Uit de pers
Kerk en geldwerving
Prof. Kraemer moet eens gezegd hebben: Geld is een geestelijke zaalc. Ik vond dit citaat in de commentaar van ds. F. J. Pop op 2 Corinthe 8 en 9, de zgn. collectebrief waarin Paulus vanuit het hart van het Evangelie, Gods genadegave in Christus de gemeente opwekt tot offervaardigheid.
Geld een geestelijke zaak. Dat betekent dat collecteaanbeveling op zich een normale zaak mag zijn binnen de kerk, maar dat we er wel op hebben toe te zien dat de geldwerving niet geschiedt met ongeestelijke argumenten. Het zou met een keur van citaten aan te tonen zijn dat diegenen die in onze kerk verantwoordelijk zijn voor de geldwerving en de akties daarom heen dit ook beseffen. Er wordt veelal op dit punt op een nauwgezette en gewetensvolle wijze gewerkt, en gepoogd de werving ten aanzien van de financiën zuiver te houden. Ds. A. A. Spijkerboer erkent dit dan ook in zijn redactionele kolom in Woord en Dienst van 16 oktober. Toch heeft hij zijn vragen. Hij schrijft o.m.
Maar toen ik in de eerste dagen van dit jaar de stationsreclame van 'kerkbalans 76' zag, was het alsof ik een klap in mijn gezicht kreeg. U herinnert zich die reclame wel: een stapeltje guldens, met het randschrift 'God zij met ons' duidelijk zichtbaar, en daarboven stond: 'waardevast en zeker'. Ja, reclametechnisch was het volmaakt, want je begreep meteen wat de kerk wilde: geld! Dat is het nu juist, want ga eens na, wat voor mensen er iedere dag door onze stations heenstromen. Daar zijn natuurlijk mensen bij, die de kerk heus wel van binnen kennen, en ze hoeven niet door stationsreclame aangemaand te worden hun geldelijke bijdrage te voldoen. Maar al die anderen, die de kerk alleen van tioren zeggen kennen ? Misschien denken zij dat de kerken goed gek zijn, omdat ze nu zelf zeggen dat 'god dood is'. Of misschien zijn ze kwaad omdat 'de wereldraad voor geweld' is. Er zijn ten slotte mensen, die alleen de koppen in 'De Telegraaf' lezen. Andere mensen denken terug aan lange uren vol afgrondelijke verveling die ze in hun kinderjaren in de kerk hebben doorgebracht, en zodra zij het woord 'kerk' horen, denken ze: blij toe, dat ik daar van af ben ! Er zijn nog weer andere mensen, die denken: Ik wou, dat ik geloven kon', maar van de kerk verwachten ze niet veel.
Hoe dan ook, al die mensen, die - door onze schuld ? door hun eigen schuld ? - het evangelie niet kennen, worden door de stationsreclame van 'kerkbalans' aangesproken, en dan vraagt de kerk: Heb je een paar gulden voor me over ?
Er kan veel, maar dit echt niet ! Als de kerk het volk aanspreekt, moet ze met het evangelie voor de dag komen, en als ze dat niet kan, dan moet ze er het zwijgen toe doen. Met een stationsreclame als die van 'kerkbalans 76' wekt de kerk de indruk, dat het haar om haar eigen bestaan te doen is, en daarmee bewijst ze het volk een slechte dienst.
Nu ik toch bezig ben: ik vind het ook verkeerd om doopleden om een bijdrage te vragen. Een doop, waarop geen belijdenis volgt is volstrekt ongerijmd, en wanneer wij doopleden aanspreken, kan dat alleen maar zijn om hen te vragen naar de openbare belijdenis. We zouden moeten zeggen: - Zolang je nog niet mee kunt doen aan de jubel 'Jezus Christus is Heer !' (en het is goed, datje er ernstig over nadenkt of je belijdenis zult doen I) verwachten wij eigenlijk nog geen bijdrage van je. Ik kreeg de papieren voor 'kerkbalans 77' toegestuurd, en daarbij ook het verslag van 'kerkbalans 76'. Daarin wordt met geen woord gerept van legitieme kritiek op de actie. Zeker, 'kerkbalans 76' heeft aardig wat opgebracht, maar is er ook gedacht aan de geestelijke schade die is aangericht door de stationsreclame ?
Het bovenstaande is zeer beslist niet geschreven om de mensen van 'kerkbalans' te bekapittelen. Wie in kerkvoogdij of kerkeraad te maken heeft met collecteaanbevelingen, met de geldwerving etc, weet hoe moeilijk het is hier de juiste woorden te treffen. Goedkope kritiek is erg makkelijk, en misplaatst.
Toch is het goed dat Spijkerboer een en ander signaleert. Want we kunnen op dit punt niet voorzichtig genoeg zijn.
Wat de opmerkingen over de doopleden betreft, hier zinspeelt collega Spijkerboer op het verzoek van de GFR doopleden te benaderen voor een bijdrage van de Generale kas en hen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Ik ben het met hem eens als hij zegt: doopleden behoren primair aangesproken te worden op de vraag naar de openbare belijdenis. Een financiële actie d.m.v. acceptgirokaarten onder alle doopleden kan met name bij de rand averechts werken en uitgelegd worden als het zoveelste verzoek om geld. Anderzijds dient erkend te worden dat in allerlei gemeenten doopleden ook als zij om wat voor reden ook nog geen belijdend lid zijn, toch bereid zijn hun financieel steentje bij te dragen. Laat de zorg van de kerk voor de doopleden primair een pastorale zorg zijn, gericht op de relatie doop-belijden. En in dat kader kan dan ook hun financiële bijdrage ter sprake komen.
Struisvogelpolitiek of naïveteit ?
Onder dat opschrift haakt mr. dr. A. Zeegers 'm Protestants Nederland van november in op uitlatingen van de nieuwe rector-magnificus van de VU, prof. mr. J. de Ruiter inzake de bestuursfuncties yan de VU. Prof. De Ruiter had betoogd dat de strijd tegen het marxisme met geestelijke wapenen gestreden moet worden en dat men daarom niet zonder meer communistisch georiënteerde studenten van de bestuursfuncties kan uitsluiten. Zeegers merkt dan op:
In deze redenering treft om te beginnen de onjuiste conclusie: er is een geestelijke strijd aan de gang, dus (? ) moet men de communistisch georiënteerde studenten niet van bestuursfuncties uitsluiten. Juist zou geweest zijn de conclusie: in een geestelijke strijd moet men geen geweld gebruiken. Maar gebruiken van geweld is iets totaal anders dan het handhaven van de identiteit van de Vrije Universiteit en het niet toelaten dat deze mede bestuurd wordt door personen die de grondslag der universiteit niet kunnen en/of willen aanvaarden, omdat zij een overtuiging of levensbeschouwing aanhangen die daar diametraal tegenover staat.
In de redenering van de rector zou men ook kunnen zeggen: er is een strijd gaande tussen kerk en communisme. Dit is een geestelijke strijd en daarom mag men communisten en atheïsten niet uitsluiten van het predikambt en/of het lidmaatschap van kerkelijke vergaderingen, zoals kerkeraden en synoden.... En met de opmerking dat men het communisme niet te zwart mag maken zijn wij het al evenmin eens. Luistert men naar Almarik en Solzjenitsyn, mensen die, anders dan de rector, het communisme aan den lijve ondervonden hebben, dan krijgt men de overtuiging, dat het communisme niet zwart genoeg gemaakt kan worden en dat de felste bestrijder ons nog niet één procent van wat het in werkelijkheid betekent heeft kunnen aanzeggen.
Prof. De Ruiter merkt vervolgens op, dat vaak gezegd is, dat de V.U. wordt geïnfiltreerd door communisten. Hij wil dat niet bestrijden, maar weet daar zelf weinig van, zo zegt hij. Maar dan rijst toch de vraag, of de rector er niet beter het zwijgen had kunnen toedoen, alvorens zijn mening over deze zaken te geven.
De rector voegde daar nog de schokkende mededeling aan toe: de jonge mensen komen betrekkelijk neutraal op de universiteit en raken dan hier - dat is aan de V.U. - in de ban van het communisme. Er zijn nogal wat van deze jongeren, die uit een gevoel van 'we moeten opkomen voor de armen en verdrukten' zich bij de communisten aansluiten. Dat is een heel kwalijke zaak: de studenten uit de eigen kring raken op de V.U. in de ban van het communisme. Afschuwelijk gewoon ! De vraag rijst, wat de studentenpredikanten daaraan doen. Het antwoord kan luiden: in het gunstigste geval niets. En waarom komen die studenten uit eigen kring in de ban van het communisme ? Omdat zij willen opkomen voor armen en verdrukten ! Maar is er dan niemand aan de V.U. om deze stakkers, die studenten bedoelen wij, duidelijk te maken dat er juist in de communistische landen veel meer arinen en verdrukten zijn dan in de 'kapitalistische', als we het jargon van deze mensen eens mogen gebruiken.
En de ontwikkelingslanden dan, zal iemand zeggen. Precies: wat doen de communistische landen daar nu voor en wat de 'kapitalistische' ? Dat moet toch aan die studenten duidelijk te maken zijn.
Maar prof. De Ruiter ziet het alles nogal plezierig in. Er bestaat aan de V.U. de noodzakelijke waakzaamheid en we kunnen door de bank genomen rustig ons werk doen. Er is geen sprake van, dat de V.U. op het punt zou staan om door de communisten te worden overgenomen. En de rector magnificus heeft veel vertrouwen in de geestelijke weerbaarheid van de VU-gemeenschap.
Wij zijn van mening dat men met dergelijk geschipper de ontwikkeling bepaald niet tegenhoudt. Jammer dat prof. De Ruiter niet hetzelfde heldere geluid laat horen als zijn voorganger, prof. Diepenhorst.
Dat behoeft zeker geen machtspolitiek te betekenen met ongeestelijke wapenen. Maar van de VU-leiders mag verwacht worden dat zij opkomen voor de eigen identiteit van hun universiteit.
De wederdoop
Ds. L. J. Geluk sprak voor de classicale vergadering van Zwolle over de Heilige Doop. Het Kerkblaadje nam deze uitnemende toespraak over in het nummer van 22 oktober. Wie het gehele artikel in zijn bezit wil hebben, schrijve naar ds. Van Heyst in Ommen. Hier citeren we graag een gedeelte van dit artikel, dat gaat over de houding ten opzichte van hen die zich laten of willen laten overdopen. Op de volgende pastorale aspecten wijst ds. Geluk:
a. De kinderdoop predikt op een machtige wijze de vóórkomende genade van God, die verkiest, en de weg van Zijn bemoeienis doorgaans kiest door de lijn der geslachten. De kring, waarin men alleen de volwassendoop kent, spreekt doorgaans over het heil als iets waaraan de mens moet meewerken.
b. Daardoor verstaan wij vanuit het gereformeerd belijden (waartoe het klassieke doopformulier behoort) de doop als een bevestiging van de belofte van God, en niet als een daad van menselijke toewijding aan God.
c. De slordige dooppraktijk ondermijnt de kinderdoop.
d. In prediking, catechese en pastoraat dienen de sacramenten èn de themata (onderwerpen) waarover het in de sacramenten gaat, voortdurend mee te functioneren. Zo niet, dan komen de sacramenten geïsoleerd te staan en worden overschat of onderschat.
e. Een prediking, die alleen maar oog heeft voor het objectieve (voorwerpelijke), roept subjectivistische (onderwerpelijke) reacties op.
f. Een prediking, die sterk subjectivistisch is, versterkt subjectivistische gevoelens en brengt de hoorders in een draaikolk, terwijl het er toch om gaat dat mensen op het vaste fundament Christus worden gebouwd.
g. Het zijn, om zo te zeggen, de slechtsten niet, die vrezen dat de doop, die zij als kind ontvingen, niet voldoende of ongeldig is. Zij zijn met de geestelijke dingen intens bezig en in het pastoraat moeten zij dan ook serieus genomen worden.
h. Dikwijls komen wij er te laat achter, dat onze gemeenteleden onder de invloed en bekoring van Pinkstergroepen gekomen zijn en herdoop overwegen. Veelal komt het pastorale gesprek dan te laat om hen nog te helpen en van de herdoop terug te houden.
i. Iemand, diezich heeft laten herdopen dooronderdompeling, is daarna in zijn/haar gemeente nog minder thuis dan voorheen. Als regel kiest men dan geestelijk onderdak in een Pinkstergemeente of vrije groep.
j. Terecht heeft de generale synode van onze kerk een aantal jaren geleden een gelijkstelling van kinderdoop en volwassendoop, die verwerping van de kinderdoop inhoudt, van de hand gewezen.
k. Een hernieuwde bezinning op de bijbelse grondslagen van de doop van de kinderen, die binnen de christelijke gemeente geboren zijn, is noodzakelijk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 1976
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 1976
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's