De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

De Bijbel – taal en teken in de tijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bijbel – taal en teken in de tijd

Verschillen in bijbelbeschouwing – samen gemeente

16 minuten leestijd

Dit jaar verscheen vanwege de synoden van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch Lutherse Kerk, na beraad in de triosynode van november 1998, een geschrift, getiteld 'De Bijbel – taal en teken in de tijd'. Op maandag 29 november l.l. werd in Dordrecht door de centrale kerkenraad van de hervormde gemeente een vergadering voor de ambtsdragers van alle wijken belegd, met als thema 'Hoe samen gemeente-zijn ondanks verschillen in Bijbelbeschouwing'. Dr. A. A. Spijkerboer, hervormd emeritus predikant te Amsterdam en ondergetekende hebben het thema ingeleid. Gevraagd was in te gaan op de volgende passsage in het geschrift:'De Bijbel zelf is immers een veelkleurig, veelstemmig geheel. Deze overtuiging is geen alibi om eigen wegen te gaan, ruggelings naar anderen gekeerd, maar een uitdaging om samen op weg te gaan, luisterend naar de Bijbel en naar elkaar, in de hoop dat onze gedachten en praktijken convergeren: heenwijzen naar de ene, drieenige God, wiens heil naar allen uitgaat.'Bijgaand staat afgedrukt de tekst van de bijdrage van ondergetekende.v. d. G.

Inleiding
Het verhaal vertel ik niet voor de eerste keer, maar het past dunkt me geheel bij het thema van deze avond. Een aantal jaren geleden bracht ik enkele dagen door in een Oosters Orthodox klooster in Syrië, in de omgeving van Damascus. Daar leefden vijf monniken. Met de overste raakte ik in een langdurig gesprek. Hij vroeg me recht op de man af of ik wederomgeboren was. Nadat ik antwoord had gegeven op die vraag, vertelde hij me zijn eigen levensverhaal. Midden in New York was hij in het drukke verkeer aan de dood ontsnapt. Dat bracht hem tot diepe bezinning over zijn leven. God greep in in zijn bestaan, zoals bij Paulus op de weg naar Damascus, die daar ergens dicht bij het klooster moet hebben gelegen. Hij besloot zijn leven verder aan God te wijden. We voerden een indringend geestelijk gesprek. Oecumene van het hart heet dat vandaag. Zijn verhaal zou in bepaalde wijken hier in de stad, dunkt mij, hebben geresoneerd. Verder maakte ik die dagen liturgische vieringen mee, die ver van mijn beleving stonden. De vraag of ik met deze broederoverste in één gemeente, in zijn kerk zou kunnen vertoeven was niet aan de orde. Maar kennis nemend van wat gangbaar is in zijn Oosters Orthodoxe kerkgemeenschap, beantwoord ik die vraag ontkennend. Geestelijke gemeenschap was echter onmiskenbaar.
Vanavond is het thema 'Hoe samen gemeente zijn ondanks verschillen in bijbelbeschouwing'. Over bijbelbeschouwing hebben we die avond in Syrië niet gesproken. We hebben gesproken over het Woord van God, dat als een bliksemstraal, plotseling zijn leven was binnengekomen en zijn leven had omgezet, honderd en tachtig graden had omgekeerd.

Hart
Het moge duidelijk zijn waarom ik met dit verhaal begin. Het Woord van God is niet gebonden, zegt de apostel Paulus (2 Tim. 2 : 9). Het laat zich ook niet kluisteren binnen welke traditie dan ook. Het Woord van God trekt een spoor in harten en levens van mensen in alle rassen, nationaliteiten en culturen en dan ook in kerken. En het is een goed reformatorisch uitgangspunt dat de kerk niet over de harten oordeelt van mensen. Uiteindelijk gaat het in het leven niet om Schriftbeschouwing maar om Schriftgeloof.
Nu is vanavond niet aan de orde hoe, langs welke wegen dus, mensen door middel van het Woord van God tot geloof kunnen geraken. Maar het gaat om de vraag van het samen gemeente zijn. En dan komen we voor de vraag te staan hoe in de gemeente stuur wordt gegeven aan het geloofsleven. Uit het geschrift, dat dit jaar vanwege de synoden van de drie Samen op Weg-kerken werd uitgegeven – De bijbel – taal en teken in de tijd – werd een citaat aangereikt als uitgangspunt voor de bezinning (zie hiernaast). Hier wordt met zoveel woorden gezegd, dat de Bijbel veelkleurig en veelstemming is maar dat dit geen alibi geeft om eigen wegen te gaan. Hier zou ik allereerst een punt willen zetten; en niet direct willen zeggen: 'ruggelings naar anderen gekeerd'. Ik bedoel: geen eigen wegen gaan is allereerst, ook samen, de weg van het Woord zelf gaan.
In het gedeelte, dat vooraf gaat aan het citaat, dat is voorgelegd, wordt er ook op gewezen hoe de kerken de eeuwen door ervoor hebben willen waken om met het Woord op de rechte wijze om te gaan. De Oosters Orthodoxe kerk wijst naar de officiële uitspraken van de nog ongedeelde vroeg-christelijke kerk, op de zeven concilies vanaf Nicea (325) tot Nicea (787). De Rooms Katholieke Kerk acht(te) de Schrift alleen veilig bij het ambtelijk leergezag en in het bijzonder bij 'het onfeilbaar leergezag van de paus'. In de traditie van de Reformatie – zo luidt het – gaat het om 'de openbaring, in haar vastgelegde vorm in de Schrift'. Deze tradities brengt men niet in één gemeente samen.

Belijdenis
Ik zou de reformatorische visie toch nog nader en helderder willen expliciteren aan de hand van wat de Nederlandse Geloofsbelijdenis aangaande de Schrift(en) belijdt. Uit de schepping mogen we, zegt artikel 3, kennis van God hebben, maar we kennen God klaarder en volkomener door Zijn heilig en goddelijk Woord. Daarin laat God zichzelf kennen; zoveel als in dit leven nodig is – wordt erachter gezegd –, 'tot Zijn eer en zaligheid van de zijnen' (art. 3). Vervolgens wordt beleden, dat de Heilige Schrift regel van het geloof is. 'En wij geloven zonder enige twijfel al wat daarin begrepen is; en dat niet zozeer omdat de kerk ze aanneemt en voor zodanige (waar) houdt; maar inzonderheid omdat ons de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten, dat zij van God zijn' (art. 5).
Dit is Schriftbeschouwing in directe verbinding met Schriftgeloof. De Bijbel is in zichzelf waar. Maar de Heilige Geest getuigt ook in onze hàrten, dat de Heilige Schrift waar is. 'Hoort des Heeren Woord, gij die voor Zijn Woord beeft', zegt Jesaja (66 : 2, 5). Dat mag het bevindelijke element inzake het Schriftgeloof heten. En dan blijkt telkens weer, dat de Heilige Geest wegen schrijft in de tijd, naar en in ook het hart van mensen. Dan vind ik altijd dat kleine zinnetje, dat in artikel 3 tot slot wordt gezegd, heel treffend: God laat zich kennen voor zover het nodig is in het leven, tot Zijn eer en tot heil van de zijnen. Méér is niet nodig, minder ook niet. Het is genoeg. Genoegzaamheid van de Schriften heet dat. We hebben aan één bron en norm voor ons geloof genoeg. In de kennis van het Woord hebben we genoeg kennis van God. Dit 'genoeg hebben aan' de Schrift komt loodrecht bij God vandaan. Dat drijft ook tot de gemeenschap van gelovigen.
Het Evangelie is en blijft de enige bron van het heil. Sola Scriptura, alléén de Schrift beleed de Reformatie. In die traditie staan gemeenten binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. Aan die traditie moeten we elkaar ook binnen de gemeente houden. Niet elke Schriftbeschouwing is even valide.

Binnen het Woord
Maar dan is er wel een andere kwestie. Binnen de Schriften zelf is wel sprake van verscheidenheid. Paulus zegt, dat door de gemeente aan de overheden en aan de machten bekend gemaakt dient te worden de veelkleurige wijsheid van God (Ef. 3 : 10). Het gaat hier om het getuigenis van de gemeente naar buiten toe, naar de overheden en de machten. Missionair zal het veelkleurig toegaan, omdat de wijsheid van God zelf veelkleurig is. In de Schrift wordt verder gesproken van onderscheiden gaven binnen het Lichaam van Christus. En de apostel Petrus zegt, dat ieder, naar dat hij gaven ontvangen heeft, daarmee de ander dienen zal, 'als goede uitdelers der menigerlei genade van God' (1 Petrus 4 : 10). Het geloof is geen maatkostuum en de gemeente is geen confectieatelier. De wind waait, zegt Jezus in zijn gesprek met Nicodemus over de wedergeboorte, waarheen Hij wil, 'en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet vanwaar hij komt, en waar hij heengaat; alzo is een ieder, die uit de Geest geboren is' (Joh. 3 : 8). De verscheidenheid van de geestelijke gaven en bedieningen (1 Kor. 12 en 14) is van hoge betekenis binnen de gemeente, omdat ze gaven van de Geest zijn, die het Woord te Boek heeft doen stellen. Gaven ook om de ander te dienen!
De Bijbel zelf is dus een veelstemmig en veelkleurig geheel? Jazeker. De Geest heeft het de bijbelschrijvers ook gegeven om in verscheidenheid de woorden Gods te boek te stellen en ook verscheidenheid van thematiek aan de orde te stellen. Paulus – om een voorbeeld te noemen – benadrukt vooral de rechtvaardigheid door het geloof. Jacobus benadrukt (ook) de rechtvaardigheid door de werken. In dit alles geldt, dat de hand niet tegen de voet kan zeggen: ik heb je niet nodig. De gemeente van Christus mag een gemeenschap in verscheidenheid zijn. Wanneer de apostelen op, zeg de eerste synodevergadering in Jeruzalem bijeen zijn, samen met de ouderlingen, omdat er onenigheid was in de gemeente, staat Petrus op en zegt, dat God, 'de Kenner der harten', de heidenchristenen evenzeer de Heilige Geest heeft geschonken als aan hemzelf, die een joden-christen was. God heeft geen onderscheid gemaakt tussen hen en ons, zegt hij, ten spijt de verschillen die er waren (Hand. 15 : 8). Daarom leggen de apostelen tijdens die vergadering de gemeente geen lasten op, die te zwaar zijn om te dragen en beperken ze zich tot enkele basisregels voor de gemeente.


Men kan verlangen naar die eenvoud van het begin van de christelijke gemeente, toen de kerk nog minder complex was. Verschillen waren nog beperkt. Maar daarmee is niet alles gezegd. Want op het apostelconvent valt toch ook al wel alle nadruk op de genade van Christus. 'Maar wij geloven, door de genade van de Heere Jezus Christus, zalig te worden op zulke wijze als zij', zegt Petrus (vs. 11). Christenen leven wel van dezelfde genade. Die mag op verschillende wijzen worden uitgedeeld, maar het is wel dezelfde genade.
Verscheidenheid binnen de Schrift heeft dan ook duidelijk grenzen. Die grenzen worden vooral duidelijk aangegeven als het gaat om de Persoon en het werk van Jezus Christus. Paulus gebruikt dan soms heel scherpe woorden. Hij zegt tot de Galaten: 'O, gij uitzinnige Galaten! wie heeft u betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn; dewelken Jezus Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruisigd zijnde?' (Gal. 3 : 1). In diezelfde brief zegt hij ook, dat wie een ander Evangelie predikt dan dat van Christus vervloekt is. Hij verwondert er zich over, dat de Galaten overgebracht zijn van een ander Evangelie dan dat van de Gekruisigde en zegt: 'al was het ook, dat wij of een engel uit de hemel u een Evangelie verkondigde buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt' (vs. 8). En in de brief aan de Korinthiërs schrijft hij, dat wie de Heere Jezus Christus niet lief heeft een vervloeking is (1 Kor. 16 : 21). Dat zijn krasse, grensbepalende woorden, die gelden binnen de gemeente van Christus.

Eén bron
Voordat we wat ik tot nu zei echter uitsluitend op 'de ander ' toepassen, moet eerst nog iets anders wordt gezegd. Sola Scriptura dus, één bron en norm voor het geloof. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gepraktiseerd. Want we spreken dit uit na eeuwen kerkgeschiedenis en ook na eeuwen vol kerkscheuring en scheiding. In de ontwikkelingen van de kerk is de Schrift omgeven geraakt door andere bronnen. Naar twee kanten.
Dezer dagen was er een televisieportret van de gemeente Heinenoord, gericht op de stand van zaken met betrekking tot het Samen op Weg-proces daar ter plaatse. Ietwat eenvoudig vatte een gereformeerde broeder het verschil tussen hervormd en gereformeerd ter plaatse samen met te zeggen, dat men bij de hervormden altijd alleen uit de Bijbel wil horen preken, bij de gereformeerden was er ook 'meer omheen'. Dit 'meer er omheen' zou men meer fundamenteel moeten bevragen. Is er dan sprake is van meer bronnen? En dat is niet louter een kwestie tussen hervormden en gereformeerden. De andere bron is dan vaak het eigentijdse levensbesef, waardoor een mens uitmaakt wat van de Schrift nog acceptabel is. De 'genoegzaamheid' van de Schrift is dan in het geding. De Schrift omkorst door 'de eigen tijd'.


De andere kant van de medaille is, dat de tijden door tradities of zelfs gewoonten de Schrift zijn gaan omkorsten, gegeven met de eigen ontwikkelingen van kerken naast elkaar of van groeperingen binnen éénzelfde kerk naast elkaar. Met een beroep op het ene Woord Gods is de kerk steeds meer verdeeld geraakt, zelfs onder de kerken met eenzelfde belijdenis. Het Woord Gods wordt derhalve gelezen met vooringenomenheid en traditionele ballast. Sola Scriptura kan ook te gemakkelijk worden afgeroepen. De Schrift heeft voor allen, voor de héle kerk, een kritische functie. Hoe mondig is dan de gemeente? 'Alleen in de levende verbinding van het zelfgetuigenis van de Schrift en in het getuigenis van de Heilige Geest is de mondigheid van de gemeente gegeven en bewaard' (G. Boer). Zo alleen komt het geloven samen-met-alle-heiligen tot zijn recht en tot ontplooiing.
De korsten van 'eigen tijd' en van 'eigen traditie' verhinderen echter vaak de ontmoeting. Daarom leven we zelfs 'ruggelings naar elkaar', woorden uit het citaat waarmee we begonnen. Dat is vaak ook de schrijnende werkelijkheid binnen de éne Hervormde Kerk en zo ook binnen de éne hervormde gemeente. Kerken buiten de Hervormde Kerk kunnen elkaar niet vinden of bereiken vanwege eigen tradities, die met elkaar niet overeenstemmen. Binnen de ene kerk kunnen we elkaar vaak ook niet vinden, omdat 'eigentijdse invulling' en 'eigen traditie' ver uiteen liggen. Met lief zijn voor elkaar komen we er dan niet. De centrale vraag is en blijft of we het Sola Scriptura belijden of niet.

Hoe verder?
De vraag voor vanavond is intussen hoe gemeente te zijn ondanks de verschillen? Feit is dat de Hervormde Kerk in de loop der tijd grote verschillen is gaan vertonen. Die verschillen bestaan tussen gemeenten, ze doen zich ook voor binnen gemeenten. Vóór 1951 spraken we van richtingen, daarna van modaliteiten. De kerkorde van 1951, die uitspreekt in artikel X, dat de kerk belijdt in gemeenschap met de belijdenis der vaderen, wilde een koepel slaan over de richtingen heen. Tegelijk werd echter wel ook uitgesproken, dat de kerk weert al wat haar belijden weerspreekt. Noch van het eerste, noch van het tweede is veel terecht gekomen. Ieder, die zégt artikel X te onderschrijven, wordt ook geacht dit artikel te beamen. Maar in de interpretatie van dit artikel doen zich grote verschillen voor. Vandaar dat verschillende Schriftbeschouwingen ook naast elkaar bestaan, die de gemeenschap belemmeren. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat in de gereformeerde sector van de Hervormde Kerk 'in gemeenschap met' is gepraktiseerd als 'gebonden aan' de gereformeerde belijdenisgeschriften. De kerkorde bedoelde met 'in gemeenschap' iets anders dan 'in overeenstemming' met de belijdenis. Maar dan is het nog de vraag of we elkaar vandaag in de woorden 'in gemeenschap' echt vinden.


In de praktijk van het gemeenteleven, vooral in grotere gemeenten met meerdere wijken, hebben verschillen zich doorvertaald in wijkgemeenten van verschillende modalitaire signatuur. Met het gevolg, dat mensen zelf ook hun keuze maken met betrekking tot de prediking, die ze willen horen, c.q. de wijkgemeente, waartoe ze willen behoren. De vraag welke Schriftbeschouwing achter de prediking zit, wordt nauwelijks nog gesteld. Er zijn verschillen op de markt van mogelijkheden en rtien kiest. En zo leeft men in de gemeente naast elkaar in plaats van met elkaar. De verschillen hebben zich uitgekristalliseerd. Vaak heeft men ook geen pijn meer aan elkaar, omdat de gemeenschap nog slechts in groepen wordt beleefd. In een stad als Amsterdam levert Samen op Weg – naar mijn informatie luidt – nauwelijks een probleem op, omdat wijkgemeenten eilandjes op zichzelf zijn geworden. In Dordrecht ligt het nog spannender. Moet ik daaruit concluderen dat hier de zaken nog niet zo zijn uitgekristalliseerd?

Ontmoeting
Ik meen in alle eerlijkheid te moeten stellen, dat, méér dan toen de kerk nog een richtingenkerk heette te zijn, de modaliteiten van nu verder van elkaar zijn gekomen. Dat heeft ongetwijfeld ook met concrete ontwikkelingen te maken. Die worden vaak allereerst toegespitst op het liturgische element in de eredienst. We leven met verschillende liedboeken en bijbelvertalingen. In feite gaat het om verschillen in de prediking. Het SoW-proces is ook fundamenteel, omdat er nog meer verscheidenheid gaat optreden. Maar neem ook de ontwikkelingen op ethisch gebied. Daar doen zich ingrijpende verschillen voor, die alles met het Schriftgeloof hebben te maken, in relatie tot het eigentijdse levensgevoel. Ik denk aan het feit, dat in de kerkorde voor de zich verenigende kerken geen paragraaf over het huwelijk meer kan worden geformuleerd.


Wanneer we echter uit overtuiging tot dezelfde kerk en dus tot dezelfde gemeente behoren, heeft dat consequenties. De gemeenschap met de belijdenis der vaderen vraagt om ontmoeting. Die ontmoeting dient zich allereerst te voltrekken op het niveau van de ambtelijke vergaderingen. Gemeentelijk betekent dit: op het niveau van de wijkkerkenraden. Veelal vindt dat gesprek niet meer plaats. Maar als het plaatsvindt, is het de vraag hoe. Gebeurt het bij een open Bijbel, verschillen in Schriftbeschouwing ten spijt? Want als we elkaar niet meer ontmoeten, zelfs niet kunnen ontmoeten rondom de Schrift, waar zullen we elkaar dan nog wel echt ontmoeten? Als er meerdere bronnen zijn, waarop we ons oriënteren, kan van gesprek, dus ook van echte ontmoeting geen sprake zijn. Dan gaat het hoogstens nog om het uitwisselen van meningen of van vooropgezette standpunten. Dan voltrekt het gesprek zich ook niet voor Gods Aangezicht, in de lichtkring van Zijn recht en liefde.


In dat gesprek mag en zal het dan ook eerlijk toegaan. Zoekende de gemeenschap! Als het echter de kerk ernst is om te weren al wat haar belijden weerspreekt, zal het ook de gemeente ernst moeten zijn. De gemeente is geen winkel, voor-elk-wat-wils, geen maatschappij tot nu van het algemeen. Daarom is de gemeente ook geen plek om te marchanderen als het echt om de Waarheid gaat. In het eerlijke en open gesprek rondom de Schrift zal dan echter ook blijken waar het op aan komt. 'Ik wens niemand anders te weten dan Jezus Christus en dien gekruisigd', zegt Paulus. De vraag is of de ontmoeting wel altijd gericht is op het geloof in Hem, met alle consequenties, die dat heeft voor het leven. We vluchten dunkt me vaak al te gemakkelijk in de marginale zaken.

Tenslotte
Wat in de kerk gedurende een lange reeks van jaren is scheefgegroeid, wordt niet van de ene op de apdere dag hersteld. De gebrokenheid van de gemeente duidt niet op gezondheid. Niemand zal dunkt nie durven zeggen, dat het hervormde kerkelijke en dus ook gemeentelijke leven gezond is. Reeds in de vorige eeuw zei dr. Ph. J. Hoedemaker, in zijn geding met dr. A. Kuyper rondom de Doleantie: 'samen ziek, samen gezond'. Is er sindsdien veel veranderd? De vraag is echter wel of we samen nog besèffen, dat we samen ziek zijn? Wanneer dat wel zo is, schept dat onderlinge tolerantie en geduld, als afglans van Gods geduld. Maar binnen grenzen.


Dat verdoezelt de verschillen niet. In onze tijd zijn maatschappelijk de scherpe kantjes er wat afgeraakt. Er bestaan dan ook nog nauwelijks echte politieke partijen, omdat er nog nauwelijks (grote) verschillen zijn aan te wijzen. Het is allemaal 'soft' geworden. Zo mag het in de kerk niet toegaan. Daar vindt immers de voortdurende worsteling plaats om de vraag: wat is waarheid, ook in de confrontatie met de vragen, die zich vandaag aandienen.
Over de consequenties van het geloof vandaag zijn er in de kerk diepgaande verschillen van inzicht. Die moeten tot op de bodem worden doorgesproken. Verschillen om het fundament, Christus alleen, gaan het diepst in de ontmoeting met elkaar mag het als het om het fundament gaat scherp toegaan, zoals Christus zelf ook scherp kon oordelen. Maar in alles klopte Zijn brandende hart. Zijn barmhartigheid. En daarom geldt, dunkt mij, als stelregel voor de ontmoeting, bij verschillen die zich aandienen: wees zakelijk scherp en persoonlijk mild. Christus wierp de handelaars uit de tempel. Hij zei ook: leer van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart. Ook in de ontmoeting inzake verschillen overheerse de liefde. De waarheid wordt in liefde betracht.

v. d. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 1999

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De Bijbel – taal en teken in de tijd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 1999

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's