Polarisatie gewenst?
In Hervormd Delft van 7 juli, dat mij werd toegezonden, schrijft ds. R. Zuurmond over polarisatie. In plaats van ach en wee te roepen over de polarisatie moeten we, zegt hij, de polarisatie aanpakken 'als een uitdaging aan onze cultuur en als een mogelijk middel om te komen tot opheldering van de eigen situatie'. We moeten indringend met elkaar gaan praten over de tegenstellingen, die er zijn en die niet zozeer zitten in de verschillende antwoorden die men geeft op dezelfde vragen maar in de verschillende vragen die men stelt. We moeten niet bang zijn door te stoten naar fundamentele tegenstellingen.
Onder verkeerde vraagstellingen rekent Zuurmond de gangbare indeling in modaliteiten (Geref. Bond, confessionelen, middenorthodoxen, vrijzinnigen). De feitelijke tegenstellingen lopen namelijk door de modaliteiten heen 'omdat deze modaliteiten antwoorden zijn op vragen die allang niet meer gesteld worden'. Doordat Zuurmond ook zegt dat dit met name van de laatste drie genoemde modaliteiten geldt zou men de conclusie kunnen trekken dat de Geref. Bond niet onder 'de vragen die allang niet meer gesteld worden' wordt gerekend. Maar dat wordt uit het betoog van Zuurmond niet duidelijk.
Om welke tegenstellingen gaat het dan nu ? Zuurmond noemt er — in nogal zwaargeladen taal — vijf:
1. De kwestie van de religie, die daar naar voren zou treden 'waar onverzoenlijke tegenstellingen in een kwasi-verzoening worden opgelost'. Met andere woorden: religie is een soort surrogaat, een doekje voor het bloeden in onverzoenlijke tegenstellingen.
2. Het feit dat iedere theologische of geloofs-uitspraak een politiek-maatschappelijke uitspraak is, óók als gezegd wordt dat geloof en politiek niets met elkaar te maken hebben.
3. De visie op de geschiedenis. Niet elk historisch feit behoort tot de geschiedenis als een 'gebeuren'. Er zijn ook feiten die als 'dwaling' of als desertie uit de geschiedenis moeten worden beschouwd (zich onttrekken dus aan de eigenlijke geschiedenis).
4. Het al of niet doorzien van de betrekkelijkheid van iedere moraal.
5. De uitdaging om 'mens' te zijn in de cultuursituatie, waarvan men zelf, het produkt is en waarbinnen men de spanning van die uitdaging ervaart.
6. Het al of niet onderkennen van de 'antimetafysische tendens van de verkondiging'. (Over deze kwestie plaatste ds. L. J. Geluk enkele artikelen in ons blad naar aanleiding van vroegere artikelen van ds. Zuurmond).
Polarisatie in de kerk 7
Puntsgewijs geef ik commentaar op deze door Zuurmond genoemde punten, waarop zich thans de tegenstellingen zouden toespitsen. Vooraf echter eerst wat opmerkingen over zijn voorbeschouwing.
Ik onderschrijf het als gezegd wordt dat het nut van de polarisatie is: opheldering van de situatie waarin we ons bevinden, al zeg ik dat dan van de andere kant van de polarisatielijn dan Zuurmond. Maar anderzijds moet de vraag worden gesteld: polarisatie in de kerk, kan dat wel, mag dat wel ? Uit wat Zuurmond schrijft proef je op geen enkele wijze de verontrusting, dat de kerk niet één is in belijden en geloof en dat polarisatie in de gemeente, die naar Christus' Naam is genoemd, een stuk nood en schuld inhoudt. De kerk is toch geen maatschappij tot nut van 't algemeen, waarin ieder er het zijne van kan denken en je dus zoals Zuurmond stelt, door polarisatie je eigen situatie duidelijk maakt ? Wie zo over de kerk spreekt maakt haar tot een wereldse aangelegenheid. Polarisatie in de kerk is een kenmerk van geestelijke nood, van crisis. Ik onderschrijf de noodzaak van de polarisatie in onze tijd, maar dan niet om de eigen situatie duidelijk te maken, maar om in de worsteling om de waarheid der Schriften eerlijk en onomwonden te zijn in het dienen van die Waarheid, die geen 'ieder denke er 't zijne van' toelaat maar slechts vraagt om geloof en aanbidding.
Ik onderschrijf het ook als ds. Zuurmond zegt dat de tegenstellingen vaak zitten in de verschillende vragen die men stelt. Ik vraag me echter af of in de kerk ten diepste andere vragen mogen worden gesteld dan deze twee, die in de kerk door de eeuwen heen gesteld werden: hoe komt God aan Zijn eer en hoe vind ik een genadig God ? Alle andere vragen zijn aan deze vragen ondergeschikt. Als ds. Zuurmond dan ook stelt dat de modaliteiten antwoorden zijn op vragen, die allang niet meer gesteld worden, dan zou het wel eens kunnen zijn dat hij over het hoofd ziet (of er niet van wil weten) dat in onze kerk nog steeds óók vragen gesteld worden, die in het verleden óók werden gesteld en die door de eeuwen heen onvervangbaar zijn, namelijk de vragen betreffende de eer van God en de zaligheid van mensen. Zou het niet zó zijn dat zich juist op deze vragen dè tegenstellingen tussen de genoemde modaliteiten toespitsen ?
De tegenstellingen
Maar dan nu de punten, waarop Zuurmond de tegenstellingen concentreert:
1. Is religie zoiets als kwasi-verzoening van onverzoenlijke tegenstellingen ? Door het zo te stellen wordt de religie helemaal getrokken in het vlak van de verhouding tussen mensen. Religie is echter dunkt me échte verzoening van onverzoenlijke tegenstellingen, namelijk tussen God en mens. Vijanden worden met God verzoend door de dood van de Zoon. Dat is religie, geleerde religie, beleden religie, geloofde religie. Geloofd door de Heilige Geest, die de Geest is van de aanneming tot kinderen.
2. Is iedere theologische of geloofsuitspraak een politieke ? Niemand zal beweren dat het geloof niet alles ook te maken heeft met het handelen in politiek en maatschappij. Maar het geloof heeft een kant die zich afspeelt vér van de politiek, los van de politieke consequenties, namelijk in de binnenkamer, waar het schuldig zijn voor God wordt beleefd, waar nood en aanvechting is om de zonde, waar de vrijspraak in Christus voor goddelozen wordt ervaren. Het is de armoede van onze tijd dat men, als men het over het geloof heeft, direct op de politieke toer gaat en dat men — zoals ds. Zuurmond doet — zodra pure geloofsuitspraken worden gedaan direct zegt dat dit dan óók een politieke uitspraak is.
3. Zuurmond werkt zijn visie op de geschiedenis niet uit. Maar de aanduiding als een gebeuren, waar historische gebeurtenissen buiten staan wijst in de richting van die ideologieën, die de geschiedenis laten uitmonden in het Rijk van God. Behoort echter niet alles wat zich in deze bedeling afspeelt, de goede dingen en de kwade dingen, tot de geschiedenis, die God eenmaal door het gericht heen tot z'n ontknoping brengen zal ? Als de geschiedenis definitief een einde neemt en voor ieder klaar en duidelijk zal worden wat eeuwigheidsperspectief had en wat niet ? Mag de kerk iets anders leren dan dit, dat de geschiedenis eindigt met de wederkomst ? Op Zuurmonds visie t.a.v. de geschiedenis slaat de stelling in het Getuigenis dat de geschiedenis als zodanig ons het heil niet brengen kan. Het heil komt van God en vindt zijn voltooiing op de dag van de wederkomst.
4. De moraal — iedere moraal — is betrekkelijk ? Is er dan niet zoiets als een christelijke zede, die z'n wortels diep in de Schriften heeft, die verankerd is in de wet der tien geboden, die in Christus z'n vervulling vond ? Er is een moraal, die niet betrekkelijk is maar die iets heeft van een 'eeuwige wet', een uitdrukking die Zuurmond kritisch benadert maar die erop wijst dat de heiliging van het leven hier en nu voorafspiegeling is van het leven in heerlijkheid, waar men God ongestoord dienen zal !
5. Is de mens in de eerste plaats produkt van de cultuur waarin hij leeft 2, Of is hij in de eerste plaats schepsel Gods, die zijn Schepper de rug toekeerde en voor Wiens Aangezicht hij nu staat in een gebroken situatie ? De mens is immers met zijn cultuur van God afgekeerd ? Daarom staat de mens niet voor de uitdaging om mens te zijn in zijft cultuur situatie, maar om mens-voor-God te zijn, om van genade te leven in de tijd en de situatie, waarin hij leeft en zijn leven, mét dat van de samenleving, te doen beantwoorden aan het door de Schepper gestelde doel.
Omdat Zuurmond volstond met korte aanduidingen doe ik dat ook. Ik stelde deze zaak hier aan de orde omdat het hier om punten gaat die in het kerkelijk gesprek steeds opduiken, punten waarom het ten diepste in het Getuigenis ook ging. Me dunkt dat de door Zuurmond genoemde punten een gedachtengang verraden die aan de religie van het gereformeerd belijden vreemd zijn en die de mensen gees telijk in de kou laat staan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 augustus 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 augustus 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's