De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd

De zegeningen van het Bolsjewisme.

Het Duitsche blad »Licht und Leben« deelt den volgenden brief mede uit de Krim, die in Augustus 1920 geschreven werd.

»Wanneer gij in Duitschland arm geworden zijt, gij zijt toch vrij en veilig ! Ja vrij i Want wij in het land der zoogenaamde vrijheid zijn met ketenen gebonden, erger dan slaven. Ons leven wordt verteerd door een dagelijks opdoemenden angst. Gij kunt u niet voorstellen, hoe het hier onder de leugenachtige vrijheid toegaat. Elken dag moeten wij er op rekenen, dat er verdeeld wordt. „Kommuna" bezitsgemeenschap. Het land behoort aan de regeering. De bevolking moet het bearbeiden. De regeering geeft wat er aan voedsel, kleeding enz. noodig is. Maar hoe gaat dat toe ! De vrouw is vrij verklaard. Er is geen huwelijk meer. De kinderen worden als zij een maand oud zijn, van de moeder afgenomen en in inrichtingen voor kleine kinderen opgevoed, waarin waarschijnlijk ook de kraamvrouwen zullen opgenomen worden. Er mag dus geen gezinsleven meer zijn. Alle kinderen moeten naar het Bolsjewistisch program opgevoed worden. Het wordt in alle scholen gevolgd. De weeskinderen te Odessa mogen niet meer naar de kerk gaan ; ook is bidden hun verboden. In onze buurt is dit ook in het weeshuis verboden. In de slaapzaal mogen geen wandteksten meer hangen. Maar een kindertuin werd aangelegd. Drie Joodsche onderwijzeressen leeren de kinderen van drie tot zeven jaar. Velen denken dat zij allen zullen weggevoerd worden ! Welk een angst ! Ach, ik kan u niet alles schrijven. Een huivering zonder einde overvalt iemand als men slechts aan deze ellende denkt. Men verwerpt het oude geloof aan God. Lenin en Trotzki worden vereerd. Ook anderen die reeds dood zijn, vereeren zij, als' Rosa Luxemburg, Liebknecht en Bebel. Wij gaan een geloofsvervolging tegemoet, waarbij men zegt dat de menschen gezift worden als tarwe.

Ik kan u niet alles schrijven. Het zijn slechts brokstukken, die ik naar voren breng Bijna lederen dag wordt tarwe, gerst, haver enz. geleverd, zonder einde, zonder geld. Voor zoover ik weet, heeft ieder in de gemeente drie doosjes wagensmeer, een kan smeerolie en wat tabak gekregen. Dat is slechts het begin. Arbeid en geen eten. En aldoor afhankelijk. Voor elke koe die men bezit, moet wekelijks twee pond boter afgeleverd worden. Daarbij is de weide droog en de koeien geven weinig melk. Van elke kip moet men wekelijks twee eieren afgeven Maar dat is niet het ergste. Nu zullen ook de kleeren in beslag genomen worden. Menigeen heeft, als hij nog een paar goede stukken had, deze verborgen of begraven. Maar verbergt men ze, dan knagen de muizen er aan, begraaft men ze, dan worden ze verteerd. Laat men ze hangen, dan worden ze waarschijnlijk afgenomen. Dat is een leven, waarover God zich moge erbarmen. Ook de bedden, zelfs de meubelen wil men ons ontnemen en die kan men toch niet ergens verstoppen. In Odessa heeft men de huizen van alle rijke lieden geplunderd en hunne bezittingen naar Groot-Rusland gezonden.

Vele spoorwagens vol vrouwen en moeders van den hoogeren of den middenstan.. werden naar het front gezonden. Daar vindt men Chineezen en veel ander volk, die hebben vrouwen noodig. Weldra bracht men vele vrouwen weder terug, de meesten ongeneeslijk geschonden. De hospitalen zijn vol, er is geen medicijn aanwezig. Nu leven wij ook in deze vrees : Er wordt gezegd, de vrouwen uit de stad zijn alle bedorven, men moet ze van het land halen. Het was reeds aangeplakt, dat vrouwen, die geen kinderen hebben beneden de negen jaar, als waschvrouwen en werksters voor de kazernen opgeroepen zouden worden. Maar als dit door gaat krijgen zij met de mannen te doen. Voorshands is het rustig, doch God weet wat geschiedt, wanneer geen hulp komt.

O, wij wachten met smartelijk verlangen, en de hulp blijft zoo lang uit. Als men u roept, Duitsche mannen, komt dan, voor het te laat is. Ontfermt u ! Maar zij zitten rustig en laten ons smachten en bemerken wellicht niet, dat zij in het paradijs wonen en wij in de hel. Ik draag schorten van suikerzakken, onze kinderen hebben kleeren ook van suikerzakken. Bij velen is dit het geval. Wie zoo gelukkig is verfstof te bezitten, verft ze een weinig; men wordt er om benijd Zulk een ellendige zak is zeer duur en kost wel tot 2000 roebels, 'wanneèr men deze koopen moet. Met het geld is het zoo : het heeft geen waarde en toch moet men het hebben. Ik kocht een doosje lucifers voor

200 roebels. Gisteren kocht ik een pond grof zout voor 2 poed tarwe, nu ziet gij welk een waarde lonze waren hebben in vergelijking met datgene wat wij moeten koopen. Cichorei, slechte waar, kost tot 500 roebels, koffie 1000 roebels en nog meer. Men kan niet meer leven. De boer moet 500 roebels voor de desjatine land betalen, maar hij mag niets verkoopen, want dat noemt men hier speculatie. Vanwaar moet het geld komen ? Hongersnood zal er komen als geen hulp komt. De koster-leeraars zijn afgezet. Oom D. heeft zich als Duitsch onderwijzer gemeld, opdat men hem niet uit zijn woning zou stooten, maar zijn papieren zijn nog niet aangekomen. Met zorg en angst neemt hij nog zijn kosterambt waar. Maar hoe lang wij nog in ons geliefd bedehuis mogen gaar! als er geen hulp komt, zal de tijd leeren. Doch wij hopen op God, die ons uit zoo menig gevaar gered heeft. Wij hoopten ook : van boven uit Duitschland zal er hulp komen, maar zij komt niet. O, alles wacht, Russen zoowel als Duitschers, ook vele Joden, ofschoon bij de Joden de meeste schuld aan ons ongeluk te zoeken is. Ook is menigeen bedrogen uitgekomen, want de handel ligt geheel stil. De stedelingen komen met geheele scharen naar de dorpen, loopen met lucifers, zeep, kleederen en verhandelen hun waar voor eieren, boter en imeel. Ik heb voor 100 eieren en een jongen haan slechts drie pond zeep gekregen. Alles is vol met vluchtelingen. De vele rijke grondbezitters zijn allen bedelaars, en die men in handen kreeg, zijn omgebracht.

O, ik kan u dit 'niet schrijven. , , Spreken is zilver, zwijgen is goud", is voor ons 'de hoofdregel. Want de hoofden der menschen, ook der vrouwen, zitten niet meer zoo vast als voorheen ; zelfs kinderen arresteerde men. Er is veel ellende.«

(De Heraut).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1921

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1921

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's