De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK

5 minuten leestijd

Vrij(zinnig)e universiteit.
De Vrije Universiteit als Calvinistisch bolwerk opgeworpen tegen paganisme, vrijzinnigheid enzovoort heeft wel iets aan functieverlies gedaan. Men zou de indruk kunnen krijgen, dat de geest van vrijzinnigheid met zijn zevenen is teruggekeerd in de versierde woning. Blijkens het feit, dat vertegenwoordigers van dit hoge onderwijsinstituut avonden beleggen om verontrusten van hun verontrusting te genezen. In het Kuyperiaans verleden zijn in den lande samenkomsten georganiseerd, waar andere geluiden opklonken.
Opvattingen over de eerste hoofdstukken van Genesis en aanverwante vragen worden verdedigd met argumenten, die ons bekend voorkomen. Enkele tientallen jaren geleden brachten andere denominaties met dezelfde motiveringen moderne gedachten aan de man. Men moet niet doen of dit alles in de weg van gereformeerde bezinning is uitgedokterd. Nu kan het ineens wel. Voorheen ging het alles op de wijze van biblebonse kinderen die op de biblebonse berg biblebonse pap met biblebonse lepels uit biblebonse bordjes consumeren. Of propageren we nu biblebonse vrijzinnigheden benevens de paapse stoutigheden, die ook al lang op het menu staan?
Ik hoorde eens een verhaal van een oudere dame, die haar bejaardenoord ontvluchtte, omdat ter gelegenheid van een nationale hoogtij in de conversatiezaal de schrikkelijke televisie uitdagend stond te flikkeren. Zij zocht haar heul bij een hooggeschatte voorganger. Wie schetst haar ontsteltenis, toen ze bevond dat ook hij zat te kijken naar het medium. Ondeelbaar snel moest ze kiezen. Tegen de apparatuur en dus ook tegen de vriend of voor hem en derhalve ook voor het verfoeide. Ze meende, van de eerste schrik bekomen, dat het hier zeker een ander instrument betrof dan het gindse, dat ze ontvlucht was. „Dit is toch zeker een andere?" Hoe kon het anders bestaan?
Dezelfde vrijzinnigheid, met dezelfde argumenten en motieven en achtergronden en toch een andere, wijl al hier geleerd. Een nieuwe, een gereformeerde, een biblebonse vrijzinnigheid. Vrijzinnigheid op gereformeerde grondslag.

Oecumenische spanningen.
De „geen-woorden-maar-daden" geest wordt vaardig over mensen, die eenheid van kerken voorstaan. Ze gaan het nu werkelijk — om een gebruikelijke woordspeling nog wat toe te spitsen — (oecu-) menen.
In vrijzinnige opvattingen vinden roomskatholieke en protestantse voorgangers elkaar. De rooms-katholieken hebben een belangrijk percentage van de transsubstantiatie-ideeën afgeschreven. Ik sta daar niet als een goochelaar zeggen ze. Na zo'n indrukwekkende toenadering kunnen protestantse Woorddienaren niet achter blijven.
Men stelt daden. Gezamenlijk treden ze op in de viering van de mis.
Een andere steen van aanstoot is het celibaat, dat vierkant dwars op de tijdgeest functioneert. We trouwen en we bedienen rustig de mis, zeggen de priesters van de studentenparochie in Amsterdam. Het is beter dan de verderfelijke suggestie, dat het doel, te weten het verheven celibaat, het middel, namelijk het dan maar geadviseerde concubinaat, heiligt.
Tegen de Utrechtse vrijbuiters greep de kardinaal in. Hij moest wel een wat verroest wapen uit het arsenaal tevoorschijn halen. Een vergeeld artikel, dat sprak van relaties met ketters. Zo'n artikeltje valt wat rauw op de maag als we ademen in het oecumenisch lenteklimaat.
De rooms-katholieken en met name de kerkelijke leidslieden verkeren in geduchte spanningen. Men wil de band met het Vaticaan en met de wereldkerk niet verbreken en men wil de contacten op het thuisfront met de oecumenische vrienden niet ongeloofwaardig maken. Wanneer de spanningen hoog oplopen komen er breuklijnen. Het is maar hoe ze lopen. Wanneer wij met de wereldkerk solidair moeten blijven, mogen delen van die wereldkerk ook wel eens wat solidairiteit met ons aan de dag leggen, verweren zich de voorstanders van het oecumenische experiment.

De dode dood.
We zagen, dat het celibaat geen best artikel meer is. Het laat zich moeilijk verkopen. Althans in het Hollands klimaat. Hoe dat in de zuidelijker landen ligt? Er is onlangs in Lunteren op een congres van het Nationaal Protestants Centrum voor Volksgezondheid opgemerkt, dat als taboeonderwerp (waarover je als net mens in net gezelschap niet behoort te praten) de dood de seksualiteit heeft afgelost. Voorheen kleurde je als onderwerpen ter sprake kwamen, die een heel klein beetje de seksuele kant uitgingen. Dat is vandaag heel anders. Seks is het gesprek en het gebeuren van de dag. Het lijkt of de „liefde" sterker is dan de dood, want deze huiveringwekkende macht wordt doodgezwegen.
Minister Luns kreeg critiek, omdat hij een tijdschrift, Delta geheten, dat het Departement van Cultuur hem in vijfhonderd exemplaren ter verspreiding in het buitenland toezendt in ruil voor een subsidie, niet gaat exporteren. Het gewraakte nummer is een speciaal nummer over de dood en dat is toch geen exportartikel.
Indien maar verantwoord over de dood geschreven werd. Wanneer men echter suggereert, dat heel oude mensen met een lekker hapje maar een dosis dodelijk gif moeten snoepen, gaan we toch wel een levensgevaarlijke koers.
De dood is in belangrijke mate teruggedrongen naar de groep van de bejaarden. Als grote leefgemeenschap bannen we de dood uit gezichtskring en gedachtenwereld. De goegemeente is niet meer in staat de dood te verwerken, omdat ze zo slecht voorbereid is.
De enige troost, de volaccoordige inzet van een klassiek belijdenisstuk, schuift men opzij. Niet nodig. Dat is de reden, dat men ontevreden leeft en ongetroost sterft. Een schrijver van oudere datum zei: Als de dood je ziet, voor jij de dood in het oog hebt, is het kwaad. Maar, zo mogen we de lijn doortrekken, zag je de dood, voor die jou ziet, er is een genadige mogelijkheid dat je de dood niet meer ziet ook al komt die. Wie bij zijn leven leert sterven, leert leven in het uur van de dood. Omdat de liefde inderdaad sterk is als de dood. Wie zal ons daarvan scheiden?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 1969

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 1969

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's