De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Overheid en welzijnsbeleid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overheid en welzijnsbeleid

Enkele kanttekeningen bij een begroting

7 minuten leestijd

Velen binnen het kerkelijk leven zijn direct betrokken bij een aspect van de maatschappelijke dienstverlening, hetgeen we in navolging van de Overheid tegenwoordig ook wel aanduiden niet welzijnswerk. Hierbij valt te denken aan degenen die beroepsmatig daarbij betrokken zijn. Ze komen uit verschillende sectoren. Naast het maatschappelijke werk en cultureel werk valt te denken aan de bejaardenzorg en medische gezondheidszorg, al valt dit laatste onder een afzonderlijk departement. Zo zou er nog veel meer zijn te noemen.

Eén ding hebben ze allemaal gemeenschappelijk, ze zijn allemaal betrokken bij een stuk arbeid binnen het veld van de welzijnszorg. In tweede instantie valt ook te denken aan de velen die een belangrijk deel van hun vrije tijd geven aan een bestuurlijke functie, met al de zorgen van dien.

Kortom, vanuit een bijbels optiek, op medemens en maatschappij, zijn velen betrokken bij dit werk. Het diakonaat heeft in dit opzicht altijd stimulerend gewerkt en dat moet zo blijven.

Naast een stimulerende factor moeten we allen, vooral in deze tijd, ook nog een andere antenne oprichten en dat is die van een critische benadering.

U vraagt of dit nodig is ?

We zullen dit trachten te beoordelen aan de hand van een aantal feiten die wij opnieuw tegenkomen in de begroting 1977 van het Ministerie van C.R.M, die enkele weken geleden is verschenen.

U zult begrijpen, dat het daarbij niet gaat om een cijfermatige benadering van deze begroting, maar dat veel meer gelet zal worden op de motivatie tot het gekozen totale beleid. In eerste instantie zou ik willen wijzen op de ideologie van het begrip 'welzijn'. Met de realisering van het huidige Ministerie voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijkwerk (1966), ging het vanaf deze datum vooral om het totale welzijn van het individu en de groep. Terecht, dacht ik. Betrachting van welzijn houdt immers niet op bij het verlenen van maatschappelijk werk en materiële hulpverlening.

Steeds meer werd duidelijk, dat materiële zekerheid op zichzelf wel kan bijdragen tot welzijn, maar dat er meer voor nodig is. De totale mens en samenleving is in het geding, ook dat zijn redelijke argumenten. De vraag is alleen gewettigd: Hoe vul je het een en ander ?

Kernfuncties

Vanuit genoemde steilingname is men van de zijde van de Overheid steeds meer gaan werken aan de realisering van dit totale welzijn. Nu in de laatste begroting heet welzijnsbehartiging zelfs: 'De centrale doelstelling van de Regering’.

Drie kernfuncties worden daarbij aangegeven t.w.: zorg, educatie en recreatie. Dit beleid heeft tot gevolg, zo stelt men, dat het Ministerie van C.R.M, nu geldt als 'een belangrijk knooppunt van lijnen die het welzijnsbeleid verbinden'. De conclusie valt daarna, dat dit beleid de laatste jaren zowel politiek als financieel is versterkt.

Wat de financiële kant betreft is dit gemakkelijk te concluderen. In 1973 bedroeg de begroting ƒ 3, 1 mld, nu in 1977 is er 8, 2 mld. aan de Staten-Generaal voorgesteld.

We hebben echter wat meer werk te verzetten indien wij ook de andere steilingname willen bezien, n.l. dat er binnen het welzijnsbeleid ook sprake is van een politieke groei. In het voorgaande hebben wij min of meer geaccepteerd, dat het bij het welzijnsbeleid gaat om de totale mensengroep in alle levensverbanden.

We zien dat in de begroting C.R.M, vertaald, binnen, zoals men schrijft: 'de centrale doelstellingen van het kabinet n.l. spreiding van macht, kennis en inkomen'. Ten aanzien van het inkomen geeft men voorrang aan de positie van de laagstbetaalden en vanuit deze benadering heeft men bijv. de tarieven van de gezinsverzorging in het 'draagkrachtbeginsel' aangepast.

Belangrijker in dit geheel is hetgeen wordt gesteld ten aanzien van het begrip 'kennis'. Een duidelijke relatie wordt aangegeven tot het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Vorming en onderwijs van degenen, diedaartoe minder of niet meer zo direct in staat zijn, krijgen nieuwe kansen via een gezamenlijk educatiebeleid (opvoedingsbeleid).

We zullen vooral in de nabije toekomst moeten letten op de verhouding welzijnsbeleid en onderwijs.

Niemand zal in het kader van het totale welzijnsbeleid kunnen en willen ontkennen, dat hiermee ook een stuk vorming is ingebouwd. De vraag is echter welke inhoud wordt aan die vorming toegekend. Er mag van worden uitgegaan dat dit objectief gebeurt en in samenhang hierbij moet dat tevens worden gesteld dat er een plaats en functie voor de levensbeschouwelijke inbreng moet worden opgevorderd. Denkt u in dit verband maar aan het vormingswerk in het kader van de partiële leerplicht.

Ten laatste wordt het begrip 'macht' uitgewerkt door te stellen dat de mens invloed moet hebben op de leefsituatie. Er kan gesproken worden van 'sociaal culturele macht; zeggenschap van de burger bij de inrichting van dorp, wijk en buurt'.

Democratie en doelmatigheid zijn twee begrippen die nauw met elkaar in verband staan, zo concludeert het rapport. Dit kan ook worden gesteld van decentralisatie en democratisering aldus de begroting 1977.

De mens de maat aller dingen

Ook uit dit alles blijkt weer dat de mens de maat is van alle dingen. Zoals u zult begrijpen een zeer gevaarlijk en beangstigend gegeven. Decentralisatie en democratisering betekenen o.a. dat een groot stuk verantwoordelijkheid - ook die in financieel opzicht - van de Overheid wordt overgenomen door bijv. een grote stad of regio.

In dit verband worden er ook verschillende opmerkingen geplaatst ten aanzien van een 'vernieuwing van beleid'. Dat komt ruwweg geschetst neer op een totale herverkaveling van 't totale welzijnspakket. Een eerste aanzet daartoe is gegeven in het - binnen het welzijnswerk overbekende rapport:

’Knelpunten-nota'. Deze nota die enkele jaren geleden is uitgekomen en nog steeds in discussie is, heeft een aantal knelpunten aangegeven en ook gewerkt aan (andere) oplossingen, die dan 'steunpunten' worden genoemd.

Vanaf de publicatie van dit rapport is vooral in verschillende kringen de vraag gesteld, wat in dit geheel het functioneren van het z.g. particuliere initiatief betekent.

De vraag is levensgroot aan de orde, wat met particulier initiatief wordt bedoeld. De indruk is sterk aanwezig dat de Overheid daar stellig iets anders mee bedoelt en er voor uitgeeft, dan dat wij in christelijke kringen er onder verstaan.

In dit verband is belangrijk een reactie van een drietal Tweede-Kamerleden in het pas nieuwe en toonaangevend blad binnen de welzijnssector: 'Welzijnsweekblad'. Zij vinden het opmerkelijk dat er binnen de kring van socialisten veelal gesproken wordt over 'de bevolking' en dit wordt dan vertaald in particulier initiatief.

U zult begrijpen dat hier gewerkt wordt vanuit de collectiviteit. Dit kan nooit en te nimmer stroken met het bijbels standpunt. Hieruit blijkt maar weer hoe we ook bekende begrippen steeds opnieuw moeten taxeren.

Al met al is het zaak om na deze globale verkenning, critisch te staan tegenover het totaal van het huidige welzijnsbeleid.

In grote lijnen moet worden gesteld dat dit beleid is afgestemd op een politieke/socialistische steilingname, waar alle sectoren hun bijdrage aan moeten verlenen. Dat kan nog wel via eigen levensbeschouwelijke organisaties, als het een en ander maar afgesteld is op, of gaat worden, de algemeen geldende normen die de bevolking in stad of regio zelf aangeeft.

Wie daarop negatief reageert, valt af als participant.

Dit gevaar is zeer zeker aanwezig en zal moeten worden onderkend. Mogelijk is het hier en daar nog af te zwakken en kunnen de ruimten, die formeel nog zijn aangegeven, worden benut.

Dit vraagt wel om een gezamenlijke opstelling vanuit alle prot. chr. sectoren en wie durft dat nog te hopen ?

Er is ook op de genoemde terreinen werk aan de winkel.

Dit geldt ten aanzien van deze begroting in het bijzonder wel voor de leden van de Staten-Generaal die nog willen werken naar de normen van Gods Woord.

We zijn begonnen met te stellen dat vanuit de christelijke levensovertuiging nog velen werken binnen de welzijnsbehartiging. Deze mensen moeten zeer zeker attent zijn op de komende ontwikkelingen. De andere helft heeft ook een verantwoordelijkheid in dit opzicht.

Het gaat ook u aan. Misschien hebtu spoedig al hulp nodig van een welzijnsorgaan en dan is het van groot belang dat u een instelling kunt raadplegen die uitgaat van een bijbelsconfessioneel uitgangspunt of daarmee op zijn minst rekening houdt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Overheid en welzijnsbeleid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's