De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

6 minuten leestijd

In de reeks Utrechter Cahiers (Vakgroep Geschiedenis van de Utrechtse Universiteit) verscheen een nummer van de hand van Onno Reichwein, getiteld 'J. M. den Uyl – gereformeerd af, socialist geworden, calvinist gebleven'. Uit de slotparagraaf 'De doorwerking van de gereformeerde jeugd' volgen hier twee passages:

• 'Uit de beschrijving van Den Uyls jeugd is gebleken dat hij de eerste twintig jaar van zijn leven een "ideaal-typische" gereformeerde was wiens sociale leven zich beperkte tot de besloten gereformeerde gemeenschap in Hilversum en zich later voortzette op de niet minder gesloten wereld van SSR studenten. Doordat Den Uyl voor een belangrijk deel van zijn vormende jaren in een kring verkeert waar het geloof bijna alle levenssferen doordringt, lijkt het aannemelijk dat hij ondanks de breuk met het geloof en de wending naar het socialisme een aantal normen en waarden uit het milieu van herkomst heeft behouden. Hoe ingrijpend de breuk met het geloof ook was, Den Uyl bleef altijd vasthouden aan een aantal waarden die hij uit zijn gereformeerde milieu had meegekregen. De soberheidsmoraal vormde een basis van zijn politieke denken, het behoren tot een gemeenschap bepaalde zijn handelen, en de typisch gereformeerde leerstelligheid en de manier van debatteren was kenmerkend voor zijn politieke stijl.
"Doe niet zoveel suiker in je brood", riep Joop den Uyl vaak tegen de kinderen, aldus zijn dochter Saskia Noorman-den Uyl.'

• 'Het AR-kamerlid Maarten Schakel sprak in retrospectief over het "bezorgde ouderlingengezicht" van Den Uyl. Hij karakteriseerde de politicus als "bewogen, bevlogen, en trouw". De sociale betrokkenheid zou Den Uyl gebonden hebben aan zijn partij en dus aan het parlement. Gruijters typeerde Den Uyl als een "reuze ouderwetse man", bij wie het gezin en de partij voor alles kwamen. Over de verhouding van Den Uyl tot Nieuw-Links merkt hij het volgende op: "Volgens mij zag hij het behouden van de eenheid als zijn eerste opdracht. Niet van ik schik mij naar de meerderheid, maar ik schik me omdat ik anders een scheuring veroorzaak. Hij beschouwt zich als een erfgenaam, niet van Drees of van Troelstra, maar van het socialisme als geheel en haar invloed, en die wordt minder bij verdeeldheid. In die zin zit er iets religieus gedrevens in die man". De opmerking van Gruijters is uiterst relevant om de doorwerking van de gereformeerde achtergrond in het optreden van de latere Den Uyl te begrijpen.'


In de Personeelsgids van de Christelijke school Ede stond een 'Goed bericht':

'We zijn met onze opleidingen niet altijd met positieve berichten in de pers geweest. Het was daarom verrassend in een katern van Elsevier het verslag te lezen van een onderzoek onder studenten dat Elsevier met het NIPO uitgevoerd heeft m.b.t. een aantal economieopleidingen. Onze opleiding J&V kwam daar met de hoogste score uit de bus van alle opleidingen Journalistiek en die van Communicatie. Naast hele positieve scores over de faciliteiten ook over stagebegeleiding, beroepsvoorbereiding en ontwikkelen van kritische instelling.
Een goed bericht vlak voor de visitatie van 12 en 13 oktober a.s. De opleiding kan ermee gefeliciteerd worden.'


'Een agrariër', die een groot landbouwbedrijf heeft, deed ons het volgende toekomen onder de titel 'Bid en werk'.

'Dat wil zeggen dat we in diepe afhankelijkheid van onze Verlosser en Zaligmaker Jezus Christus mogen werken, door onze zonden en tekortkomingen heen. In voorspoed dankbaar en in tegenspoed erg geduldig. Zo wil onze Heiland ons ware liefde, wijsheid en verstand geven in onze weg en in ons werk, door Zijn Woord en Geest. Zo mag eenieder door die gaven, die hij ontvangen heeft, in de maatschappij werken, en in het bijzonder in het gezin, maar ook in kerk en politiek. Door de veelheid van raadgevingen mogen we tot zo goed mogelijke oplossingen komen voor ons volk, in de maatschappij, in de EEG, en in de wereld. Met vallen en opstaan en veel geduld mogen we in afhankelijkheid van onze Herder en Leraar bezig zijn. Niet dat alles zo maar wordt opgelost. Gods molens malen langzaam maar zeker Zo mogen we rentmeester zijn over wat ons is toevertrouwd, voor tijd en eeuwigheid. Dit is geen verhaaltje van mij. Dat komt door Gods Woord tot ons, en dan mogen we elkaar er iets van doorgeven. Dat is de rijkste weg door alle zorgen en moeiten heen. Van daaruit mogen we werken en strijden. Het is de basis en Bron op onze levensweg.


Ik voel me gedrongen om een paar woorden hiervan door te geven, ook als agrariër, in verband met zorgen en problemen en ontwikkelingen om bij de landbouw te blijven. Net als andere maatschappelijke bedrijven hebben we in de landbouw ook de grote ontwikkelingen meegemaakt. In sommige takken zijn we te ver doorgeslagen. Dat moeten we nu zo goed mogelijk corrigeren. Onze sociale verantwoordelijkheid voor degenen, die nu moeten stoppen met hun bedrijf, mag hierbij niet ontbreken. Maar laten we oppassen, dat we niet te negatief over onze landtjouw praten. Een landbouw, die al veel gedaan heeft en doet om het milieu te sparen, en om ziekten zo verantwoord mogelijk te bestrijden. Daar kunnen misschien andere bedrijfstakken – hoog en laag – een voorbeeld aan nemen, evenals andere landen in de EEG.
We genieten als land- en tuinbouw, een wereldwijde belangstelling. Er is veel export. Dit willen we in stand houden, met zo hoog mogelijke kwaliteit. Het spijt me het te moeten zeggen dat we niet zo veel vertrouwen in onze D66 minister van landbouw hebben. Ik wil eigenlijk voor mensen, die in Nederland en Brussel met de landbouw bezig zijn, allen oproepen tot gebed: thuis, in de kerk, en onder alle christenen om wijsheid en verstand in het beleid. Daar ligt het grote geheim van alle zegen, zowel in het en gezinsleven als in het bedrijfsleven. We moeten wakker worden.'


Vandaag, donderdag 11 november, hoopt de heer Aza Goudriaan zijn proefschrift, getiteld Philosophische Gotteserkenntnis bei Suárez und Descartes, im Zusammenhang mit der niederländischen Theologie und Philosophie des 17. Jahrhunderts, aan de Universiteit Leiden te verdedigen. Promotores zijn prof. dr. H. J. Adriaanse en prof. dr. Th. Verbeek (Utrecht). We feliciteren de promovendus hier hartelijk met dit bereikte resultaat. Hier volgen enkele stellingen bij zijn proefschrift:

• De opvatting van Gisbertus Voetius, dat er 'in speculatieve zin geen atheïsten zijn, die met zekerheid ervan overtuigd zijn dat er geen God is', laat zich met een beroep op Paulus' Romeinenbrief verdedigen.

• De poging van christelijke theologen om kosmologische (causale) Godsbewijzen te formuleren, ligt inhoudelijk in het verlengde van Paulus' woorden in Romeinen 1 : 19-20.

v. d. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's