Boekbespreking
H. Mulder, De uitsluiting uit de synagoge. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar aan de Protestantse Theologische Faculteit te Brussel, 23 blz., ƒ3, 25. Uitgeverij Bolland, Amsterdam '72.
Op drie plaatsen in het Evangelie van Johannes is sprake van mensen voor wie de toegang tot de synagoge onmogelijk gemaakt wordt. Toen de evangelist zijn geschrift te boek stelde, hadden de rabbijnen al het besluit genomen om aan het gebed van de achttien lofprijzingen een spreuk tot te voegen, waarin de joodse christenen vervloekt werden. Deze mensen stonden dus voor de keus om of de synagoge te vermijden of het geloof in Jezus als de Messias te verloochenen. Volgens dr. Mulder weerspiegelt het Johannes-evangelie de situatie zoals deze was na de opneming van deze vervloeking van de joodse christenen. Men kan de vraag stellen, hoe is dit woord 'weerspiegeling' bedoeld? Vormen de drie plaatsen een neerslag van latere verhoudingen of geven ze een historische feitelijkheid weer gedurende Jezus' werkzaamheid op aarde. Op blz. 10 en 11 krijgt men de indruk dat dr. Mulder ten aanzien van de drie genoemde teksten toch denkt aan gebeurtenissen ten tijde van Jezus en echte woorden van Jezus. Maar dan is m.i. het woord 'weerspiegeling' wat minder duidelijk.
Belangrijk is voorts wat dr. Mulder ons meedeelt over het conflict tussen de rabbijnen Johanan ben Zakkai en Gamaliel II. Gamaliel wilde tegen joodse christenen een harde lijn volgen, en wilde van geen enkele tolerantie weten. In deze strijd heeft Gamaliel alle synagogale elementen te hulp geroepen die hem ten dienste konden zijn. De vervreemding tussen synagoge en christelijke gemeente kan, zo concludeert Mulder niet verklaard worden als we de persoon en het optreden van Gamaliel II buiten beschouwing laten. Aanvankelijk lagen de christenen uit de heidenen buiten zijn gezichtsveld. Echter de gemeenschap tussen jodenchristenen en heidenchristenen in Christus hadden als gevolg, dat de krasse uitspraken in het 'achttiengebed' een verdere strekking kregen. De gehele kwestie werpt tot op de dag van vandaag een schrijnend licht op de verhouding van de joden tot de christenen uit hun volk. Dr. Mulder wijst onder meer op Rosenzweig, die de hele notie van christen-jood met beslistheid afwees. En wat betekent de breuk tussen synagoge en kerk voor het gesprek met Israël. De auteur geeft hier niet meer dan enkele opmerkingen en vragen.
Het geheel is een boeiende rede, vooral om het vele materiaal dat dr. Mulder geeft uit de eerste eeuwen van de christelijke kerk, en uit de joodse bronnen. Dr. Mulder die met het uitspreken van deze rede zijn ambt in Brussel aanvaardde, heeft hierin nogmaals laten zien hoezeer juist de bestudering van het jodenchristendom van belang is voor de vroege kerkgeschiedenis. Dr. Mulder is op dit terrein een kundige gids. Hetgeen hier geboden wordt doet verlangen naar meer. Wij wensen deze rede een ruime lezerskring.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's