De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Mens en arbeid in ­de twintigste eeuw (4)  ­

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mens en arbeid in ­de twintigste eeuw (4) ­

6 minuten leestijd

Kloof met de realiteit
Het kan iemand vóórkomen alsof we intussen wel heel ver zijn afgedwaald van de realiteit waarbij we hebben ingezet: mens en arbeid in de twintigste eeuw. Volgens Kuitert is het 'onzin' om met een soort bijbels arbeidsbegrip – arbeid in een agrarische, feodale samenleving – arbeid in de moderne industriële maatschappij te lijf te gaan. 'Het één kan onmogelijk norm ­zijn of worden voor het ander, want het gaat over geheel verschillende manieren van leven en werken' (Werken: zin of geen zin?, blz. 155). Zo kan alleen iemand schrijven die de Bijbel beschouwt als een tijdgebonden boek en niet als de voor alle tijden gezaghebbende openbaring van God. De laatste overtuiging sluit echter niet uit de behoedzaamheid bij toepassing van bijbelse lijnen in de eigentijdse werkelijkheid, waarvan we de specifieke problemen ook grondig zullen moeten kennen.
In aansluiting aan ondermeer W. Silfhout in diens goede boek Arbeid als opdracht noem ik de volgende probleemvelden:
– de ver doorgevoerde werkverdeling en maakt de werknemer vaak tot een klein ­schakeltje in een groot produktieproces. De verantwoordelijkheid van de werknemer mag echter niet beperkt worden tot het op de juiste wijze verrichten van op zichzelf genomen zinledige handelingen. Hij of zij moet betrokken blijven bij het eindprodukt en door informatie en inspraak bij de gehele onderneming waarbinnen hij functioneert. Het pleidooi voor humanisering van de arbeid verdient juist van christelijke zijde ondersteuning. De oorspronkelijk naar Gods beeld geschapen mens mag niet gereduceerd worden tot verlengstuk van een machine doordat zijn beroepsarbeid uit niets anders dan geestdodend lopende-band-werk bestaat.
– er zal waakzaamheid moeten zijn ten aanzien van de handhaving van het gezegende ritme van arbeid en rust. De onderhouding van de sabbat is tot Gods eer en tot heil voor mens en samenleving. De Kerk moet op de bres staan voor de onbeperkte mogelijkheid tot zondagsviering in de huidige maatschappij. Juist de zondagsviering naar Gods gebed schenkt de mens bevrijding in de arbeid.
Anderzijds kan er een streven zijn om de arbeid steeds verder terug te dringen naar de rand van het menselijk bestaan, alsof het slechts om een noodzakelijk kwaad ging. Zij die een pleidooi voeren voor verregaande A.T.V. hebben door de economische situatie de wind niet mee (gehad) gedurende de laatste jaren. Maar behalve economische gelden hier ook principiële bezwaren. Een maatschappij waarin niemand meer hoeft te werken, is geen christelijk ideaal. Een maatschappij waarin iedereen zin kan ervaren in het werk, is dat wél. De belofte van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde fundeert de verwachting dat het eens zover zal komen voor alle oprechte gelovigen. Dat uitzicht is een stimulans zich in te zetten voor zinvolle arbeid hier en nu voor zoveel mogelijk mensen. In het kader van bestrijding van baanloosheid kan A.T.V. een noodzakelijk en nuttig instrument zijn.
– er is telkens sprake van arbeidskonflikten. Christenen mogen opkomen voor rechten die hen krachtens gemaakte arbeidsovereenkomsten toekomen. Maar zij zullen daarbij gekenmerkt worden door een eigen stijl van optreden, waarbij ook het element van gezag in de verhouding werkgever-werknemer erkenning vindt. Staken heeft binnen deze positiebepaling geen plaats, tenzij dóórwerken een direkt konflikt met Gods geboden zou inhouden.
– er zijn gelukkig nog heel wat mensen die vreugde vinden in hun werk. Een artikelenserie in 'de Waarheidsvriend', jaargang 1986, waarin mensen uit allerlei beroepsgroepen aan het woord kwamen om lichtpunten en knelpunten in de arbeid te signaleren, legde er getuigenis vanaf hoe velen hun beroepsarbeid om verschillende redenen als zinvol ervaren.
Terecht echter stelt J. Firet: 'Maar dat zonnige plaatje mogen we niet schuiven voor het beeld dat vooral de aandacht van de kerk opeist. In bepaalde takken van arbeid, in de werkloosheid en uiteindelijk in ons totale arbeidsbestel zijn factoren aanwezig die het mens-zijn (fysiek, psychisch en mentaal) en de voortgaande menswording bedreigen' (Werken: zin of geen zin, blz. 128).
Er is vaak een kloof tussen de bijbelse principia inzake de arbeid en de praktijk van de beroepsarbeid of de realiteit van de baanloosheid. Het kan alleen maar heilzaam zijn wanneer allereerst het persoonlijk leven van de gelovigen (en dus ook hun visie op en beleving van de arbeid) en vervolgens ook het maatschappelijk bestel meer van die bijbelse principia doordrongen wordt. Het ziet er echter in deze tijd van voortgaande secularisatie naar uit dat oprechte christenen zich hun vreemdelingschap in deze wereld meer en meer bewust zullen moeten worden. Ook beroepsethiek staat voor christenen onder het voorteken van de pelgrimage (vgl. Velema's Ethiek en pelgrimage).
– een bange vraag is die naar de grenzen van de technologische ontwikkeling. Belangrijke opmerkingen daarover worden gemaakt in de zgn. Week van het Werkkrant 1988. Welke gevolgen heeft de technische vooruitgang voor het werk van mensen? Er zullen ethisch verantwoorde keuzes gemaakt moeten worden. Niet alles wat mogelijk is, moet gerealiseerd worden. Als dát het geval zou zijn werd de nieuwe technologie tot een autonoom proces. Dit is reeds in vérgaande mate het geval. De beslissende vraag is: dient deze technologie de mens en de mensheid nog wel? Is het in overeenstemming met het mens-zijn naar Gods bedoeling? Het marktmechanisme mag niet overheersen. Terecht wordt een pleidooi gevoerd voor een nieuw kostenbewustzijn. Niet alleen de economische, maar ook de maatschappelijke en culturele kosten moeten worden berekend. Niet alleen de kosten voor de rijken hier, maar ook voor de armen daar. Niet alleen voor de nu levenden, maar ook voor onze kinderen. Niet alleen voor de mensen, maar ook voor natuur en milieu (zo dr. P. van Dijk)
– wie oog heeft voor de schaduwzijden in allerlei moderne ontwikkelingen, komt te staan voor de vraag naar de verantwoordelijkheid van de werknemer. Prof. dr. J. Douma is onlangs hierop ingegaan in zijn column in het Nederlands Dagblad (19-12-1987).
Douma waarschuwt tegen een te vroegtijdig zich terugtrekken uit allerlei verantwoordelijkheden. Hij noemt die opstelling 'geestelijk pacifisme'. 'Een pacifist wil geen wapens vervaardigen, ook niet ter bescherming van z'n eigen land. Maar ook een geestelijk pacifist wil de wapenrusting niet opnemen op de plaats waar hij het doen moet: in de wereld, met al die hoeren, tollenaars en afgodendienaars' (vgl. 1 Kor. 5).
We moeten zo lang mogelijk op onze post blijven en in de kracht van Christus' geest een invloed ten goede trachten aan te wenden. Vaak moeten we samenwerken met mensen die vanuit niét christelijke beginselen en met niét christelijke idealen opereren. De grens van zo'n samenwerking is daar bereikt waar ons eigen handelen in strijd komt met Gods gebod. Het is niet mogelijk hier algemeen geldende recepten te geven. Op het gebed, in het luisteren naar de Schriften, en zo onder leiding van de Geest, leren we telkens weer onze positie te bepalen als dienaren en dienaressen van Christus, waakzaam en werkzaam, alert en aktief, totdat Hij komt!

J. Hoek, Veenendaal

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Mens en arbeid in ­de twintigste eeuw (4)  ­

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's