Pascal, een christen-denker
2. Leven
Er zijn wijsgeren, wier leven van weinig belang is om hun werk te begrijpen. Het verhaal van hun leven valt geheel samen met de lijst van hun boeken. Er is een scheiding aan de hand tussen enerzijds hun levensgeschiedenis en anderzijds hun literaire productie. Het lijkt erop alsof ze een muur opgetrokken hebben tussen het dagelijks leven en het leven van hun denken. Er is in hun bestaan een zekere afgetrokkenheid. Ze komen ons voor als droge geleerden, die nooit de geur van een bloem geroken hebben, of nooit ondersteboven geweest zijn van een prachtig landschap. Nog veel minder schijnen ze het leven om hen heen te hebben meegeleefd. Droogstoppels zijn het, papieren mensen, die nimmer hebben gehuild of gelachen.
Zoiets is bij Pascal niet denkbaar. Wij kuimen zijn denken weliswaar niet verklaren uit zijn leven. Zo bedoelen wij het niet. Neen, denken en leven vallen voor hem samen. Zijn leven kent bepaalde momenten, die een wending geven aan zijn leven en tegelijkertijd de wijze van zijn denken bepalen. Wij kunnen het ook zo zeggen: in het korte leven van Pascal flitst telkens het bliksemlicht der eeuwigheid. Het leven van zijn tijd beziet hij telkens van de eeuwigheid uit. Pascal staat midden in de tijd van zijn leven, maar hij staat er tevens boven. Dat geeft een ongekende actualiteit aan zijn gedachten.
Blaise Pascal werd op 19 juni 1623 in Clermont geboren uit een aanzienlijke familie. Zijn vader bekleedde hoge ambten. Helaas verloor hij zijn moeder toen hij nog pas drie jaar oud was. De vader besloot hem zelfstandig op te voeden. Het is dan ook kenmerkend voor de jeugd van Pascal dat hij nooit naar school is gegaan en eigenlijk ook nooit de gewone jongensspelletjes van die tijd heeft gekend. Al heel jong kwam zijn verblindende begaafdheid aan de dag voor wiskundige vraagstukken. Toen hij nauwelijks twaalf jaar oud was, was hij in de kinderkamer bezig om meetkundige vraagstukken op te lossen. Toen bemerkte zijn vader de grootheid en het vermogen van dit genie.
Van zijn achttiende jaar af leed Pascal aan verschillende kwalen. Hij kon geen koude dranken verdragen, felle hoofdpijnen kwelden hem voortdurend. Sinds die tijd was hij geen dag zonder pijn. Er is van hem een gebed bewaard gebleven om God een goed gebruik van ziekten te vragen. Een enkele zinswending daaruit luidt: Laat mij geen pijn lijden zonder vertroosting; maar laat mij de pijn en de vertroosting tegelijkertijd ondervinden, opdat ik uiteindelijk een vertroosting geniete, zonder enige pijn.
Pascal heeft al jong getoond een wiskundige begaafdheid te bezitten. Hij construeerde in 1645 een rekenmachine, die hij de pascaline noemde en die als eerste in zijn soort beschouwd kan worden. Hij patenteerde haar en enkele exemplaren van deze machine zijn tot in onze dagen bewaard gebleven. Bovendien zijn er gegevens bewaard gebleven over een onderzoek naar de theorie van de luchtdruk. Pascal correspondeerde met toonaangevende natuuronderzoekers van zijn dagen over fysica. Trouwens ook uit andere gegevens is bekend, dat hij niet buiten het volle leven stond. Hij vervolmaakte zijn rekenmachine. Hij construeerde eveneens een hydraulische pers en een lange tweewielige wagen om vaten te vervoeren. Hij liep ook rond met de gedachte aan een openbaar-vervoerssysteem dat 'vijfstuiverkoetsen' zou gaan heten.
Pascal onderging zijn leven niet als een onbegrepen noodlot. Zijn zwakke lichaam droeg hij aan God op, maar ook enkele levensvoorvallen beziet hij als een goddelijke beschikking. Eens maakte hij met een paar vrienden een uitstapje in zijn eigen koets. Bij het passeren van een brug slaan de beide paarden plotseling op hol op een gedeelte van de brug waar geen leuningen aanwezig waren. Zij storten zich in de rivier, de teugels breken af. Pascal dacht, dat hij het niet zou overleven, maar de koets blijft precies vóór de afgrond hangen. Hij is gered en hij meent dat dit meer dan een gelukkig toeval is. Hij ziet het als een uitredding die God hem vergund heeft.
Een tweede gebeurtenis betrof een nichtje van Pascal. Het meisje leed al sinds een paar jaar aan een zeer ernstige verzwering van de traanklier, die weigerde te genezen. De etter kwam door het oog, de neus en de mond naar buiten. De doktoren achtten de wond ongeneeslijk en meenden dat het oog verloren was. Typerend voor de strenggelovige rooms-katholieke familie van Pascal bracht men een relikwie van de doornenkroon van Christus naar de kostschool die het nichtje bezocht. Een kloosterzuster kwam op het idee om het zieke oog te bestrijken met de relikwie. Dezelfde avond nog verklaarde het meisje dat haar oog geen pijn meer deed, de etter vloeide niet meer en enkele dagen later sloot de wond zich. De geneesheren verklaarden dat deze genezing de normale krachten van de natuur te boven ging en dat zij als een wonder diende te worden beschouwd. Wij kunnen daar zo onze protestantse ideeën bij hebben en dat zij zo – Pascal is in hevige beroering door deze genade verleend aan een lid van zijn familie. Hij betrekt dit voorval ook op zichzelf. Hij schrijft: 'Zie, hoe God zelf dit ons huis verkiest om er zijn macht te doen schitteren.'
De derde gebeurtenis vormt de geboorte van de ware Pascal. Op 23 november 1654 beleeft Pascal een godsontmoeting, een nacht van verlichting en extase. Hij noteerde haastig wat hij zag en ondervond en daarna naaide hij een memorandum in de voering van zijn jas. Daar vond men het na zijn dood terug. Pascal heeft een directe ervaring van de God van Abraham, Izak en Jakob. Niet de God van de wijsgeren en de geleerden. Hij belijdt in dit memorandum dat hij zich van God had afgekeerd, hem was ontvlucht, hem verloochend en gekruisigd had. Alleen langs de weg die het Evangelie wijst, kan men hem behouden. Zijn verdere leven bewaart Pascal dit document.
Van nu af aan verandert Pascals leven geheel. En, laat het dan zijn dat hij ook al eerder bewijzen gaf, dat hij reeds een diep-christelijk denker was, voortaan zal Pascal in een open klooster verblijven. Hij trekt zich terug uit de wereld, niet als monnik, maar om in dat klooster als betalend gast te leven, geheel vrij van de wereldse beslommeringen. Hij keert zich geheel en al tot de genade. Hij leidt daar een teruggetrokken leven, hoewel hij enkele vrienden ontvangt. De ziekte waaraan hij sinds jaren leed, liet hem geen moment met rust, maar hij verdroeg haar met buitengewone moed. Meer dan ooit kwam er in zijn leven een versterving. Hij ziet zichzelf meer en meer onwaardig. Geen enkel schepsel is het waard om zichzelf bemind te worden. De liefde tot mensen mag nooit afleiden van de liefde die men God verschuldigd is. Alleen door en in de liefde tot God kan men tot de liefde tot de naaste geraken. Zijn ingewandspijnen en zijn hoofdpijn verdubbelden zich. Pascal wilde naar het hospitaal voor ongeneeslijken worden overgebracht om daar te midden van de armen te sterven. Maar de dokters weigerden, omdat zij hem te zwak achtten om vervoerd te worden.
Na de commiunie en de ziekenzalving ontvangen te hebben, stierf Pascal op 19 augustus 1662 op de leeftijd van negenendertig jaar. Zijn laatste woorden waren: Moge God mij nimmer verlaten. Wij kunnen met dit levensoverzicht niet eindigen zonder een enkele opmerking. Pascal is zeker geen protestant geweest in gereformeerde zin. Daarvoor onderwierp hij zich te zeer aan de gewoonten en denkwijzen van de Rooms-Katholieke Kerk. Maar dit neemt niet weg dat in de brede traditie van het christendom toch altijd gestalten zijn opgetreden, die de eeuwen door hun sporen hebben getrokken. Zij hebben boven de lokale verschillen uit en over de eeuwen heen getast naar het wezenlijke van het christelijk geloof. Wij kunnen ons denken door die gestalten laten verrijken. Wij behoeven met die figuren niet immer op één lijn te staan om ons toch door hen te laten schaven. Chrysostomus komt ons voor de geest en Thomas à Kempis en velen meer. Tot hen behoort ook het korte leven van Blaise Pascal.
A. van Brummelen, Huizen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's