De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

STAAT EN  MAATSCHAPPIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STAAT EN MAATSCHAPPIJ

5 minuten leestijd

Goddeloos bedrijf.
Een van de tegenstellingen, die zich in onzen tijd op allerlei levensterrein op bijzondere wijze openbaart, is die van Evangelie en Revolutie. Daar, waar het Evangelie den geest der menschen beheerscht, kan de Revolutie niet gedijen, en omgekeerd is het even waar, dat, zoo het Evangelie haar vat op den mensch verloren heeft, de weg voor de Revolutie is geëffend.
Men kent het gevleugeld woord van mr. Groen van Prinsterer: ,,tegen de Revolutie het Evangelie".
Revolutie en Evangelie staan diametraal d.w.z. lijnrecht tegenover elkaar.
Een revolutionaire regeering, die blijvend de macht in handen wil houden, weet daarom maar al te goed dat de godsdienst haar felste tegenstander is en dat, wil zij hare plannen bereiken, deze aan banden moet worden gelegd; zoo mogelijk worden opgeruimd.
Toch gaat het niet zoo gemakkelijk het godsdienstig leven van een volk te vernietigen. Men kan zooveel maatregelen treffen als men wil, maar totale uitroeiing van wat in een volk aan godsdienstig bewustzijn leeft en om bevrediging roept, is ten eenenmale onmogelijk.
Dit heeft het revolutionaire Rusland dan ook wel ondervonden. Wat men daar al heeft gedaan om de Kerk van hare levenssappen te berooven, het heeft alles weinig gebaat; het leven der Kerk kon niet worden gedoofd.
Thans tracht de Sovjetrepubliek, de Russische regeering, het op andere wijze te probeeren. Zij is indachtig geweest aan wat tijdens de Fransche omwenteling in het revolutionaire Frankrijk op 23 September 1792 plaats greep, toen men daar op dien datum de christelijke tijdrekening afschafte. Het nieuwe Fransche jaar, dat ingesteld werd, werd verdeeld in 12 maanden, elk van 30 dagen en hieraan 5 dagen toegevoegd. En om nu den Zondag te doen verdwijnen, telde elke maand drie tijdperken van 10 dagen. Want juist om dien Zondag was het te doen. Die dag mocht niet gehandhaafd blijven, immers hij was een integreerend (wezenlijk) deel van het christelijk leven. De Zondag moest worden opgeruimd. De rustdag viel nu niet meer om de zeven dagen, maar om de tien dagen.
Op dezelfde wijze, zij het ook met eenige verandering in den opzet, heeft de Communistische regeering in Rusland op dit oogenblik het nu voor het Russische volk ingericht.
Op 25 September l.l. werd te Moskou een decreet uitgevaardigd, waarbij de kalender in Rusland wordt herzien. Met 1 October a.s. wordt de week van vijf dagen ingevoerd; voortaan wordt vier dagen gewerkt, terwijl de vijfde dag een rustdag is. Het jaar telt derhalve 73 weken en 73 rustdagen, inplaats van 52 Zondagen. De feestdagen worden afgeschaft met uitzondering van den arbeidsdag op 7 November, den verjaardag van de revolutie en den sterfdag van Lenin op 23 Januari. De werkdag wordt met een half uur verlengd. Daar de namen van de vijf dagen voortaan overbodig zijn, zal er gesproken worden van eer­ste, tweede, derde dag, enz. Tot zoover het decreet, dat aan 't Russische volk is uitgevaardigd geworden.  De haat tegen den Zondag zit de revolutionairen in het bloed. De goddelijke instelling van den Sabbath is hun een doorn in het oog. Daarom moet de Zondag, een der meest hechte christelijke grondslagen van het leven van een volk, verdwijnen.
Zoo moet het ook gaan met de christelijke feestdagen. Natuurlijk is er voor een jaardag van de revolutie en voor een Lenin-dag plaats, maar van Kerstmis, Paschen, Hemelvaart en Pinksteren moet elke herinnering verdwijnen.
Dat is het goddelooze werk, waarmede de Sovjet-Republiek zich op het oogenblik bezighoudt.
Mr. Groen van Prinsterer schreef reeds lang voordat er van Socialisme en Communisme sprake was, in zijn standaardwerk „Ongeloof en Revolutie": „De haat tegen het Evangelie is een kenmerk van de revolutie, haar antichristelijk karakter, geenszins wanneer zij tot buitensporigheid overslaat, dat is, haar eigen spoor verlaat; integendeel, wanneer zij, gebleven in haar spoor, het doel van haar voortgaande ontwikkeling bereikt. Dit merk is aan de revolutie eigen, het is het teeken van haar oorsprong, het merkteeken der hel". 
De revolutie heeft in Rusland op dit oogenblik getriumfeerd. Wat met de plannen, om de Kerk te vernietigen, niet gelukte, moet nu maar bruutweg geschieden door het afschaffen van 's Heeren Dag. Doch ook in Rusland zal men dezelfde ervaring opdoen als de ondervinding, welke in de vorige eeuw in Frankrijk verkregen werd, want het product van de Fransche omwenteling, de nieuwe tijdrekening, duurde maar kort. Wat op 22 September 1792 werd ingevoerd, werd dertien jaar la­ter op 9 September 1805 weer afgeschaft. God laat zich niet bespotten. Hij laat Zijne ordinantie, waarbij de zevendaagsche rust werd ingevoerd, niet door den mensch terzijde stellen. Wat dezer dagen in Rusland plaats vindt, is de uiting van blakende vijandschap, welke den mensch bezielt, die de banden verscheurt en de touwen van zich werpt en die den revolutiekreet doet hooren van ,,geen God en geen meester". In het afschaffen van den Zondag vertoont de revolutie zich van haar meest goddeloozen kant. En nu kan men er zich van verzekerd houden, dat de revolutionairen in West-Europa van geen ander maaksel zijn dan die, welke op dit oogenblik in Sovjet-Rusland de leiding van zaken in handen hebben. Zouden de eersten ook de kans krijgen om zioh van de macht meester te maken en de roode vlag te ontplooien, dan zal, evenals in het Oosten, ook in het Westen Gods Kerk het hebben te ontgelden. Van de zijde der revolutionairen spant men alle krachten in om z'n invloed en positie in Staat en Maatschappij te versterken. Dat voor dit groeiend gevaar de oogen van ons volk mochten geopend worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

STAAT EN  MAATSCHAPPIJ

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's