De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

2 minuten leestijd

Het onderwijsvraagstuk.

Is met het nieuwe artikel 192 in de. Grondwet een belangrijke stap gedaan in de richting van de finale oplossiing van den schoolstrijd, toch meene men niet, gelijk zoovelen dit reeds denken dat bij de uitwerking van wat de Grondwetgever op het punt van het onderwijs voorschrijft ons ideaal is bereikt.

Eerstens blijft het openbaar onderwijs nog altijd een begunstigde positie innemen ten opzichte van het bijzonder onderwijs. Het is nog niet geworden „de bijzondere school regel en de openbare school aanvulling." En zoolang dit eindstadium niet bereikt is, kan er althans van antirevolutonaire zijde, aan het neerleggen der wapenen in den stryd op het terrein van het lager onderwijs niet gedacht worden.

In de tweede plaats bedenke men, dat al wordt alle bevoorrechting van het openbaar boven het bijzonder onderwijs weggenomen, daardoor de volle vrijheid en zekerheid van het bijzonder onderwijs nog niet verkregen wordt. De nieuwe Kamer, die het resultaat zal zijn van de verkiezingen in den a.s. zomer, zal wanneer het tot inlossing van de beloften van de financieele gelijkstelling tusschen het openbaar en bijzonder onderwijs moeten komen, nog heel wat te hooren geven over.de eischen van deugdelijkheid en de vrijheid van richting van laatst genoemd onderwijs.

En in de derde plaats stelt de uitwerking van wat artikel 192 ten opzichte van het financieele geding zal te voorschijn brengen, niet met zekerheid in. uitzicht, dat ten slotte alle kosten voor het onderwijs voor rekening zullen komen van het Rijk. Het zal misschien niet dadelijk kunnen, dat alle bemoeienissen van de gemeente met het byzonder onderwijs, wat naar het bestek is, dat door de pacificatie commissie gemaakt werd, wordt losgemaakt, maar toch dient het steeds duidelijk voor oogen te staan, dat op den langen duur elk geldelijk contact tusschen gemeente en onderwijs uit den booze is,

Het onderwijs mag wat de geldelijke zijde van de zaak betreft niet tot gemeentezorg worden gemaakt, maar het moet uitsluitend onder Rijksbemoeiing komen. Alleen dan is men verzekerd dat op den duur geen geldelijke bevoorrechting van het eene onderwijs boven het andere zal plaats hebben,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1918

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1918

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's