De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Is er nog nieuws?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is er nog nieuws?

8 minuten leestijd

Die van Athene nu allen, en de vreemdelingen, die zich daar onthielden, besteedden hun tijd tot niets anders dan om wat nieuws te zeggen of te horen. Als zij nu van de opstanding der doden hoorden, spotten sommigen daarmede; en sommigen zeiden: Wij zullen u wederom hiervan horen. Handelingen 17 : 21, 32

II
Over prediking, predikers en kerkgangers is nog altijd veel te doen. Het is een veelbesproken onderwerp: „Hoe vindt u dat er gepreekt moet worden? " Dat kan een legitieme vraag zijn. Maar het is bedenkelijk dat het accent maar al te vaak valt op die vragende mens: Hoe vindt u . . .? Dat zou wel eens samen kunnen hangen met die zucht naar nieuwsgierigheid, die nieuwshonger die Lucas in Athene aanwees en die ook onder ons volop aanwezig is.
Paulus heeft in Athene geen ander Evangelie verkondigd dan elders. Hoezeer hij zich ook heeft ingespannen de boodschap te vertolken in de taal die deze mensen verstonden. Maar ten diepste is het dezelfde boodschap, Gods grote Nieuwsbericht, de prediking van de gekruisigde en opgestane Christus.
Daarmee komt de Here tot deze Atheners. Daarmee confronteert Hij ons nog steeds. Bent u misschien wat moe geworden van de vele nieuwtjes, omdat ze u zo leeg laten? Bedenk, wat een voorrecht en genade het is dit grote Nieuws te mogen horen. Heeft het ons in vuur en vlam gezet? Wij lopen warm voor de laatste nieuwtjes. En het Evangelie? Wat kunnen we er koud onder blijven. Soms zeggen we tegen elkaar: „'t Doet me niets”.
Dan vergist u zich. Gods grote Nieuwsbericht roept altijd reacties op. De Atheners hebben aanvankelijk met belangstelling geluisterd. En toen die vreemde prediker hun eigen dichters citeerde, hebben ze de oren gespitst. Dat kan interessant worden!
Toen viel in de preek het woord „bekering". Jammer, Paulus, het was net zo interessant. Pas op, of het nieuwtje raakt er af. Wat moet je immers met zulk nieuws beginnen, als je alleen maar tijdverdrijf zoekt en geen levensvernieuwing.
En als de apostel dan spreekt over Iemand die opgestaan is uit de doden, doet dat voor hen de deur dicht. Spottend vallen sommigen hem in de rede: „Opstanding? Dat is een uitgesloten zaak! Dat laten wij ons niet wijs maken". Hun levenswijsheid komt immers niet verder dan het parool: Zoek je geluk in dit leven; leef volgens de natuur en geef ieder het zijne.
De gedachte van de opstanding der doden was voor deze filosofische Grieken eenvoudig absurd. Denkt u niet dat dit een antieke opvatting is, die u niet meer tegenkomt. Horen we vandaag niet dezelfde geluiden? Pasen is voor velen binnen en buiten de kerk ook niet meer dan een manier van leven, een vrijheidsbeleving, een nieuwe blik op de werkelijkheid. Maar dat iemand opgestaan is uit de doden, dat het graf leeg is acht men eenvoudigweg absurd. En het gericht op de jongste dag, de wederkomst van Christus op de wolken van de hemel, wordt op allerlei manieren ontkend. Wat moet je met zo'n opvatting in een tijd dat mensen maanreizen ondernemen, zeggen velen.
Nog altijd wordt Gods goede Nieuws weggespot. Nog altijd wordt de prediking van Kruis en Opstanding uitgekreten voor een verouderde boodschap. Dat moet ons niet bevreemden. Christus Zelf heeft immers geleden onder de spot. Is het Woord niet de mantel, waarin Hij tot ons komt? Wat Hem ten deel gevallen is, overkomt ook Zijn Evangelie. Het is de Joden een ergernis en de Grieken een dwaasheid. Het wordt op de Areopagus afgedaan als oud nieuws.
Overigens laten zich niet alleen de spotters horen. Er zijn ook anderen. Het zijn de mensen die altijd heer blijven. Hun gezicht blijft in de plooi. Maar hun reactie is niet minder duidelijk. Ook voor hen is het nieuwtje eraf. Beleefd zeggen ze tegen Paulus: „Wij zullen u er nog wel eens over horen". Het zijn de klanten die vrijblijvend wat rondneuzen in de winkel, de laatste snufjes bekijken, de prijzen onder de loep nemen en dan met een beleefde buiging aan het adres van de winkelbediende de zaak verlaten: „Tot ziens zullen we maar hopen!" Hun bezoek was vrijblijvend. Je moet toch op de hoogte blijven.
Maar laten we ons er niet op verkijken. Die beleefde afwijzing is even erg als de spotlach. Spotten betekent immers: Jezelf willen blijven. Gods Woord voor kennisgeving aannemen. Gods Woorden niet serieus nemen. Je eigen mogelijkheden belangrijker achten dan Gods mogelijkheden.
Nu schuiven we naar elkaar toe: kerkmensen en buiten-kerkelijken, vrijdenkers en rechtzinnigen, die Atheense intellectuelen, u en ik.
U huivert bij de ongeloofstaai van het moderne denken. U schrikt hartgrondig bij wat door allerlei lieden beweerd wordt. Maar blijft het daarbij? Dan neemt u ook Gods grote Nieuws voor kennisgeving aan.
Kent u voor uw eigen hart en leven Christus en de kracht van Zijn opstanding. U accepteert het ten volle, dat Jezus Christus komt om te oordelen de le­venden en de doden. Maar rekenen we ermee of leeft u in de gedachte: „We zullen er nog wel eens van horen . . ." Wij vinden het best als gesproken wordt over bekering, wedergeboorte, de noodzaak van het geloof. Maar we horen er vaak niet meer van op. Instemmend luisteren is nog wat anders dan gegrepen zijn door dit goede Nieuws van Gods genade.
Spot kan zich kleden in het jasje van de beleefde afwijzing. Dat zien we op de Areopagus. Helaas willen we maar al te vaak — ook in de kerk — een aangename tijdspassering. Maar o wee, als het mes er wordt ingezet! Als we recht op de man af worden geroepen tot bekering. Als de zonde met naam en toenaam wordt genoemd. Dan is voor velen het nieuwtje eraf. Zij zochten sensatie. Geen brood voor het hart.
Wij accepteren mogelijk ten volle de waarheid van Christus' opstanding. Maar leeft u er ook uit, door Gods genade? Is het in een tijd, waarin de laatste nieuwtjes ons verschrikken en verontrusten ook uw enige troost, uw houvast in leven en sterven?
Laten we deze vragen niet van ons afschuiven. Het Woord Gods rukt altijd weer de maskers af. Het legt de boosheid van ons hart bloot. Opdat we niet voortleven met deze schuld, maar ermee tot God gaan. Hij alleen is machtig en gewillig uw onwil, uw verzet, uw ongeloof te breken.
Hij is machtig door Zijn Geest ogen te openen en harten te ontsluiten voor het grote Nieuws van Zijn heil in Christus. Dan vallen de schellen van de ogen. Dan verliest de wereld haar glans. Dan krijgen we levensbelang bij dit goede Nieuws.
Dat deed de Here ook in Athene. De reactie van de nieuwsgierigen kan dat niet verhinderen. Ze mogen er spreekwoordelijk om bekend zijn. Niettemin, de Here staat in voor Zijn werk. Hij zorgt er voor dat Zijn genade verheerlijkt wordt. Daar is Hij om bekend, in Israël en in Zijn gemeente: „Al de heidenen, die Gij gemaakt hebt.,. Here, zullen komen en zullen zich voor Uw aanschijn nederbuigen en uw Naam eren”.
Ook in Athene zijn mensen die zich niet langer van dit grote Nieuws kunnen afmaken, omdat ze geraakt en getroffen zijn. Het is een schuchter begin. Het zijn er maar enkelen. Ze vallen niet op temidden van de vele nieuwsgierigen. Maar ons mag opvallen de overmacht van Gods genade! Hij trekt de Zijnen door Zijn Woord en Geest, zelfs uit de élite van Athene. Een van hen die zich bij Paulus aansluiten en tot geloof komen is Dionysus, één van de rechters van de Areopagus.
Het Woord Gods bewerkt een breuk in hun leven. Een breuk met hun oude leven, hun heidendom. Ze komen achter Christus aan als Zijn volgelingen. Dat is een wending van honderdtachtig graden. Radicaal en totaal. Want waar Christus beslag legt op zondaarsharten, daar is Hij reddend en vernieuwend bezig. Daar werkt Hij nieuwe dingen. „Want indien iemand in Christus is, die is een nieuwe schepping. Zie, het oude is voorbij gegaan, het nieuwe is gekomen”.
Dat alleen geeft uitzicht. De nieuwshonger laat arm en leeg. Of eigenlijk is het nog veel erger: Wie in ongeloof Gods goede tijding naast zich neer legt wordt eenmaal voor Zijn gericht gedaagd en veroordeeld.
Heden, zo ge Zijn stem hoort, verhardt uw hart niet. Buig u voor Hem. Is het uw nood en uw schuld dat dat portret van de Atheners ook uw beeld is? Weet dan, dat de Here Jezus Christus leeft en werkt, ook nu. Hij is groot van goedertierenheid en genade voor elk die verlegen raakt om Zijn genade en met zijn verdorven hart tot Hem de toevlucht neemt. Hij laat het u zeggen — iedere keer opnieuw! — „Laat u met God verzoenen! Wordt veranderd door de vernieuwing van uw gemoed”.
Dat is het grote Nieuws van de hemel. Als u uw oren er voor dicht stopt, blijft alles bij het oude in uw leven. Dan komt u om, door eigen schuld.
Maar wie, terneergeworpen en overwonnen door de kracht van dit Woord, tot de Here gaat, die mag weten: God begenadigt goddelozen om niet door de verlossing in Christus Jezus. Dan wekt Hij u door Zijn opstandingskracht tot nieuw leven.
Een leven vol uitzicht, want het wordt gedragen door de belofte van Hem, Die ons temidden van alle onrust, van al het nieuws dat voorbijgaat, vertroost en het van de troon af toezegt: „Zie, Ik maak alle dingen nieuw”.
Ede                                                                                                                                            A. Noordegraaf

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1969

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Is er nog nieuws?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1969

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's