Financiën.

Postrekening 35683. , Telefoon 2379.

Onder de bedragen die ik deze week heb te verantwoorden zijn ook eenige afrekeningen van penningmeesters van afdeelingen, welke mij de geïnde contributiën toezonden. Voor hen die dit nog niet deden, wil ik even wijzen op artikel 8 van ons huishoudeliik reglement, waar men kan lezen dat : „alle gelden, ook die welke verzameld zijn voor 't Leerstoelen Studiefonds, worden vóór 15 November in de kas van het Hoofdbestuur gestort."

Ik verwacht dat elke afdeeling zich hieraan zal houden en zal zorgen, dat vóór 15 November alles in orde is. Ook zijn er nog enkele personen, die zich bereid verklaard hebben de contributies te innen op plaatsen waar geen afdeeling is, welke tot op heden verzuimd hebben het ontvangen bedrag aan mij te zenden.

Mag ik vriendelijk verzoeken hiermede nu niet langer te wachten ?

Wat gaat de tijd toch snel. Nog zes weken en wij zijn al weder aan onzen Oudejaarsavond, want 30 November eindigt ons boekjaar. Wat zullen de bladen van de Bondsboeken van .het afgeloopen jaar ons te zegeen hebben ? Tot nog toe eindigden zij elk jaar met een hooger cijfer van ontvangsten. Zelfs het vorig jaar hadden we een vermeerdering van ontvangsten van tweeduizend gulden. Dat was een geweldige verrassing. Ja, elk jaar waren wij verbaasd, dat de toename maar steeds bleef aanhouden en mochten wij hierin de hand Gods opmerken, die ons zoo heeft willen zegenen niet alleen, maar wat ons hierbij in niet geringe mate verblijdde, was, dat hieruit ten duidelijkste spreekt de toename van de behoefte aan Gereformeerde prediking temidden van de Kerk onzer Vaderen, onze oude, geliefde. Hervormde Kerk.

Zal nu dit jaar, ondanks den grooten sprong van het vorig jaar, er toch nog een grooter cijfer van ontvangsten uit de boeken te voorschijn komen ?

Ziet, dat is een vraag, die mij elk jaar en niet het minst nu, in een zekere spanning brengt. Zoudt gij het allen niet jammer vinden, leden van den Bond, lezers van „De Waarheidsvriend", vrienden van de Hervormde Kerk, liefhebbers van een Gereformeerde prediking in onze Kerk, als wij tot de ontdekking moesten komen dat wij vorig jaar het hoogste bereikt hadden en nu voor het eerst in 13 jaar met een dalend cijfer moesten eindigen ?

De maand November geeft in deze de beslissing, die kan de weegschaal naar de eene of de andere zijde doen overslaan. Ik hoop dat de collecten bij de spreekbeurten, die nog vóór 1 December worden gehouden, de kenmerken zullen dragen van een meeleven in deze en niet alleen bij de collecten maar dat een ieder die gevoelt voor de Gereformeerde prediking in onze oude Hervormde Kerk, met ons niet zal gedoogen dat 1921 het hoogste was wat bereikt kon worden, maar dat uit de boeken van 1922 zal blijken dat ons Gereformeerde volk in de Hervormde Kerk nog meer kan. 

Deze week reeds kan ik van een moed gevend feit spreken. Een goed vriend, een lezer, lid van den Bond, zond mij

Honderd gulden.

om mede te helpen dat het eindcijfer dat vorig jaar reeds hoog was, ook dit jaar Excelsior mag wezen.

Ziet, dat kan heel goed, als er nu nog 19 waren die dit ook deden, dan waren wij zeker waar wij wezen wilden ; daar twijfel ik geen oogenblik aan. Negentien menschen die zichzelven het genot gunnen hieraan medegewerkt te hebben, die zijn er wel en ik gun hun dat genot van harte.

Wij gaan verder :

Rotterdam, 10 Oct. 1922.

Waarde penningmeester,

Hierbij zend ik u de somma van ƒ 2.30 aan verzamelde halve centen. Wil deze bestemmen voor het Studiefonds. Wij hadden de gewoonte om halve centen die ons in handen kwamen in een busje te doen. Nu las ik een dezer dagen een bericht, dat „de halve cent" binnen korten tijd als gangbare munt zal verdwijnen. Ik heb toen het busje geopend en bevonden dat er 460 halve centen in zaten. Vermoedelijk zijn er onder de lezers van De Waarheidsvriend en ook verdere Bondsleden, die ook deze gewoonte volgden. Het kan best zijn, dat velen ook u willen verrassen met het opzenden van opgespaarde halve centen In ieder geval zie ik het dikwijls onder de opgave van mej. Den Hartog te Utrecht. Gij zult er dan wel weg mee weten te vinden. Dat u als penningmeester in deze ook moge bewaarheid zien, dat de macht van het kleine groot kan zijn.

Met Bondsgroeten.

Uw dnr., A. K.

 Wij danken onzen vriend ten zeerste voor dezen wenk. Laat ieder die halve centen voor ons opspaart ze maar zoo spoedig mogelijk voor andere munt inwisselen, dat is het veiligste.

Gouda, afgezonden door den heer W. P. Frederikse, ouderling, ƒ5-—van N.N. voor het Studiefonds.

Bodegraven, afgezonden door den heer H. Turkenburg ƒ21.50 aan contributlën en ƒ 38.50 aan jaarlijksche bijdragen voor het Leerstoelfonds, tezamen ƒ60.—.

Harderwijk, afgezonden door den heer F. van Dam, penningmeester der afdeeling, ƒ 37.50 aan contributies : f 2.50 aan jaarlijksche büdragen voor het Leerstoelfonds en ƒ2.50 voor het Studiefonds, tezamen ƒ 42.50.

V1issingen, afgezonden door den heer A. M. Luitwieler, penningmeester der afdeeling, aan contributies ƒ24.50.

Utrecht, afgezonden door den hr. Joh. Weener, penningmeester der afdeeling, aan contributies ƒ 69.75.

Hiermede zijn wij voor deze week gereed met alles wat er viel mede te deelen en eindigen met dank aan allen die ons met hun gaven verblijdden.

De Penningmeester,

J. C. FLIEHE.

Arnhem, Pels Rijckenstraat 28.

Postzegels, capsules en zilverpapier.

Deze week ontvangen uit :

Gouderak een pakje van den heer H. Bergman, inhoudende theelood en postzegels ;

Arnhem, van den heer T. een pakje inhoudende postzegels, capsules, zilverpapier en koper ;

Met hartelijken dank.

Mej. J. DEN HARTOG.

Maliebaan 70a, Utrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen