De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

UIT DE PERS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE PERS

8 minuten leestijd

Dialoog en verkondiging.

In Noordwijkerhout is het Pastoraal concilie van de r.k. kerk voortgezet van 7-10 april. Aan de besprekingen nemen ook protestantse theologen deel.

In „Hervormd Nederland" van 27 april vertelt Prof. Dr. A. J. Bronkhorst het een en ander over de discussie over het missierapport. Het blijkt dat de r.k. kerk ook met de vragen zit die samenhangen met de evangelieverkondiging in een geseculariseerde wereld. Prof. Bronkhorst spreekt zelfs van een crisis waarin dit missiewerk gekomen is. Ook hier de onzekerheid: Zending of ontwikkelin!gshu!lp? Ook hier de vraag naar het recht om de christelijke boodschap als de enige weg tot behoud uit te dragen? En hoe zit het met de andere wereldgodsdiensten?

Het is duidelijk dat het niet onversdhillig is welk antwoord we op deze principiële vragen geven. Wie de zending b.v. zou laten opgaan in ontwikkelingshulp zal gemakkelijk wegen tot samenwerking kunnen vinden met andere godsdiensten en stromingen, maar is dan niet meer waarlijk bezig met de opdracht van Christus.

Hoe is nu op dit pastoraal concilie op dit alles gereageerd? Bronkhorst schrijft in dit verband:

Deze vragen leidden dinsdagmiddag plotseling tot een pradhtige principiële idiscussie. De voorzitter van de missiecommissie. Aalmoezenier Bours had bij zijn inleiding van zijn rapport erover gesproken, dat - wij de waarheid van de ander ernstig zullen moeten nemen. De lieer Lips, vertegenwoordiger van het Humanistisch Verbon, nam deze gedachte over en vroeg: betekent dit niet, dat we bereid moeten zijn de eigen waarheid discutabel te stellen? Is dit niet het enorme probleem, niet alleen van dit concilie maar van ide gehele II.K. Kerk? Ik kan moeilijk een dialoog beginnen met iemand, die er op uit is om mij te bekeren. Het is daarom in het Humanistisch Verbond een oprechte wens, dat alle missionarissen en alle zendelingen zich tot het uiterste inspannen om de ontmoeting tot een echte dialoog te maken.

Deze vraag werd opgenomen door de Tilburgse dogmaticus en oecumenicus Prof. Dr. J. Lescrauwaet M.S.C., die als voorzitter van de Concilie-Raad aanwezig was. Hij poneerde: Dialoog ver­ onderstelt, dat ik'ook een overtuiging heb; als ik geen eigen overtuiging zou hebben, zou ik voor de discussie waardeloos zijn. Bovendien: de heer Lips deed met zijn opmerkingen in feite een poging om mij te bekeren tot zijn opva4; ting van wat een dialoog moet zijn. Dat is natuurlijk zijn goed reoht, even goed als het mijn recht is te pogen hem tot mijn opvatting te bekeren.

Repliek van de heer Lips: Er is tooh een verschil. Voor mij betekent dialoog, dat je wel vooraf weet, waarmee je de dialoog bonnen gaat, maar niet waarmee je er uit zult komen. De waarheid, waarmee ik kom is mijn waarheid, waarmee ik leven kan, maar die een ander volkomen vrij laat om met zijn waaiiheid te komen, waarmee hij leven kan.

Prof. Jansen Schoonhoven: Als dialoog erom gaat, idat ik mijn eigen overtuiging dlscussiabel moet stellen, ben ik akkoord. En om bekeren in de zin van bekeerlingen maken voor mijn overtuiging gaat het mij ook niet. Maar de overtuiging, waarvoor wij als christen staan, ontle^ nen wij aan het evangelie. Dat vraagt van een mens, ook van ons, bekering. Wat nodig is, is dat wij bereid zijn onze eigen overtuiging in de waagschaal te stellen, maar ook om telkens weer te luisteren, naar het evangelie.

Het is me in dit verband niet te doen over de weg die ide missie gaat, over het verschil tussen r.k. missie en protestantse zending. Ik wijs er in dit verband alleen op, hoe ook hier dus het woord „dialoog" gehanteerd werid.

De Kerk, zo zeggen velen, moet de dialoog met de wereld aangaan. Maar deze dialoog zal toch nooit mogen betekenen dat het getuigenis niet meer gehoord wordt. Maar al te vaak wordt wat denigrerend gesproken over de „bekeringsijver" die velen aan de dag leggen.

Maar het zal er juist in de dialoog toöh om moeten gaan anderen voor Christus te winnen. Anders verwordt de dialoog tot een vrijblijvend gesprek. Prof. Dr. C. v. d. Woude schrijft in het Geref. Weekblad van 10 mei naar aanleiding van ditzelfde onderwerp:

Onzerzijds werd er op gewezen, dat men geen betekenis aan een dialoog mag hechten, die deze niet heeft. Als ik een (gesprek met een andersdenkende begin, dan betekent dit niet, dat ik mijn eigen geloofsovertuiging al van tevoren disputabel stel. In de beroemde dialogen van Plato voert Socrates zijn gesprekken met de sofisten, maar stelt dan niet zijn eigen overtmging in discussie, doch is voortdurend bezig door een vraagen antwoordspel de sofisten van de voosheid van hun standpunt te overtuigen. En in de bekende dialoog die de christen-apologeet Justinus Martyr voert met de jood Tryphon, twijfelt deze ook niet aan zijn eigen christelijke overtuiging, dodti tracht zijn joodse opponent daarvoor te winnen. Het spreekt vanzelf dat de Christel, kerk in haar ontmoeting met de niet-chistelijke godsdiensten van de juiste middelen en methoden gebruik moet maken en haar gesprekspartners serieus moet nemen, maar zij mag niet disputabei stellen de opdracht, die zij van haar Heer heeft ontvangen om alle volken tot Zijn discipelen te maken en hen te leren onderhouden, alles wat Hij geboden heeft. Op mijn concrete vraag naar de bedoeling van het rapport gaf de voorzitter van de commissie tot mijn vreugde het duidelijk antwoord, dat de bedoeling van het rapport allerminst was eigen geloofsovertuiging in een diar loog met niet-chiistelijke godsdiensten disputabel te stellen. Het was een kort, maar levendig debat, waarin het fundament van heel het missionaire werk der Kerk in discussie kwam.

We onderstrepen dit gaarne: Wordt de zendingsopdracht disputabel gesteld, dan is de Kerk ontrouw aan haar Koning.

Een pauselijke toespraak.

Intussen zijn er binnen de r.k. kerik de nodige spanningen. Spanningen die samenhangen met de ontwikkeling van de r.k. kerk na Vaticanum II. Het probleem is n.L: Hoe laat zich de vernieuwing van kerk en dogma rijmen met de door Rome altijd gehandhaafde continuïteit, de onfeilbaarheid van het dogma en de leeribeslissingen van de kerk. Paus Johannes XXIII had in zijn openingsrede bij het tweede Vaticaans concilie nogal onderscheid gemaakt tussen de veranderlijke vorm en de onveranderlijke inhoud. Zijn opvolger, Paulus VI is zeer bezorgd over de gang van zaken. Dat blijkt uit een toespraak gehöiiden op 25 april, waarin de paus volgens de N.R.C, het volgende gezegd heeft:

„De kerk maakt op het ogenblik een historisoii en geestelijk uur door dat vooral in sommige landen niet vreedzaam is. Het is voor de herders van de kerk en voor onszelf een reden tot grote bezorgdheid en zelfs tot grote bitteilieid.”

Na de voornaamste tekenen van deze ontwikkeling te hebben aangegeven, die hij kwalificeerde als „praktische en versluierde geloofsverzaldng", ging de paus als volgt verder:

„Er zijn vele zaken die kunnen worden verbeterd of veranderd in het rooms-katholieke leven, veel leerstellingen die kunnen worden verdiept, geïntegreerd of uiteengezet in meer begrijpelijke termen, veel regels die kunnen worden vereenvoudigd of toeter aangepast aan de noden van onze tijd; maar twee dingen kimnen er niet ter discussie worden gesteld: de waarheden van het geloof bevestigd door de overlevering en het kerkelijk leergezag en de constitutionele wetten van de kerfc die verplichten tot gehoorzaamheid.

„Vernieuwing, ja; willekeurige verandering, nee; altijd levende en nieuwe geschiedenis van de kerk, ja; een geschiedbeschouwing („ingekapselde geschiedenis") die ingaat tegen de traditionele dogima's, neen; theologische integratie volgens de leer van het concilie, ja; een theologie in overeenstemming met subjectieve en vrije theorieën die vaak geput zijn uit de bronnen van tegenstanders, neen; een kerk open voor de oecumenische liefde, voor de verantwoorde dialoog en voor de erkenning der christelijke waarde bij de afgescheiden broeders, ja; een vredestichttng die de waarheden des geloofs verzaakt of zioh tracht aan te sluiten bij bepaalde negatieve beginselen die bevorderd hebben dat zoveel christelijke broeders zich hebben losgemaakt van de rooms-katholieke gemeenschap, neen; godsdienstige vrijheid voor aHen in het geheel van de burgerlijke maatschappij, ja; vrijheid van persoonlijke instemming met de godsdienst volgens de overwogen keus van het eigen geweten, ja; vrijheid van geweten als criterium voor de godsdienstige waarheid niet gesteund door de waarachtigheid van een ernstig en door de kerfc erkend onderwijs, neen.”

Dat is geen onduidelijk geluid: De paus stelt ^duidelijik vast dat de waarheden van het geloof die de kerk door eeuwen geleerd heeft, niet ter discussie staan. Is dit een laatste vesting, die in feite al lang bestreden is, zoals Prof. Dr. J. T. Bakker meent in het Geref. Weekblad van 10 mei?

Het hangt alles samen met de aard van de vernieuwing die de r.k. kerk meemaakt. Is dit een terugkeer naar de Söhrift of zou de bezorgdheid van Paulus VI ook te maken hebben met een progressiviteit die de kerk in puur vrijzinnige banen leidt. Wie zich verdiept in de r.k. theologie ontdekt hoe veel ter discussie gesteld wordt: Vragen van ambt, gezag en geloof worden behandeld op een wijze die zeer duidelijk in conflict komt met wat Rome altijd geleerd heeft. Maar betekent dit een terugkeer tot de Schrift zoals de Reformatoren haar verstaan hebben? Dat is de vraag die steeds weer terugkeert. Een vraag die ook bovenkomt bij de lezing van dit pauselijke woord. Vernieuwing is nog geen reformatie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1968

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

UIT DE PERS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1968

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's