De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FINANCIËN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FINANCIËN

8 minuten leestijd

Postrekening 138421.
Ja, dat belooft weer een drukke maand te zullen worden. 'k Moet het dus dezen keer maar weer niet te lang maken, want als ik mijn lijstje van werkzaamheden eens even inzie — — neen maar, dan schrik ik er haast van. 'k Zie er ook nog enkele spreekbeurten op staan, 'k Sprak vandaag nog iemand die tegen me zei: maak je maar niet te druk; als ik in jou plaats stond zou ik het wel weten, dan zou ik ze maar stil laten vechten. Maar wat zal ik daarvan zeggen? Als een oud legerpaard den kruitdamp ruikt, dan kan het nu eenmaal moeilijk stilstaan, en nog veel minder stil gaan zitten. En kruitdamp hangt er al weer heel wat in de politieke arena van ons vaderland. Er zijn al verscheiden schoten gelost. Nu zal ik de politiek maar niet in „Financiën" gaan mengen. Nee hoor, maak u maar niets ongerust. Ik ga hier heelemaal geen lans breken voor de een of andere politieke partij. Ook niet voor de Antirevolutionaire, waartoe ik het mij nog altoos — dat moogt ge wel weten — een eere reken te behooren.
Ja, dat is toch gek. Onlangs zei een collega van mij — het was niet in 't Veen, hoor! — dat ze hem gedurig aanhielden om lid te worden van een andere partij. Het hield maar niet op. Telkens kwamen ze bij hem om hem te vertellen dat er toch eigenlijk geen grooter vijanden van God en Zijn dienst waren dan de Anti's en dat vooral, als hij bij het vrome volk in de gunst wou blijven, hij zich dan zoo gauw mogelijk van hen afscheiden moest. Ik zei: kerel, dan is het bij jou anders dan bij mij; ik ben, zooals je weet, ook Anti, maar er is nog nooit iemand bij mij geweest die een politieken proseliet van me heeft willen maken. Hoe zou dat toch komen, zei ik, dat ze jou daar gedurig om aanhouden en mij nooit? Ja, dat was een vraag, die wij geen van beiden konden beantwoorden. Ik dacht: zou ik nu in de politiek zóóver afgezakt wezen dat ze mij bij geen enkele partij meer willen hebben, behalve dan bij die slechte Anti's, of .......... ja óf zouden ze misschien weten dat ik niet zoo erg van veranderen houd? Want ja, wat dat laatste betreft is het mijn meening dat je al hééle hééle gewichtige redenen moet hebben om je van een Kerk, maar ook om je van een politieke partij af te scheiden. Van de afscheidingsbeginselen ben ik heel erg bang. Ik. heb er èn kerkelijk èn politiek en ook op zoo menig ander terrein nooit anders dan ellende van gezien. Zeker, zoo oogenschijnlijk leek het nog wel eens wat. Als er pas weer een afscheiding geweest was dan scheen men soms in het groepje, dat zich had afgescheiden, veel zuiverder te staan dan bij anderen. En heel vaak meende men dan ook met zoo'n afscheiding Gode een dienst te hebben gedaan. Niet zelden leidde het tot Farizeisme tot een „wijk van mij, want ik ben heiliger dan gij". Daarom, nog eens, ben ik er o zoo bang voor om maar weer een nieuw kerkje en een nieuw partijtje te stichten. Ik zal voorloopig dan ook nog maar blijven wat ik ben. En dan ben ik kerkelijk Hervormd en politiek Antirevolutionair. Beide ben ik van huis uit geweest. De Hervormde Kerk en de Antirevolutionaire Partij hebben voor mij de oudste brieven. Niet, dat ze beiden volmaakt zijn en dat ik geen oog heb voor de gebreken die beiden aankleven. Maar ik geloof, dat we in deze zondige wereld het volmaakte nooit bereiken zullen en ik heb al zoo dikwijls bemerkt dat het bij hen, die van ons uitgingen, ook niet al goud is wat er blinkt. Daarom laat ik mij die oude brieven ook maar niet zoo gemakkelijk ontfutselen. Dan zou ik eerst moeten zien dat de nieuwe brieven beter geschreven zijn en niet alleen meer beloven, maar ook meer uitwerken kunnen dan de oude.
Maar verder wil ik heel graag de politiek buiten mijn „Financiën" houden, want in den regel worden die er niet beter van. Ik heb alleen maar eens even willen zeggen — en ik geloof dat het 't beste is dat we ook in dezen maar klaren wijn schenken — dat ik bang voor afscheiding ben, omdat dan niet zelden de eene afscheiding op de andere volgt. Dat is nu eenmaal mijn meening, maar gij zijt natuurlijk volkomen vrij om er een andere op na te houden. Ik zal u dat niet kwalijk nemen, net zoo min als gij het mij kwalijk neemt. Immers al zouden wij, — wat ik niet hoop — politiek gescheiden zijn, kerkelijk zijn wij toch in ieder geval één, en dat is het terrein waarop gij altoos zoo vriendelijk waart mij uw gaven te zenden. Nu, in dat opzicht blijf ik mij aanbevelen. Dan is een Antirevolutionaire gulden mij geen cent meer of minder waard dan een Christelijk Historische of van een andere partij. Ja, dan heb ik van een H.G.S.er liever een tientje dan van een Anti-man een kwartje.
Maar da's waar ook, ik zou het om al mijn drukten niet te lang maken van de week. En daarom, laat mij maar gauw eens in het laatje zien. Nu, 't ziet er beter uit dan de vorige week, geloof ik, hoewel mijn vreugde niet onverdeeld kan zijn. Ik ontving uit
M a a s s l u i s van de N.V. Maassluissche Boekhandel en Drukkerij — we zullen maar zeggen van den Uitgever van „De Waarheidsvriend" — een bedrag van ƒ 53.— zijnde het overschot van de Gedachtenisrede van ds. Goslinga. Wij danken onzen broeder dus dat hij aan het verzoek om deze predikatie in druk te geven wel heeft willen voldoen.
V a a s s e n, van ds. Pop gevonden in de collecte een gift van ƒ 1.— voor het Studiefonds.
D i r k s l a n d, van ds. C. van der Wal gevonden in de collecte van „een dankbaar echtpaar" een gift van ƒ 2.50, eveneens voor het Studiefonds.
R o t t e r d a m, van ds. M. van Grieken een paar nagiften op de Paaschcollecte, n.l. verzameld in Tuindorp-Heijplaat ƒ 2.50 en van 3 N.N.'s te Rotterdam ieder ƒ 1.—, en bovendien nog een gift door bemiddeling van ds. Van Toorn voor het Studiefonds van ƒ 5.—; tezamen een bedrag van ƒ 10.50.
S o m m e l s d ij k, van G. van den B. een gift van ƒ 3.—.
V I a a r d i n g e n, van ds. Heijer ontvangen bij de bevestiging van het huwelijk van G. d. W. en A. v. S. een gift van ƒ 10.—.
A r n h e m, van M. B. contributie Geref. Bond ƒ 1.25.
K r a l i n g e n, Ja, nu komt er een gift die mij eenerzijds wel verblijdt, maar anderzijds ook bedroeft. Ik ontving n.l. van den heer A. van Essen te Kralingen het volgende berich : „Op uw girorekening werd heden bijgeschreven ƒ 57.—, te weten ƒ 50.61 1/2 van de opgeheven afdeeling „Kralingen", ƒ 1.— contributie over 1927—'28 van den heer Vlasblom, en het restant à ƒ 5.38 1/2 van de Herv. Meisjesvereeniging op Geref. grondslag „Niet in eigen kracht", uit het busje der Vereeniging. De reden der opheffing onzer afdeeling zal u wel bekend zijn". Gij begrijpt, dat ik met die gift van ongeveer ƒ 50.— niet zoo heel blij ben, vooral omdat niet alleen de opheffing dezer afdeeling, maar ook de reden daarvan mij totaal onbekend zijn. Mag ik dus misschien eens vernemen waarin die reden bestaat? Ik ben daar werkelijk heel belangstellend naar. Maar ja, die ƒ 57.— moet ik er dus nu maar bijtellen.
P u t t e n, van ds. Bouthoorn ƒ 1.— die onlangs werd gecollecteerd bij het bedanken voor het beroep van ds. Van Amstel naar Oud-Beijeriand, en ƒ 1.— die nu weer in de collecte gevonden was. Tezamen dus ƒ 2.—.
H a z e r s w o u d e, van mej. Cor Qualm uit busje no. 73 een bedrag van ƒ 24.07.
K a m p e n, van den Penningmeester onzer afdeeling aldaar, E. Roest, uit busje no. 125 ƒ 34.— en van de Zondagsschool op G.G. ƒ 17.—; tezamen een bedrag van ƒ 51.—, met den wensch er bij dat ik deze week maar weer aan de honderd gulden komen mocht.
Nu, die wensch is vervuld. Met die ƒ 50 die ik liever niet er bij gehad had, kom ik zelfs boven de twee honderd. Als ik goed geteld heb, heb ik
f 215.32.
Het is dus van de week weer Excelsior. Laten we daarom weer eindigen met een toon van lof en dank.
Veenendaal,
De Penningmeester, Ds. M. JONGEBREUR.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FINANCIËN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's