Een interessante stelling
Dezer dagen promoveert in Leiden op een chemisch onderwerp drs. P. C. Oele, leraar natuur- en scheikunde aan de afdeling h.a.v.o. van De Driestar te Gouda. Drs. Oele, die behoort tot de Gereformeerde Gemeenten, voegde aan zijn proefschrift de volgende interessante stelling toe:
'Het tot stand komen van een steeds groter aantal maatschappelijke instellingen in wat wordt aangeduid als de rechtervleugel van de Gereformeerde Gezindte dient niet zozeer gezien te worden als een gevolg van de maatschappelijke emancipatie van deze groepering, dan wel als gevolg van het verlies van het specifiek christelijk karakter van bestaande instellingen.'
Ik kan mij voorstellen dat de heer Oele tot deze stelling mede geïnspireerd is door de grote activiteiten, die momenteel in de gereformeerde gezindte waar te nemen zijn rondom de nieuwe sociale academie. En dan moet toegegeven worden dat dit initiatief duidelijk is ontstaan tegen de achtergrond van de ontwikkelingen aan de bestaande academies, met name De Horst. Als zodanig is de stelling van de heer Oele wat deze academie betreft juist. Maar daarmee is bepaald niet alles gezegd. Jarenlang werd al de behoefte gevoeld in onderscheiden groeperingen van de gereformeerde gezindte om tot een dergelijk initiatief te komen, terwijl ook in allerlei gemeenten initiatieven werden ontwikkeld ten aanzien van bijvoorbeeld het maatschappelijk werk, waarvoor diverse instellingen in het leven werden geroepen.
Maar er is nog méér te zeggen. De nieuwe sociale academie mag dan mede zijn gestimuleerd door ontwikkelingen aan de bestaande academies — wanneer er goede academies zijn behoeft er immers geen nieuwe te komen ? — toch is dit bij de nieuwe academie niet het enige, zelfs niet het leidinggevende motief. Van het eerste begin af is gesteld dat de gereformeerde gezindte wel heel erg achteraan is gekomen als het gaat om activiteiten in de sociale sector. In het financieel appèl staat het zo ook te lezen. Daarom is ook gesteld dat bescheidenheid en ootmoed passen bij dit initiatief. Maar nu het initiatief er gekomen is zit duidelijk de gedachte voor om positief, vanuit het hart van de Reformatie, een inzet te geven voor de doordenking van de vragen op het sociale vlak en zo ook mede te werken aan de maatschappelijke emancipatie van de gereformeerde gezindte. In de pers heeft men dezer dagen kunnen lezen, dat de nieuwe academie niet in de eerste plaats wil uitgaan van gevoelens van onbehagen ten aanzien van de bestaande academies — al zijn die gevoelens er bepaald wel, heel sterk zelfs — maar vanuit het gereformeerd beginsel in de sociale sector zijn inbreng wil geven.
Dat er in dit opzicht gewerkt zal moeten worden aan een stuk bewustwording in de gemeenten is een ding dat zeker is. Maar anderzijds kan geconstateerd worden dat de maatschappelijke bewustwording er in de gemeenten bepaald ook al wel is. Dat heeft de geweldige respons vanuit de gemeenten wel duidelijk gemaakt, al is het ongetwijfeld ook zo, dat soms het signaleren van het verlies aan christelijk karakter bij de bestaande instellingen duidelijker aanspreekt dan de positieve behoefte om de nood op het maatschappelijk vlak te lenigen. Maar én uit de reacties, én op de streekvergaderingen blijkt die positieve behoefte bepaald aanwezig te zijn. Daarom komt me de stelling van de heer Oele té absoluut voor.
Een ontwikkeling, die een stuk onbehagen over het verlies aan christelijk karakter van bepaalde maatschappelijke instellingen tot achtergrond heeft, behoeft door deze achtergrond nog niet blijvend bepaald te worden maar kan en moet een positieve voortzetting hebben. Van negatieve gevoelens kunnen we niet leven, ook bij de activiteiten op het sociale vlak niet. Daarom is de stelling van de heer Oele wél te meer een stimulans om de uitdaging waarvoor we op het maatschappelijk terrein staan te aanvaarden, in de wetenschap dat de Schrift ons ook voor dit terrein duidelijke richtlijnen en opdrachten geeft.
Al met al, een interessante stelling, die waard is om ter harte genomen te worden, ook al is erop af te dingen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's