De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Wie is Jezus Christus? (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie is Jezus Christus? (2)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze bijdrage ga ik in op een drietal boeken, namelijk van M. Borg, G. Theissen en E. Drewermann.

Jezus: gezocht en onderzocht
Wat het huidig onderzoek naar de historische Jezus oplevert wordt duidelijk uit een boekje dat de Amerikaanse nieuwtestamenticus Marcus Borg schreef over de renaissance van het Jezus-onderzoek, Jezus: gezocht en onderzocht (192 blz.; ƒ 35,–, Meinema, Zoetermeer 1998). We vinden er veel in terug uit eerdere publicaties van Borg. In dit boek belicht de schrijver vooral het recente onderzoek en dan vooral zoals dat in Amerika verricht wordt. Wie op de hoogte wil blijven van de stand van zaken – ik denk bijvoorbeeld aan studenten, maar ook aan gemeenteleden die een cursus theologische vorming volgen – vindt in dit boekje een helder overzicht. Borg schrijft boeiend en duidelijk. De eerste drie hoofdstukken gaan over het onderzoek naar de historische Jezus, zoals dat, zoals de schrijver het zelf uitdrukt, 'aan de seculiere universiteit wordt uitgevoerd: wat we aan Jezus kunnen 'zien', buiten christelijke vooronderstellingen om en volstrekt los van wat het historische onderzoek naar Jezus zou kunnen betekenen. Het gaat de onderzoeker dus om onderzoek, zoals dat met gewone wetenschappelijke middelen wordt toegepast, waarbij de bronnen kritisch worden onderzocht. Hier ligt voor mijn gevoel al direct een spanningsveld. Krijg je op die manier de bronnen die ons inlichten over Jezus in het vizier? De evangelisten berichten niet alleen, zij verkondigen ook en geven door wat zij ontvangen hebben. M.i. krijg je de unieke geschiedenis waar de evangelisten van vertellen nooit goed in beeld als je je beperkt tot de middelen en methoden van de profane geschiedwetenschap.
Niettemin bevatten deze hoofdstukken een schat aan informatie. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van een zestal Jezus-beelden in het Noord-Amerikaanse onderzoek (E. P. Sanders, B. Mack, E. Schüssler Fiorenza, R. Horsley, J. D. Crossan). Er blijkt een verschuiving te zijn opgetreden. In deze eeuw is onder invloed van Weiss en Schweitzer vooral het accent gelegd op het eschatologisch karakter van de prediking van Jezus, namelijk de verkondiging dat het Rijk Gods op handen zou zijn, nabijgekomen. Als het gaat over de aard van die nabijheid spreken vele geleerden met twee woorden: reeds en nog niet, vervulling en verwachting. Ik wijs op het bekende en ook onder ons veel gelezen boek van Herman Ridderbos, De komst van het Koninkrijk. Borg wijst er op, dat thans in Amerika Jezus veel meer gezien wordt als een wijsheidsfiguur en sociaal profeet. Je vraagt je af: Keren we daarmee weer terug tot de negentiende eeuw, toen velen ook de nadruk legden op de moraal, de zedelijkheid in de prediking van Jezus als leraar van naastenliefde en humaniteit?
Toch is er wel verschil in benadering. We leven tenslotte in een eeuw die door geweldige politieke crises is heengegaan. Borg zelf schetst een Jezus-beeld waarbij hij laat uitkomen, dat Jezus sterk betrokken was bij sociale en politieke kwesties, ook al heeft hij nooit een gewapende opstand tegen Rome verdedigd. Maar wel oefende hij als wijze revolutionair kritiek uit op de samenleving en stond hij een alternatieve sociale levenspraktijk voor in een boerensamenleving, gekenmerkt door patriarchale verhoudingen, waarin het onderscheid tussen rein en onrein sterk werd doorgetrokken. Voor Borg is Jezus, om hem zelf te citeren, 'een Elia-achtige figuur, een extaticus met een paranormale religieuze ervaring, een genezer en een sociaal profeet' (blz. 111). De lezer merkt: van de klassieke belijdenis blijft op deze wijze weinig staan. We blijven toch zitten in het modernistische beeld van een een profetische figuur, die in het geloof van zijn volgelingen tot de Christus verheven is.

Het Jesus Seminar
Hoe komen Borg en anderen tot hun tekening? Het is al eerder gezegd: door kritisch te ziften tussen wat Jezus werkelijk gezegd en gedaan heeft en wat op rekening van de latere gemeente is gezet. In Amerika wordt dat onder meer gedaan door het Jesus Seminar, een groep voornamelijk Noord-Amerikaanse wetenschappers die sinds 1985 bij elkaar komt om de teksten van de evangeliën te bespreken en vervolgens de vraag naar de echtheid via een stemming te peilen. Die stemming moet dan uitmaken of er een wetenschappelijke overeenstemming bestaat over de vraag hoeveel van de aan Jezus toegekende woorden en daden op Hemzelf teruggaan. Een en ander heeft geresulteerd in een boek The Five Gospels – vijf, want naast de bekende vier wordt ook het evangelie van Thomas in het onderzoek betrokken – waarin de tekst van de evangeliën in verschillende kleuren is weergegeven: een rode en roze kleur wijst op (vermoedelijke) echtheid, zwart duidt op onechtheid. Grijs: we weten het niet.
In Amerika trekt dit Seminar grote aandacht en haalt regelmatig de voorpagina's van de kranten. Met name van evangelische zijde wordt het, zoals we begrijpen, scherp bekritiseerd. Borg zelf is van mening dat dit onderzoek voor de kerk en met name voor het onderwijs van betekenis is om op die wijze de resultaten van een stuk onderzoek onder de aandacht van de gemeente te brengen en haar te leren door een selectieve bril naar de evangeliën te kijken. Ik teken daarbij aan, dat Borg zelf ten aanzien van de echtheid veel minder sceptisch is, dan vele van zijn collega's, ook erkent hij, eerlijk, dat de uitgave van de vijf evangeliën tot een andere visie op het gezag van de bijbel leidt, waarbij de bijbel als een menselijk cultureel product wordt gezien. Wie de bijbel leest in verbondenheid met de reformatorische belijdenis, zal hierbij terecht grote vraagtekens zetten.
Aan de ketting
Maar ook om andere redenen deel ik Borgs optimistische visie op dit onderzoek niet. In de Middeleeuwen lag de bijbel aan de ketting van de kerkelijke traditie. Maar zal de uitkomst van dit onderzoek niet zijn dat de bijbel voor de gemeente komt te liggen aan de ketting van de stand van zaken van een wetenschappelijk onderzoek op dat moment? Dat lijkt me voor het geloof van de gemeente, ondanks alle stellig wel gemeende sussende woorden van Borg, bepaald niet heilzaam.
In feite komt ook dit onderzoek niet uit boven het rationalisme van de Verlichting. Ik denk bijvoorbeeld aan wat Borg schrijft over de Ik ben- uitspraken uit het evangelie naar Johannes. Dat kunnen, zegt Borg, onmogelijk echte woorden van Jezus zijn geweest. 'Wat zouden we wel denken van een eerste-eeuwse jood uit Galilea (of iemand anders wat mij betreft) die over zichzelf zei, 'Ik ben het licht der wereld, Ik ben het brood des levens' etc?' (blz. 144). Nee, deze uitspraken moeten afkomstig zijn van de gemeenschap die na Pasen de realiteit en de aanwezigheid van Jezus heeft ervaren, aldus Borg.
We zien hier hoe dit wetenschappelijk onderzoek zich verstrikt in een cirkelredenering. Immers om te laten zien dat Jezus niet meer was dan een wijze of een profeet, maar niet de Zoon Gods, wordt datgene wat men wil aantonen gebruikt als argument tegen woorden van Jezus, waarin Hij zich juist in zijn uniciteit bekend maakt. Men gaat bovendien zeer selectief te werk. Terecht is er door Barnett op gewezen, dat de bestudering van Jezus vaak beperkt blijft tot de evangeliën, maar dat men Handelingen en de brieven buiten beschouwing laat. Ik kom op het boek van Barnett nog terug.

G. Theissen over de Jezusbeweging
Naast historische en theplogische benaderingen wordt er de laatste jaren ook aandacht gevraagd voor de bijdrage die de sociologie kan geven aan de bijbelwetenschappen. De sociale wetenschappen onderzoeken de maatschappelijke verhoudingen en groeperingen alsmede de veranderingsprocessen in samenlevingen. Velen zijn van oordeel dat deze benaderingswijze ook goede resultaten oplevert om de persoon van Jezus en het ontstaan van de gemeente te begrijpen. Een van hen is de veelzijdige Duitse geleerde Gerd Theissen. Van hem verscheen bij Ten Have de vertaling van een boekje dat Theissen schreef in 1977, De Jezusbeweging. Een sociologische bijdrage tot de ontstaansgeschiedenis van het vroege christendom (127 blz.). Na een inleidend hoofdstuk over de gevolgde methode gaat de auteur in hoofdstuk I in op de rol en de betekenis van de rondtrekkende charismatici in de eerste eeuw, de wijze waarop zij ontvangen werden en de vroeg-christelijke verwachting van de Mensenzoon. In een tweede deel probeert Theissen de factoren op het spoor te komen die de verbreiding van de Jezusbeweging kunnen verklaren. Er is, aldus Theissen, een wisselwerking tussen de joods-Palestijnse maatschappij als geheel en de beweging rondom Jezus. In dat verband worden genoemd sociaal-economische factoren (arbeid, inkomen, bezitters en niet-bezittenden), de wijze waarop de mens zijn plaats innam in de natuur, de verhouding tussen stad en land. de sociaal-politieke verhoudingen zoals de machtsverhoudingen (profetische bewegingen, het verzet tegen Rome, de verschillende partijen, Herodes enz.) en de sociaal-culturele factoren (normen, waarden en tradities in de joodse en hellenistische wereld). Deel III onderzoekt de invloed van de Jezusbeweging op de maatschappij. Theissen verklaart de opkomst van de beweging rond Jezus uit een diepingrijpende crisis in de joods-Palestijnse samenleving. Tegelijk vormde zij ook een vernieuwingsbeweging. In dit verband noemt hij onder meer het gebod de vijand lief te hebben als antwoord op de spanningen en de agressie.
Wat moeten we van deze wijze van benadering zeggen? We kunnen in positieve zin opmerken dat zij het voluit menselijke in Jezus' optreden laat zien en een scherp beeld geeft van de tijd en de context waarin Jezus en zijn volgelingen leefden. Het Woord is vlees geworden en dat betekent dat het ingegaan is in dit aardse bestaan. In dat kader vraagt men dan naar de bedoelingen van Jezus en zijn invloed.
Tegelijk beginnen hier ook onze vragen. Sociale wetenschappen gaan vaak uit van een puur binnenwereldse verklaring. Maar als we over Jezus en zijn gemeente spreken kunnen we daarmee niet volstaan. We moeten dan ook spreken over de werkelijkheid van God die zich in. Hem openbaart.
Paul Barnett maakt dan ook terecht een aantal kritische opmerkingen bij deze sociaal-wetenschappelijke benadering. In de eerste plaats leidt de afhankelijkheid van de sociale wetenschappen tot speculatie. Als we de sociale context van iemand kennen, is dat belangrijk, maar we kennen dan nog niet de persoon die in die context leeft. In de tweede plaats onderschat deze methode de unieke invloed van Jezus Christus. In zijn tijd waren er vele profeten, wijzen en rabbi's. Maar waarom getuigt men nu net van Jezus als de Messias? Deze methode aldus Barnett, dreigt een persoon als Jezus in te perken tot de sociale omgeving. En we voegen er aan toe: dan is het nog maar een kleine stap of Hij wordt een product van zijn omgeving. In derde plaats is er de kwestie van feiten en bronnen. Sociale wetenschappers werken met uitgebreide statistische gegevens.
Maar uit de tijd van Jezus ontbreken die. Het gevolg is dat men nogal eens met redeneringen werkt, die stoelen op waarschijnlijkheden, met alle gevolgen van dien. Een sociaal-wetenschappelijke benadering kan stellig een hulpmiddel zijn om de tijd van Jezus beter te leren kennen en daarmee tot een beter begrip van zijn weg en werk te komen. Maar zij brengt ons niet op het spoor van zijn ware betekenis als Verlosser en Heiland.

A. Noordegraaf

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Wie is Jezus Christus? (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's