De doorbraak
De doorbreker zal voor hun aangezicht optrekken; zij zullen doorbreken en door de poort gaan, en door dezelve uittrekken en hun Koning zal voor hun aangezicht heengaan en de Heere in hun spits. Micha.: 2 vs 13
U ziet het gebeuren! De belhamel maakt de weg vrij voor de kudde, hij breekt door. Zo zal de Heere Zijn volk bevrijden, dat is het werk van de Heere Jezus. Voor hun aangezicht gaat Hij Zijn weg, de weg van kribbe en kruis. God grijpt in. Hij trekt op, de God van de uittocht. Vindt hier niet opnieuw de uittocht plaats? Speelt het licht van pasen niet over dit schouwspel? Een poort, in het rijk van de dood, een opstandingsfeest; de steen is van het graf gewenteld. Wie nu door nood en dood omsingeld is, wie zich wendt en keert, maar er niet uitkomt, hij zie toe: Voor uw aangezicht. Hij ziet Christus. Tot ons heil. Voor hun aangezicht, dat is hun ten goede. Wij kijken er niet alleen naar, we ontdekken in deze Zaligmaker de zaligheid, in deze Redder de redding. In deze Doorbreker, de doorbraak: Zij zullen doorbreken en door de poort gaan. Ontdekken wij het echt, dan worden we erin betrokken, dan trekken we mee op, zoals Israël uit Egypte. Dat spreekt eigenlijk vanzelf. De hele kudde schommelt achter de belhamel aan naar buiten, ze duwen elkaar er doorheen! U kent de spreuk 'Als er één schaap over de dam is, volgen er meer'. Welnu: die Ene is over de dam. Hij is er doorheen. Hij is niet alleen, als Hij doorbreekt. Zij zullen! De poort, daarachter ligt het land van de vrijheid, van het leven. Daar zijn de grazige weiden en de zeer stille wateren. Wat zou dat allemaal betekenen, zou ik dat ooit te weten komen? Nu is het zover. Met en in de Heere Jezus, is het zover. Daar gaat Hij. Gaat Hem achterna! Aarzelt niet! En anderzijds: Hij neemt ons mee. Hij is immers onzer één geworden. Hij wil ons bij zich houden. Hij is de Doorbreker. En wat onmogelijk was wordt nu zo gemakkelijk: zij zullen doorbreken. Niet op eigen gelegenheid, maar op Zijn dag, op Zijn woord, op Zijn naam. Hij is hun Koning, ja daar ginds, helemaal vooraan. Zij gaan langs de Koninklijke weg door Zijn dood en opstanding heen, de vrijheid tegemoet. Niemand kan ze tegenhouden, terug dwingen binnen de kooi. Dit doorbreken is in het gevolg van Zijn doorbreken. Zij breken door in het gevolg van de Doorbreker. Sterker nog: in gemeenschap met Hem. De gemeenschap des geloofs! Zij zullen doorbreken en door de poort gaan. Er wordt wel eens geklaagd, dat er vandaag zo weinig 'doorbrekend werk' is. Men bedoelt dan, dat zo weinig mensen echt getuigen kunnen van hun bevrijding. Dat komt omdat ze niet echt getuigen van hun Bevrijder, van Christus Jezus. En misschien ook wel, omdat er weinig kennis van de ellende is. Zeker, daar wordt veel mee geschermd, maar dat is slechts schijn. Wie in het nauw zit, weet zich geen raad! Hij weet ook niet, wat er allemaal gebeuren moet, al wordt hem dat breedvoerig verteld. Het gaat hem om de verkondiging van Christus, van de Koning, van de Heere. Als een woord des geloofs, dat geloofwaardig is en geloof wekkend: De Heere in hun spits. Leest iemand dit, die zich afvraagt: hoe zal ik ooit doorbreken, hem antwoord ik: De doorbreker zal en zij zullen. Zo kan het, zo zal het. U leest de tekst toch als een belofte, en in die belofte hangt het een en het ander, samen, en ligt het: hij zal en zij zullen, vast. Ik zal ervoor zorgen, zegt de Heere. Dat wordt een goede advent: Hij komt. Hij breekt door. Hij laat mij niet in de engte. Hij kwam om er mij uit te halen. Hier ben Ik, verklaart Hij. Hier ben ik, Heere Jezus, ik vertrouw mij aan U toe. Zo gaan ze door de poort. De Heer verhoorde mij in 't lijden en deed mij in de ruimte gaan. En vraagt iemand: hoe bent u door de poort gegaan, dan mag ik op Hem wijzen, op de Doorbreker. Daarom heet het: de poort des Heeren, en de poort van de gerechtigheid. Achter Hem aan, dat is het geheim van deze uittocht. En dat blijft het geheim van het bevrijde leven. Hun Koning zal voor hun aangezicht heengaan en de Heere in hun spits. De gids loopt voorop, of om in de buurt van het beeld van de tekst te blijven: de belhamel is de herder. Hij roept zijn schapen bij name en leidt ze uit. En, wanneer Hij Zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat Hij voor hen heen, en de schapen volgen Hem, omdat ze Zijn stem kennen. Als ze nu de vreemde, die het op hun ondergang voorzien heeft, maar niet volgen. Als ze nu maar achter die eigen herder verder gaan. Zien ze Hem soms niet, ze horen toch Zijn stem, ze kennen die uit duizenden. Ze gaan op Zijn wóórd af, dan gaat het niet fout. Ook dat is in de belofte begrepen: De Heere in hun spits. Het kost strijd, om te volgen, alleen maar en altijd weer te volgen. Maar volgen is: weet hebben van Hem Die voorgaat! Hij kijkt voortdurend naar hen om. Ik houd mijn hart vast voor die schapen. Binnen de omheining waren ze veiliger dan daarbuiten. Vindt u dat? Moeten ze daarom maar in de engte blijven zitten? De Heere denkt er anders over. Hij opent de poort. Hij leidt hen ook in het spoor der gerechtigheid, om Zijns naams wil. Zo trok Israël door de woestijn. Gevaarlijk was het daar, meer dan gevaarlijk! De Heere toog voor hun aangezicht, des daags in een wolkkolom en des nachts in een vuurkolom, dat Hij het voor hen deed lichten, zodat ze voort konden gaan in de nacht. Een goede voortgang wordt door Hem gegarandeerd. Hij breekt door, en Hij trekt voor hen uit. Wat ons in de weg komt, wat ons aan gevaren bedreigt en aan bezwaren benauwt: In hun spits. Houdt in uw weg het oog op Hem gericht. Staat en gaat in de vrijheid, die Hij verworven en weggegeven heeft. Hij is uw voorhoede en uw achterhoede. Hij is overal, waar u Hem nodig hebt. Hij helpt u overal doorheen; Hij loopt voor u uit, ook in het dal van de schaduw van de dood. Ook waar de hel haar grimmige kaken openspert. Christus, Die geboren werd, is ten hemel gevaren. De Voorloper, Die voor ons is ingegaan. Aan de overzijde, laten we voorgoed alle angst en alle nood achter ons, ze worden verzwolgen in de wateren van het verleden. Aan de overzijde treedt de gemeente aan met een lied. Het lied van Mozes en van het Lam. Gij leiddet in Uw goedertierenheid het volk, dat Gij verlost hebt. Totdat Uw volk, Heere, henendoor kome, totdat dit volk henendoor kome, dat Gij verworven hebt en dat Gij zult inbrengen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's