De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Arme en rijke landen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Arme en rijke landen

2

6 minuten leestijd

De derde wereld als eenheid

Hoewel armoede een verschijnsel is dat in de gehele wereld wordt aangetroffen, is uit de indeling van de derde wereld, in de drie groepen die ik u gegeven heb, hopelijk duidelijk geworden, dat de mogelijkheden om er wat aan te doen voor de drie groepen heel verschillend zijn. Voor de groep met grote natuurlijke hulpbronnen zijn die mogelijkheden duidelijk beter dan voor landen die eigenlijk niets hebben.

Je zou kunnen verwachten dat de drie groepen ook in de politiek zichtbaar zouden worden, dat wil zeggen dat de derde wereld in drie politieke blokken zou uiteen vallen, omdat de mate van hun problemen verschillend is. Dit is niet het geval en de waarschijnlijkheid dat het gebeuren zal is er niet groter op geworden.

In de Verenigde Naties hebben de derde wereld landen zich verenigd tot een blok, de zg. groep van 77. Deze groep heeft deze naam behouden ondanks het feit dat er thans 104 landen toe behoren, waarvan het jongste lid Suriname is. De voornaamste eis van de groep is de zg. 'nieuwe economische orde' waarop later in meer detail wordt teruggekomen.

De groep van 77 is een zeer hecht blok. Dit is gebleken bij de oliecrisis van, 1973. Toen is immers de olieprijs verviervoudigd door de zg. O.P.E.C, landen (voornamelijk in Midden-Oosten) en vele landen in de derde wereld hebben van deze maatregel van 'broeders' ernstig te lijden hetgeen aanleiding had kunnen geven tot een splitsing in de groep. Dit is niet gebeurd, integendeel, de onderlinge band is door de oliecrisis zelfs versterkt. Het olie embargo heeft aangetoond hoe kwetsbaar de rijke landen zijn en hoe afhankelijk ze zijn van de derde wereld. Deze ervaring heeft de derde wereld geleerd waar hun macht ligt en heeft ze dichter bij elkaar gebracht. Voorts is van belang dat de spanning tussen de eerste en derde wereld door de oliecrisis is vergroot, omdat de klap van de verhoogde olieprijzen voor de rijke landen veel minder hard is aangekomen dan voor de arme landen. In vele arme landen moesten ontwikkelingsprojecten worden vertraagd om de hogere olieprijs te kunnen betalen.

Hier bovenop is nog gekomen de economische recessie (teruggang), die zich in 1975 heeft ingezet. De teruggang van de economische bedrijvigheid in de rijke landen heeft de importen uit de derde wereld verminderd. Omdat vele ontwikkelingslanden afhankelijk zijn van de export van een klein aantal goederen is de recessie zeer hard aangekomen. De koperprijs b.v. zakte in 1975 tot 1/3 van het niveau van 1974. Landen als Zaïre en Peru hebben hier zeer onder geleden.

Het verwijt van de derde wereld

De derde wereld ondergaat zijn lot niet als een vanzelfsprekendheid. De eis wordt gesteld dat een deel van de welvaart, die de eerste wereld geniet, wordt overgeheveld naar de derde wereld. Hiervoor worden verschillende argumenten aangevoerd en het is goed daar naar te luisteren.

1. De rijke landen wordt verweten dat ze in het koloniale verleden de arme landen hebben beroofd van hun natuurlijke rijkdommen en tevens de bestaande maatschappelijke orde hebben verstoord.

Natuurlijk zit in deze beschuldiging een kern van waarheid. Wij behoeven alleen ons eigen koloniaal verleden maar na te gaan om te ontdekken dat er vele fouten zijn gemaakt en dat het eigen belang hoogtij heeft gevierd. Hier staat tegenover, dat er ook vele goede zaken zijn tot stand gebracht op allerlei terrein, die nu gemakkelijk over het hoofd worden gezien.

2. De meeste landen uit de derde wereld zijn na de tweede wereldoorlog onafhankelijk geworden en aan het kolonialisme is een einde gekomen.

De eerste wereld wordt verweten, dat deze overgang in werkelijkheid niet geleid heeft tot echte onafhankelijkheid. De internationale economische orde is zodanig ingericht, dat de arme landen afhankelijk bleven van de eerste wereld. De rijke landen hebben b.v. steeds tegengehouden dat er zich industrieën ontwikkelden in de derde wereld, maar zijn de grondstoffen blijven importeren om die te verwerken in eigen fabrieken.

Dit feit kan niet ontkend worden en heeft o.m. tot gevolg gehad, dat bepaalde ontwikkelingslanden uiterst afhankelijk zijn van de prijs van één produkt. Maar ook hier moeten we ons weerhouden van eenzijdigheden.

Om industrieën aan te trekken is het noodzakelijk, dat er een goed investeringsklimaat bestaat. Hieraan ontbreekt het veelal in de ontwikkelingslanden.

3. De ontwikkelingshulp is veelal ten goede gekomen van een kleine groep eliten in de verschillende landen en niet aan de bevolking in brede zin. Hier ligt inderdaad een wezenlijk probleem. Het is zonder meer waar, dat ontwikkelingshulp in vele gevallen de weinige rijken nog meer verrijkt heeft en voor de vele armen weinig te betekenen heeft gehad. Je kunt hiervan niet zonder meer de schuld op de rijke landen schuiven. Het is veelal zo, dat in het ontvangende land een betrekkelijk kleine elite groep het beheer over het economische apparaat in handen heeft en gebruikt om eigen machtspositie te vergroten. Het kan niet verwacht worden, dat deze 'structuren' op korte termijn zullen veranderen. Ontwikkelingshulp zal dan ook een langdurige inspanning zijn waarbij veel geduldsoefening is vereist.

4. De ontwikkelingshulp met name die van de Verenigde Staten heeft de waardigheid en de zelfstandigheid van de derde wereld verzwakt.

Hiermede wordt eigenlijk bedoeld, dat hulp uit het Westen gepaard gaat met de import van westerse levensstijl, waardoor de bestaande traditionele gebruiken worden aangetast.

Het zou een ideaal beeld kunnen zijn, n.l. de oude traditionele cultuur combineren met de hoge levensstandaard van het rijke Westen. Het is verstaanbaar, dat de derde wereld dit beeld koestert maar het is in feite een illusie. In vele landen groeit een sterk besef, dat het oude cultuurpatroon de verdwijning nabij is en geen toekomst meer biedt. Vooral onder de jongeren leeft een onverzadelijke honger naar de westerse levensstijl. Men staat echter nog met één been in de oude vertrouwde wereld en deze tussenpositie geeft een gevoel van onzekerheid. Goede begeleiding van dit overgangsproces is een zeer gewichtige zaak. Hier ligt een geweldige taak open voor de zending, die naast het lenigen van geestelijke nood, de mensen kan leren op praktische wijze een nieuwe wereld op te bouwen.

De nieuwe economische orde

Het zijn niet alleen verwijten die de derde wereld maakt aan de rijke landen, er worden ook eisen op tafel gelegd. Wat de derde wereld voor ogen staat is wat genoemd wordt een nieuwe economische orde. Het gaat niet aan om in dit blad op bijzonderheden hiervan in te gaan. Ik zal mij bepalen tot de hoofdpunten.

1. De derde wereld wenst het recht erkend te zien om de natuurlijke hulpbronnen in eigen bezit te nemen (z.g. nationalisatie) en daarvoor een lage compensatie te betalen. De gedachte die hier achter zit is om alle hulpbronnen die in buitenlands bezit zijn onder eigen controle te krijgen zonder daarvoor veel te betalen.

Ze waren toch immers geroofd ?

2. Een regeling moet gemaakt worden, die er voor moet zorgen, dat de prijzen voor grondstoffen uit de derde wereld niet meer zo sterk schommelen. De bedoeling hiervan is te komen tot de stabilisatie van de inkomsten van landen die via de export van deze grondstoffen sterk afhankelijk zijn.

3. Tenminste een verdubbeling van het bedrag aan ontwikkelingshulp dat thans uit de eerste wereld komt. Verder zou deze hulp niet meer vrijwillig moeten zijn, maar verplicht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 augustus 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Arme en rijke landen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 augustus 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's