijnde dus een 25-tal Classes, waren tegen, en niet zelden zeer sterk tegen.
No. 111 van de Synodale voorstellen was : mogelijk te maken, dat bij stichting van nieuwe gemeenten daar werkende godsdienstonderwijzers als hulppredikers kunnen blijven arbeiden. In Amersfoort, Wijk bij Duurstede, Arnhem, Zwolle, Appingadam, Sneek Bommel, IJzendijke, Utrecht, Goes, Zierikzee, Zutphen, Maastricht, Rotterdam, Dokkum, Franeker, Kampen, Heerenveen, Amsterdam, Deventer, Breda, Gouda, Harderwijk, Leiden en Maastricht was men er vóór (in 25 Classes dus). Het oordeel der Kerk is dus niet ongunstig ; waarbij wonderiijk aandoet als men b.v. leest : in Groningen allen voor, in Rotterdam allen voor ; — en dan : in Dordrecht allen tegen, 's Gravenhage allen tegen.
No. IV van de Synodale voorstellen was : wijziging Reglement Hooger Onderwijs Godgeleerdheid, om de mogelijkheid te scheppen het ambt van kerkelijk hoogleeraar met dat van gewoon of buitengewoon hoogleeraar te combineeren. Over het algemeen kon men zich met algemeene stemmen met dit voorstel vereenigen.
Opvallend is dat Utrecht tegen stemde (9 voor en 40 tegen), dat Amersfoort 1 stem vóór opleverde (en 52 tegen), dat Kampen op één stem na geheel blanco stemde. Heusden en Winsum verwierpen het voorstel.
No. V van de Synodale voorstellen was, om vast te stellen dat de Diaconierekening vóór 1 Mei moet worden ingeleverd bij het Classicaal Bestuur. Als we goed geteld hebben, was maar één Classis tegen en wel Breda (41 tegen en 1 voor). De reden waarom wordt niet gemeld.
No. VI van de Synodale voorstellen was ; wijzigingen in het Reglement op de Predikantstractementen enz., om gemeenten, die in weerwil van al haar krachtsinspanning 't benoodigde minimum-tractement niet kunnen bijeenbrengen toch niet te versteken van het recht van beroeping. In 30 Classicale Vergaderingen was men er met algemeene of met meerderheid van stemmen vóór, dat de wijziging zou worden vastgesteld. In 14 vergaderingen werd de wijziging verworpen. We mogen dus aannemen, dat deze wijziginggen van het Reglement gemeenten toch zullen mogen beroepen.
De Algemeene Synode.
De aanstaande gewone vergadering van de Algemeene Synode der Nederiandsche Hervormde Kerk zal worden geopend op Woensdag 19 Juli 1922 en is samengesteld uit de volgende leden :
a. Hoogleeraren vanwege de Nederiandsche Hervormde Kerk uit de Universiteitssteden :
Dr. J. R. Slotemaker de .Bruine, hoogleeraar te Utrecht ; sec. dr. A. M. Brouwer, hoogleeraar te Utrecht.
Dr. A. van Veldhuizen, hoogleeraar te Groningen, sec. dr. W. J. Aalders, hoogleeraar te Groningen.
b. Vanwege de Provinciale Kerkbesturen en de Waalsche Commissie :
ds. Stoel, te Bemmel ; sec. ds. G. Th. van i Beusekom, te Ochten.
Ds. K. Barbas, te Hengeloo (G.) ; sec. vacant.
Ds. J. J. van der Grient, te Maassluis ; sec. dr. D. Plooy, te Leiden.
Dr. H. Schokking, te 's Gravenhage ; sec. dr. A. B. te Winkel, te 's Gravenhage.
Ds. C. J. van Paassen, te Haarlem, sec. dr. M. J. A. de Vrijer, te Bloemendaal.
G. D. Bom H.Gzn., ouderiing te Amsterdam ; sec. H. Bijkerk, ouderling te Haariem.
Dr. G. J. Weyland, te Veere ; sec. ds. P. van der Linden, te Nieuwerkerk (Sch.).
Ds. P. Bongers, te Kamerik ; sec. ds. J. Quaest Hzn., te Utrecht.
Ds. P. Flieringa, te Scharnegoutum ; sec. ds. D. van Lonkhuyzen, te Hoornsterzwaag.
H. M. Tromp, oud-ouderiing te Sneek ; sec. L. van der Weyde, ouderiing te Harlingen.
Ds. A. de Haan, te Zwolle ; sec. ds. F. A. van Schalk, te Kampen
Ds. F. Tammens, te Zuidbroek ; sec. ds. P, J. Franke, te Hoogezand.
J. H. Voerman, ouderiing te Groningen ; sec. J. W. Bolt, oud-ouderiing te Nieuwe Pekela.
Dr. C. F. M. Deeleman, te Grevenbicht ; sec. dr. W. Meindersma, te 's Hertogenbosch Mr. K. M. Phaff, oud-ouderiing te 's Hertogenbosch •; sec. mr. R. W. J. de Menthon ake, ouderiing te 's Hertogenbosch.
Ds. A. J. A. Scholte, te Borger ; sec. dr. . Visser te Assen.
H. C. C. Franck, ouderiing te Veenhuizen, ec. N. J. Rijnsaardt, ouderi. te Schoonoord. Ds. G. E. M. Picard, Waalsch predikant e Arnhem ; sec. ds. O. A. Genouy, Waalsch redikant te Utrecht.
Mr. H. J. M. Tijssens, oud-ouderiing te s Gravenhage ; sec. M. D. van Lessen uderling te Utrecht. c. Vaste leden met adviseerende stem : L. W. Bakhuizen van den Brink, secrearis te 's Gravenhage ; sec. ds. G. J. van
er Flier, te Ootmarsum. Mr. S. J. Hogerzeil, quaestor-generaal, te s Gravenhage ; sec. mr. IJ. A. SchuUer tot eursum te Amsterdam.
Indien we ons niet vergissen zijn van het 19-tal leden der Synode dit jaar 11 orthodox n 8 vrijzinnig.
Als nieuwe leden treden op dr. H. Schokking te 's Gravenhage, en ds. K. Barbas te Hengelo (Geld.).
Is de Reformatie Revolutie geweest?
Men vraagt ons of de beweging in 1517, waaraan de naam van Luther bizonder verbonden is, hoewel ook Calvijn en Zwingli moeten worden genoemd, niet eigenlijk een revolutionaire daad geweest is ; en of wij, die zoo tegen de revolutie ons verzetten hier eigenlijk niet zelf schuldig staan ?
Hier gaat het om een rechte onderscheiding. Hebben we die, dan zijn we er. De zaak wordt dan eenvoudig helder en duidelijk.
De Reformatie is een teruggaan tot het Woord van Christus en de apostelen, om naar dat Woord de Kerk te reformeeren. Daarmede hebben de Hervormers niet het wettige door God gestelde verworpen, maar het onwettige, onschriftuurlijke, verderfelijke juk der Roomsche priesterheerschappij verwerpend, hebben de Hervormers zich gezet onder de tucht van Gods Woord en de heerschappij van Jezus Christus, het Hoofd der Kerk.
Om die oorzake is de Hervorming der 16de eeuw in beginsel niet revolutionair, maar zuiver evangelisch. Het beginsel der Fransche revolutie huldigt de souvereiniteit van den mensch, maar de Reformatie de souvereiniteit Gods. De revolutie gaat uit van het beginsel der rede, de mensch is hier maatstaf van alle dingen ; maar de Reformatie onderwerpt des menschen rede aan het geopenbaarde Woord van God. De Reformatie heeft zich dan ook niet vergrepen aan het wettig gezag in de Kerk ; en het was het streven van de Hervormers niet om de Kerk te verwoesten noch om een nieuwe Kerk te stichten, maar hun heilig begeeren was de Kerk te bevrijden van de valsche beginselen, die menschen in haar hadden ingebracht en die met geweld werden opgelegd. En reformeerend zijn de Hervormerg wedergekeerd naar de leer der apostelen en profeten om Christus Koning te laten in de Kerk. Daardoor is alles veranderd in de 16de eeuw. Het zuivere uitgangspunt van de Reformatie brengt een heel andere levens-en wereldbeschouwing. Het brengt kunst, wetenschap, arbeid, het eischt alles op, om te leven tot Gods eer en tot des naasten heil. Zoo ligt er tusschen de Reformatie en de Revolutie een principieel, diepgaand verschil..
Het zijn twee totaal verschillende zaken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1922
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
