De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FINANCIËN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FINANCIËN

POSTGIRO 138421

8 minuten leestijd

Daar behoeft weinig moeite te worden gedaan om het meest sombere wereldbeeld u te teekenen. Er zijn zooveel barsten en scheuren in de samenleving — wat wij zien van verre en van nabij is zoo wanhopig verward — dat dit alleen reeds voldoende stof kan leveren tot een luide jammerklacht. Voegt daarbij nog, wat wij noemen het dagelijksch leed, bestaande in krankheden zonder tal, tegenspoed en ongevallen in alle mogelijke vormen, uiteindelijk de dood, en ge hebt reden om in ééne klacht het hart lucht te geven.

Zal dit het eerste zijn, waarmede wij elkander begroeten bij den aanvang van het pas begonnen jaar — niet velen zullen het zijn, die hieraan aanstoot nemen. En toch zou de mogelijkheid bestaan, dat van eene zijde, waarvan ge het niet zoudt hebben verwacht, u de vraag werd voorgelegd : is er ook nog een andere kijk op alles wat ons omringt, gewettigd ?

Wij zagen ons nog zooveel gelaten. Er is nog stof om met ootmoed voor Gods aangezicht te naderen. Wij lezen in het boek van Jeremia's Klaagliederen een woord, dat in onze dagen naar voren treedt, n.l. „Het zijn de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn, dat Zijne barmhartigheden geen einde hebben. Zij zijn allen morgen nieuw. Uw trouw is groot".

De vernielingen, die gij overal kunt opmerken, zijn bij ons nog niet tot het bittere einde doorgegaan. Daar staan in ons midden nog, wier lippen het Woord des Heeren uitdragen, die bij den hemel het pleit voeren, die op de goedertierenheden des Heeren mogen wijzen. Zijne barmhartigheden hebben nog geen einde genomen.

Al trad er ook verarming in — wie zou 't durven ontkennen — op geestelijk gebied is dit duidelijk kenbaar, en al bleef de verminking niet uit — de barmhartigheden. Godes zijn nog ontelbaar vele. 't Is alsof de Allerhoogste Zijn bemoeienissen met de landen nog veel meerder maakt dan ooit te voren. Wat een arbeid wordt er niet ten koste gelegd aan de landen van verre en van nabij om, wie er nooit van gehoord hebben, bekend te maken met het Evangelie des heils. En dan in zulk een wereld !

Hoe is 't mogelijk, zoo klinkt de vraag van alle kanten.

Het antwoord luidt : de barmhartigheden des Heeren hebben nog niet opgehouden. Zij zijn allen morgen nieuw. Moet van de menschen gezegd worden : zij maken het met den dag erger, groeit het kwaad, nemen de goddeloosheden toe — daartegenover schitteren Gods deugden nog heerlijker uit. Op 't zwarte doek van deze zondige wereld teekenen Gods daden zich af als in gulden letterschrift.

Vandaar dat wij schuldig zouden staan door hierop geen acht te geven. Bepale de Heere er ons voortdurend bij : Ik, de Heere, word niet veranderd, daarom zijt gij, o kinderen Jakobs, niet verteerd. Het zijn Zijne goedertierenheden, dat wij niet vernield zijn, dat Zijne barmhartigheden geen einde hebben. Zij zijn allen morgen nieuw. Van den Onveranderlijke geldt : „Uw trouw is groot".

Laat dit de pleitgrond blijven, ook voor dezen hangen tijd, waarin wij leven. Zoo vangen wij ook ons eerste overzicht aan in dezen tijdkring.

1. 't Begin werd deze keer gemaakt door collega Postma van Jaarsveld. Hij stelde mij een bankbiljet van 10 gld. ter hand, dat door mij met dank werd aanvaard ƒ 10.-

2. Uit de collectezak te Hattem ontvang ik voor onze fondsen gedurig giften, welke de kerkeraad langs de giro mij overmaakt. Zoo kreeg ik nu weer 1 gld. Onze vriendelijke dank hiervoor „ 1.—

3. Door collega Pott te Kralingen en Bousema te Zuid Beijerland, werden mij giften toegezonden, n. 1. door ds. Pott ƒ 1.50 van mej. d. W „ 1.50 en door ds. Bousema ƒ 5.— van N.N. „ 5.— Zij willen de gevers uit naam van mij wel onzen dank overbrengen.

4. Van verschillende kanten kwamen nog contributies binnen :

Eerst kwam de Penningmeester van de afd. Leiden 20 gld. gireeren „20.—

Evenzoo de Penningmeester van de afd. Sluipwijk droeg af „12.— Idem de Penningmeester van de afd. Gouda. Deze droeg af „42.75 De afd. Zegveld kwam met „41.25 De afd. Sommelsdijk-Middelharnis met „ 20.— De heer M. te D „ 1.— De heer H. J. v. M. te Utrecht „ 1.— Nagekomen contributie van de afd. Den Haag bedroeg „ 9.—

5. Hierna kwamen de houders van busjes aan de beurt. Voorop gaan de vrienden uit Hazerswoude. Mej. Qualm die elke drie maanden de inhoud van  haar busje overzendt, was door haar trouwe vrienden weer in staat ons haar bankbiljet van 25 gld. af te dragen. Was dit in de voorgaande jaren een aanzienlijke bijdrage, in onzen tijd beteekent dit niet mirtder. Wij zijn er hoogst erkentelijk voor en betuigen onzen warmen dank „25.— Wij sluiten hierbij in onzen dank aan de vrienden, die hiernaast nog een inzameling houden door busjes, die in verschillende huisgezinnen zijn geplaatst. Het busje van A. A. M. bracht op ƒ 1.89, van A. v. d. L. ƒ 2.—, van W. T. ƒ 5.— en van de fam. v. P. ƒ 5.50. Tezamen , 14.39 Voor het begeleidend schrijven ben ik zeer erkentelijk.

6. Van de afd. Amsterdam ontvangen wij evenzoo gedurig de meest warme blijken van medeleven. Hier zijn bij de vrienden onderscheidene busjes geplaatst. Wij zullen de nos. laten volgen. Busje 1 ƒ 2.65, no. 2 ƒ 2.891/2, no. 3 ƒ 3.671/2, no 4 ƒ 3.30, no 6 ƒ 1.—, no 7 ƒ 6.10, no 8 ƒ 6.14, no 9 ƒ 1.—, no 10 ƒ 2.—, no 11 ƒ 1.78, no 13 ƒ 2.50, no 15 ƒ 5.50, no 16 ƒ 0.90, no 18 ƒ 1.95, no 21 ƒ 1.—, no 24 ƒ 1.50, no 25 ƒ 2.—, no 26 ƒ 4.32/2. Samen ƒ 50.21/2 Wij betuigen de A'damsche vrienden onzen hartelijken dank.

7. Aan het busje, waarvan de inhoud mij thans is geworden, is een geschiedenis verbonden, die niet nalaat bij mij gemengde gevoelens wakker te roepen, n.l. van grooten dank aan God, doch ook van een terugzien op een moeitevollen en moeizamen levensweg van een onzer jonge vrienden, die voor enkele jaren uit den kring der zijnen door den Heere werd weggenomen. Dit busje stond bij en werd verzorgd door de fam. v. d. Pauw te Schoonhoven. Het werd verzorgd op een bizondere wijze. Meerdere malen werden hieruit posten overgemaakt van 100 gulden tegelijk. Na het heengaan van onzen jongen vriend ging het over in de hand van een der dochters van dezelfde familiekring, tot het vertrek naar Den Haag haar deed omzien naar andere handen, die deze zorg van haar wilden overnemen. Dit gelukte, daar zich hiervoor wilden geven de jongedochters Anna Kok en Annie van der Leeden. De heer v. d. V. te Schoonhoven was zoo goed mij de door haar ingezamelde gelden over te zenden. Mogen wij inzonderheid de inzamelaarsters en al degenen, die hieraan hebben meegewerkt, onzen weigemeenden dank betuigen.. De opbrengst van het busje was ruim 30 gld., n.l  f 30.18

8. De heer Groenendijk te Zegveld zond mij eveneens de inhoud van zijn busje. Deze bedroeg, 7.— Wij zeggen hem vriendelijk dank.

9. Mogen wij thans enkele giften laten volgen. Op Nieuwjaarsdag kreeg ik in mijn bus een couvert met stuivertjes en halve stuivers, ten bedrage van 1 gld. voor den Geref. Bond „ 1.—

10. Door ds. Van Hof te Delfshaven ontving ik van v. K „ 5.—

11. Van den heer B. te Zwolle voor het Studiefonds „ 2.50

12. Collega H. te Ernst zond mij uit zijn catechisatiebus voor onze fondsen „ 5.—

13. Door collega Sch. te Charlois van N.N. 5 gld., uit collecte 1 gld., van mej. B. 1 gld. Tezamen „ 7.—

14. Door collega d. L. te IJsselmuiden van de beide Meisjes-Vereenigingen de som van „20.—

15. Uit de collectezak van de Julianakerk alhier van mej. v. B. voor het Studiefonds „ 2.50

16. Uit de collertezak te EIburg zond collega v. A. mij 6 gld. voor den Gereformeerden Bond „ 6.—

17. Uit de collectezak te Rijssen zond collega v. d. W. mij „10.—

18. Door collega v. d. H. Ie Genemuiden ontving ik uit de Kerstcollecte 20 gld. en uit de catechisatiebus 10 gld. Tezamen 30.—

19. Een paar collecten, gehouden bij spreekbeurten en een bij de intrede gehouden van 'n candidaat, mogen thans volgen.

Te Hoogeveen, waar de spreekbeurt geleid werd door ds. Kalf van Renswoude, werd gecollecteerd „12.14

20. Bij de spreekbeurt te Noordwijk aan Zee, waar ik zelf voorging, werd mij door den Penningmeester van de afd. aldaar ter hand gesteld ,,25.—

21. Bij de spreekbeurt te Ermelo, waarbij ds. Koolhaas van Huizen voorging, bracht de collecte op „45.66

22. Bij de spreekbeurt te Huizen ging ds. Remme van Amsterdam voor. Deze collecte bracht op „41.38

23. Bij de intrede van Cand. Tukker te Hei- en Boeicop werd een collecte gehouden ten bedrage van ruim 20 gulden, n.l „ 20.30

Voor al deze collecten betuig ik mijn hartelijken dank.

Ook Cand. Tukker moge ervaren in zijn werk in 's Heeren wijngaard, dat waar onze kracht en bijstand gevraagd wordt van den Heere, deze ons van Zijne hand rijkelijk zal geworden.

24. Van onzen vriend J. Bot te Rotterdam (Zuid) ontving ik reeds menig keer bijdragen, hem aldaar door vrienden ter hand gesteld. Zoo ook nu. Van een onzer vrienden, die Godes hand duidelijk mocht zien in zijn particuliere leven, door hem wederom in de gelegenheid te stellen met zijn dagelijkschen arbeid in zijn onderhoud te voorzien, had hij als dankoffer 10 gld. ontvangen. De vorm, waarin hij dit deed, heeft ons hoogst aangenaam getroffen. Naast deze gift van 10 gld. gaf de wed. de R. 200 halve centen, is ƒ 1.- - de heer v. Z. ƒ O.371/2 plus ƒ 1.— een gift van een weduwe van 80 jaren ƒ 5.30. samen ƒ 17.67.1/2 wat afgerond werd tot de som van „17.70 Voor deze blijken van medeleven ziju wij hoogst dankbaar, evenals voor zijn welmeenend schrijven.

25. Nog een tweetal bijdragen mogen wij verantwoorden, die ons zeer welkom zijn. Deze kwamen van oudalumni.

Sloot het vorige boekjaar af met eer. post van deze zijde, zoó zuinig, dat het haast niet zuiniger kon — waar wij met een nieuw boekjaar zijn begonnen, gaven deze twee bijdragen ons goeden moed voor wat voor ons ligt. Ontving ik van den eenen 25 gld., van den tweeden kreeg ik 30 gld. Tezamen..., , 55.—

Gods onmisbare zegen ruste op allen in rijke mate.

Wij ontvingen in deze dagen de som van f 597.46

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

FINANCIËN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 1940

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's