De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

12 minuten leestijd

Genetische revolutie
In het Centraal Weekblad (15 januari 1999) schrijft Doeke Post een interessant artikel over een ongekende omwenteling in de geneeskunde. Hij doelt op ontwikkelingen op het terrein van de genetica: het zal straks op grond van erfelijk materiaal mogelijk zijn ziekte bij mensen te voorspellen. Hij noemt dat de 'genetische revolutie' die het gezicht van de geneeskunde volledig zal veranderen. Straks gaan we niet meer alleen naar de dokter omdat we klachten hebben, maar ook met de vraag of we de kans lopen een bepaalde ziekte te krijgen. De vraag wordt dan klemmend: hoe kan ik die ziekte wellicht voorkómen?

'Onlangs zei professor Buijs, hoogleraar genetica aan de Groningse universiteit, dat we de grote volksziekten goed in beeld gaan krijgen. De oorzaken van hart-vaatziekten, dementie, reuma en ook psychiatrische ziekten komen in zicht. Die worden gevonden in mankementen in bepaalde genetische afwijkingen. Deze afwijkingen zitten in de chromosomen. Die zijn opgebouwd uit DNA-moleculen, een bepaalde soort eiwit. Elk DNA-molecuul is een onderdeel van een gen en deze bepaalt een eigenschap van het menselijk lichaam: een soort code die aangeeft of men bijvoorbeeld rood of zwart haar krijgt, de lichamelijke kentekenen dus. Maar er zijn ook genen die aangeven of er bepaalde ziekten kunnen ontstaan. Dat zijn vaak genen die beschadigd of afwijkend zijn dan wel een mankement vertonen.

Erfelijk paspoort
Momenteel is men bezig om al onze erfelijke eigenschappen in beeld te brengen. Als dat gelukt is, dan heeft iedereen zijn erfelijk paspoort. In principe is dan bekend of en zo ja welke afwijkingen in de loop van het leven een risico gaan vormen voor de gezondheid.

We zijn er dan nog niet. In de vorige eeuw wisten we dan wel hoe infectieziekten ontstaan, maar we hadden nog geen idee hoe we er iets aan konden doen. Zo is straks bekend hoe ziekten ontstaan en welke kans we lopen om bepaalde ziekten te krijgen, maar we zijn nog niet in staat er iets aan te doen. Dat is de volgende stap. Men zal op voortvarende wijze gaan werken aan de mogelijkheden om mankementen in het gen te repareren. We zijn al een eind op weg via de genetische manipulatie.'

Een ontwikkeling die nogal wat consequenties zal hebben, aldus Post. Mensen leven niet graag met onzekerheden en daarom zal men zich willen laten testen. De industrie zal daar op inspringen en allerlei doe-het-zelftests op de markt gaan brengen. Meer dan tot nu toe zal de gezondheidscultus toenemen.

Geneticalisering van het leven
Als wij mensen uit onderzoek weten dat we een verhoogde kans hebben op bepaalde vormen van kanker, dan zullen we er alles aan gaan doen om te voorkomen dat het geconstateerde mankement aan het gen ook daadwerkelijk zijn kans krijgt om de ziekte te veroorzaken.

'Dat betekent ook dat dokters op een andere manier worden ingeschakeld. In de volgende eeuw zal de arts veel meer gebruikt worden om risico's te vermijden. Dat houdt in dat men zonder klachten te hebben naar de dokter zal gaan om het risico op het krijgen van ziekten te laten vaststellen. En als dat risico er is, zal men adviezen willen hebben om gezonder te leven, zodat de ziekte minder kans heeft te ontstaan. Als we niet oppassen, zal het leven in de ban komen van deze genetische angst: geneticalisering van het leven noemen we dat.
Voorspellende geneeskunde zal wellicht een nieuwe specialisatie in de geneeskunde worden. Deze artsen zien alleen maar mensen die het risico lopen om ziek te worden. In principe zijn we dan allemaal patiënt, want we hebben allemaal wel ergens in ons genetisch materiaal afwijkingen die tot ziekten kunnen leiden. De scheiding tussen zieken en gezonden, patiënten en niet-patiënten zal in de toekomst vervagen.
Bij dit alles zal ook het specialisme van de genetische counseling een grote vlucht nemen. Meer dan tot nu toe zullen echtparen die kinderen willen krijgen, of wellicht ook mensen die een relatie met elkaar willen aangaan, eerst advies vragen over het wel of niet passen van hun genetisch materiaal. Immers, als er twee afwijkende genen bij elkaar komen, zal een ziekte zich bij het nageslacht eerder ontwikkelen. Als het genetisch paspoort bekend is, moet de specialist hierover via computersimulaties uitspraken kunnen doen.

Risicoprofielen
Is bovenstaande gedachtenontwikkeling een spookbeeld of berust ze op reële ontwikkelingen? De huidige wetenschappelijke inzichten wijzen heel sterk in de richting van een uitgebreide genetische invloed op het leven. Hoe we er in de toekomst mee zullen omgaan, is uiteraard niet bekend. Wel lijkt het erop dat de mens zijn nieuwsgierigheid niet zal kunnen bedwingen en de onzekerheid zoveel mogelijk zal willen verkleinen.

Sommigen wijzen erop dat het kennen van het genetisch patroon slechts schijnzekerheid zal bieden. Het is immers nooit zeker dat een bepaalde genetische afwijking ook echt tot de ziekte leidt. Maar aan de andere kant zullen mensen het wel willen weten. En als ze het zelf nog niet willen weten, dan zal hun verzekeraar er wel naar vragen. De risico's die de verzekeraar loopt, kunnen met het genetisch paspoort beter worden ingeschat. Het is op den duur niet tegen te houden dat verzekeraars met risicoprofielen gaan werken. Verzekerden zullen een hogere premie moeten betalen als bekend is dat er een grotere kans bestaat op het krijgen van een bepaalde ernstige ziekte.
Of zal het zo zijn dat mensen beter leren omgaan met de risico's op ziekte en anders naar het leven kijken? Ziekte is een onderdeel van het leven en we zullen er aan moeten wennen dat ziekterisico's aanwezig zijn. Maar kunnen we dat? Angst en onzekerheid voor ziekte horen immers bij de existentiële angst voor de dood. Mensen zullen er nooit aan wennen dat ze dood gaan. Dat is de ultieme dreiging van het bestaan.
Het zal daarom onvermijdelijk zijn dat de ontwikkelingen in de genetica tot een groter beroep op de medische deskundigheid zullen leiden. De genetici zullen het in de toekomst erg druk krijgen. Het gaat in de geneeskunde dan niet alleen meer om zieken, maar om mensen die ziekten kunnen gaan krijgen. De eerste tekenen van deze drukte zijn al te zien in het toenemende gebruik van genetische screening. We zullen ons deze ontwikkelingen, die zich als een revolutie aan ons gaan voltrekken, goed bewust moeten worden. De maatschappelijke consequenties zijn zeer groot.'

Bij een nieuw millennium worden allerlei nieuwe ontwikkelingen aangekondigd in boeken en artikelen en dit is er één van. Er zijn er zeker nog meer te noemen. Ook de Informatie Technologie (IT) zal uitzonderlijk veel nieuws teweeg brengen, waarbij de helft ons nog niet is aangezegd, zo las ik ergens: sprekende computers, alle digitale apparaten met elkaar verbonden etc. Je denkt weleens: waar liggen hier grenzen. Nog steeds waren we vooral in de Westerse wereld beheerst door een optimistisch vooruitgangsgeloof: de maakbaarheid van het bestaan. Intussen komen al andere gedachten op: de chaostheorie gepaard gaand met het nodige pessimisme. Ontwikkelingen brengen zegen teweeg, maar kunnen ons ook op een weg brengen waarvan je vreest: waar zal het allemaal op uitlopen?
In De Wekker (15 januari 1999) schrijft D. Koole over zingevingsvragen in de rubriek Nader bekeken. Onder andere gaat het daarin ook over ontwikkelingen waar mensen ongerust door worden.

'Misschien kan men zeggen dat er niets nieuws onder de zon is. In de lange menselijke geschiedenis zijn méér perioden met turbulente en beangstigende gebeurtenissen en ontwikkelingen aanwijsbaar en in alle tijden heeft de mens daaronder in angst en bekommernis geleden, maar waarschijnlijk niet zo totaal als wij in onze tijd. De mens van nu krijgt elke dag een groot aantal over elkaar heen tuimelende gebeurtenissen en ontwikkelingen te verwerken en er zijn maar drie mogelijkheden: eronder afstompen (dat is er kennis van nemen en snel weer van je laten afglijden), eronder doorgaan (doordat het zich bij een mens vastzet en zo cumulatief wordt dat men de last ervan niet langer kan verdragen) of proberen de dingen te bezien in het licht van het Evangelie, waardoor alles in een wat ander perspectief komt te staan. Zonder dat laatste kan een mens vandaag niet meer tegen de dingen op, althans voorzover men niet oppervlakkig leeft.
Door de technologische ontwikkelingen die ons leven enerzijds veel geriefelijker en comfortabeler hebben gemaakt, – om maar eens één punt van verschil met vroeger te noemen – is ook veel rampspoed over het mensdom gekomen. Neem alleen maar eens de sterk toegenomen intensiteit van het gemotoriseerde verkeer. Wie op werkdagen 's morgens naar de radio luistert krijgt het benauwd als Driebergen meldt dat Nederland in de morgen- en avonduren steeds langere files te zien geeft. Weet u dat op aarde jaarlijks 400.000 mensen in het verkeer omkomen, cijfers die zullen stijgen naarmate derdewereldlanden meer gemotoriseerd raken? Denken we ons dat eens in: elk jaar 400.000 mensen, van de allerjongsten tot de hoogstbejaarden, wier leven door een verkeersongeval eindigt. De miljoenen die jaarlijks door honger omkomen, noemen we al niet meer. Met dat gegeven hebben we al geruime tijd leren leven.
In Noord-Afrika ontwikkelt zich een zorgelijk islamitisch fundamentalisme. Aan de zorg over wat daar gebeurt, is annex de ongerustheid over de opdringing van de islam, die ook in West-Europa een steeds dominanter positie zal gaan claimen. Onze kinderen en kleinkinderen zullen naar alle waarschijnlijkheid hier en daar moeten wennen aan een mengeling van het geluid van kerkklokken en de indringende geluiden van de islamitische gebedsoproepen. Het milieuprobleem wordt steeds nijpender. De vraag waar de bodem is van het dalende normbesef houdt velen bezig. Fraudes en illegale financiële praktijken, omvangrijk en op kleine schaal, doen zich in allerlei maatschappelijke geledingen bijna dagelijks aan ons voor. Oppervlakkig de mens die dit alles langs zich heen laat gaan.'

Kooles stelling in dit verhaal is kort gezegd: we moeten als kerk de gelegenheden benutten om het licht van het Evangelie over deze dingen te laten schijnen. We zijn er toch toe geroepen om lichtdragers te zijn?

'Wat zouden we in een tijdsgewricht als dit toch veel meer, met de mensen om ons heen, aan de hand van de bijbel moeten proberen antwoord te vinden op de vragen, die voor ongelovigen en "afvalligen" kennelijk een drempel vormen om zich aan de God van het christelijk geloof gewonnen te geven of aan dat geloof verbonden te blijven; vragen die hun persoonlijk leven raken en vragen die de gang der dingen in de groter verbanden van de menselijke samenleving aangaan; zingevingsvragen zou men ze kunnen noemen, die toch ook dikwijls onze vragen zijn. We maken – niet ten onrechte – misbaar over het feit dat de wereld om ons heen steeds ongeloviger en onverschilliger wordt, dat aan het Woord en de Wet van de Here God steeds méér met minachting en geringschatting wordt voorbijgegaan, maar vergeten we niet te veel hoe groot het voorrecht is dat ons de genade ten deel is gevallen het "ongelooflijke" van het Evangelie te geloven en dat wij in een hectische wereld als waarin wij leven, houvast mogen hebben aan de gedachte dat alles wat in deze wereld gebeurt en dat ons soms zo kan benauwen, een plaats heeft in de geschiedenis die God zelf schrijft? Vanzelfsprekend is dat houvast overigens niet.
Wie eigen hart en verstand eerlijk peilt, wie opmerkzaam door de wereld gaat en de dingen die zich aan ons voordoen, nuchter weegt, die zal in alle eerlijkheid moeten erkennen dat het ongelovigen, de niet bij de dingen van het geloof opgevoede mensen, van de mens uit gezien niet kwalijk is te nemen dat zij op de ondoorzichtigheid van allerlei vragen rond doel en zin van dit aardse bestaan stuklopen en dat zij, zonder dat het hun met overtuiging wordt voorgehouden en door de mensen van de kerk wordt voorgeleefd, niet zo gauw aan het Evangelie als laatste hoop in bange dagen vastmaken. Er is zoveel in alle dingen om ons heen dat voor de mensen de waarde van die hoop ontkent en er is in het leven van degenen die zeggen deze hoop te koesteren, zo veel dat die hoop weerspreekt, al was het alleen maar de zwijgzaamheid waarmee we in de persoonlijke omgang met de mensen door onze dagen gaan.
Is het niet hard nodig, ieder op eigen plaats en wijze, ten overstaan van de wereld – en denken we daarbij dan allereerst aan de persoonlijke ontmoeting met de mensen die dagelijks onze weg kruisen – met de mond te belijden wat we met het hart zeggen te geloven?'

De tijd waarin we leven is wel een overgangstijd genoemd. Een tijd waarin de veranderingen in ijltempo over ons heen komen. Het kan niet anders of dat raakt ons, ook als kerken en gemeenten en niet minder als christenen. Onlangs verscheen van de hand van ds. Bernard Rootmensen het boek Waar het op aankomt, een werkboek bij het begin van een nieuwe eeuw en een nieuw millennium (Meinema, Zoetermeer). We zullen daar later nog op terugkomen in ons blad. Waar het volgens Rootmensen onder andere op aankomt, is dat we geconcentreerd leren leven. Hij werkt dat uit in tien punten waarvan de eerste luidt: zoek de rust, de stilte, het gesprek met jezelf. En hij eindigt dat blokje in zijn boek met een kort gedicht van C. S. Adama van Scheltema en daar eindigen wij dit keer ook mee:

Min de stilte in uw wezen
min de stilte die bezielt.
Zij die alle stilte vrezen,
hebben nooit hun hart gelezen,
hebben nooit geknield.

J. Maasland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's